Hysterectomie: verwijderen baarmoeder
In dit artikel
Hysterectomie: verwijderen baarmoeder
dossier
Een hysterectomie is een operatie waarbij de baarmoeder (al dan niet samen met de baarmoedermond of –hals) verwijderd wordt. Meestal worden ook de eileiders en soms de eierstokken mee weggehaald. Dit hangt af van de reden van de operatie, de bevindingen tijdens de ingreep en je leeftijd.
Lees ook: Getuigenis: hysterectomie na baarmoederverzakking
Waar zit de baarmoeder?
Een normale baarmoeder (uterus) heeft de vorm en grootte van een peer. De wand van de baarmoeder bestaat uit spierweefsel; de binnenzijde is bekleed met baarmoederslijmvlies (het endometrium). Het onderste deel mondt uit in de schede (vagina) en wordt de baarmoederhals (cervix) genoemd. De opening in de baarmoederhals wordt het baarmoederhalskanaal met de baarmoedermond genoemd. Aan de bovenkant van de baarmoeder monden twee eileiders (tubae) uit. Deze dunne, soepele buisjes, die zo’n 8-10 cm lang zijn, beginnen bij de baarmoeder en eindigen ter hoogte van de eierstokken. Normale eierstokken (ovaria) zijn ongeveer 3 cm groot, dit kan echter variëren van persoon tot persoon en afhankelijk van de leeftijd. Baarmoeder, eileiders en eierstokken liggen niet los in de buik, maar zitten met bindweefselbanden vast onder in het bekken.
Lees ook: Inwendige vrouwelijke geslachtsorganen
Baarmoeder: functie
In één van de eierstokken rijpt normaal gezien elke maand een eicel. Op het moment van de eisprong komt deze vrij en wordt deze opgevangen door de tentakeltjes aan het einde van de eileider, vervolgens begint deze eicel aan haar tocht doorheen de eileider. Daarnaast maken de eierstokken hormonen aan (oestrogeen en progesteron), die bijdragen aan de menstruele cyclus.. De hormonen dragen ook bij aan het zin hebben in vrijen en ze houden de vagina stevig en soepel.
Bij seksueel contact met vaginale penetratie kunnen zaadcellen via de vagina, baarmoederhals en de baarmoeder door naar de eileiders. Een bevruchting met een eicel vindt plaats in de eileider. Een bevruchte eicel (embryo) wordt vervolgens door de eileider naar de baarmoeder vervoerd waar het zich kan innestelen. Een niet-bevruchte eicel lost vanzelf op. Onder invloed van hormonen, die door de eierstokken gemaakt worden, zal tijdens elke cyclus baarmoederslijmvlies in de baarmoeder opgebouwd worden. Nestelt zich geen bevruchte eicel in de baarmoeder, dan stoot de baarmoeder het slijmvlies af, dit gaat gepaard met bloedverlies. Dit is de menstruatie.
Lees ook: Alles over de menstruatiecyclus
Wanneer verwijderen baarmoeder?
© Getty Images
Fibromen of ‘vleesbomen’
‘Fibromen’, ‘myomen’, ‘fibromyomen’ en ‘vleesbomen’ zijn synoniemen. Fibromen zijn goedaardige gezwellen uitgaande van de baarmoederwand. Fibromen kunnen leiden tot overmatig bloedverlies tijdens de menstruatie. Hun groei wordt bevorderd door het vrouwelijk hormoon oestrogeen. De fibromen kunnen zo groot worden dat ze gaan drukken op de blaas of op andere organen. Wanneer een fibroom snel groeit of wanneer je klachten hebt, is een behandeling nodig. Deze behandeling kan bestaan uit medicatie of een operatie. Wanneer hormonale therapie niet helpt, adviseert de gynaecoloog een operatie. Naast een hysterectomie zijn er nog andere operaties mogelijk waarbij de baarmoeder gespaard blijft en enkel het fibroom verwijderd wordt. Of een dergelijke ingreep zinvol is, hangt af van het aantal fibromen, de grootte en de plaats van de fibromen en van je kinderwens.
Lees ook: Myomen, vleesbomen, fibromen: goedaardige gezwellen in de baarmoederwand
Endometriose of ‘chocoladecysten’
De binnenkant van de baarmoeder is bekleed met slijmvlies (= endometrium). Bij
endometriose bevindt dat slijmvlies zich ook buiten de baarmoeder, in de buikholte of in de eierstokken. Omdat ook deze letsels tijdens de maandstonden bloeden, breidt endometriose gemakkelijk uit. In de eierstok kan het bloed ophopen. Dit ingedikt oud bloed lijkt op chocolade, vandaar de benaming ‘chocoladecysten’.
De typische symptomen van endometriose zijn pijnlijke maandstonden en verminderde vruchtbaarheid. Endometriose kan medicamenteus of operatief behandeld worden. Als alle andere behandelingsmogelijkheden onvoldoende resultaat opleveren en je geen kinderwens meer hebt, kunnen de klachten van endometriose soms verholpen worden met een hysterectomie.
Lees ook: Endometriose: 'Menstruatiepijn bij jonge meisjes is niet normaal.'
Adenomyose
Bij adenomyose is het baarmoederslijmvlies dieper dan normaal binnengedrongen in de spierwand van de baarmoeder. Deze aandoening komt het meest voor bij vrouwen boven de veertig. Adenomyose kan overmatig bloedverlies en pijn bij de menstruatie veroorzaken. De baarmoeder is soms vergroot en pijnlijk bij het aanraken. Adenomyose behandelt men in eerste instantie met hormonen. Als deze behandeling niet in aanmerking komt of niet werkt, kan een hysterectomie overwogen worden.
Lees ook: HMB: Hevig menstrueel bloedverlies
Abnormale menstruatie of onregelmatig bloedverlies
Je menstruatie is abnormaal als de maandstonden onregelmatig zijn en als je te veel of te lang bloed verliest. Er is sprake van abnormale bloedingen als je onverwachts bloedt. Dat kan tussen de maandstonden in zijn, na het vrijen of na de menopauze. Als geen evidente oorzaak kan gevonden worden en een behandeling met medicatie niet mogelijk/wenselijk is, kan eventueel een hysterectomie worden voorgesteld.
Lees ook: Bloedverlies tijdens menstruatie: wat is 'normaal'?
Poliepen
Deze goedaardige tumoren gaan meestal uit van het baarmoederslijmvlies. Vaak puilen ze uit in de baarmoederholte. Poliepen kunnen soms vrij groot worden. Net zoals fibromen kunnen deze woekeringen leiden tot abnormale maandstonden. In de meeste gevallen kunnen poliepen lokaal verwijderd worden aan de hand van een kleine operatieve ingreep. Slechts in uitzonderlijke gevallen is dit een reden om de baarmoeder volledig weg te nemen.
Lees ook: Bekkenbodemproblemen bij de vrouw
Verzakking of 'prolaps' van de baarmoeder of vaginawanden.
De bindweefselbanden die de baarmoeder op haar plaats houden, rekken uit, vooral door zwangerschap en veroudering. De baarmoeder kan dan naar beneden zakken, soms zelfs tot buiten de vagina. Ook de steunweefsels van de vaginawand en de omliggende organen verliezen soms hun elasticiteit. De blaas of de darm kunnen dan samen met de vaginawand uitzakken.
De meest voorkomende klachten bij een prolaps zijn een zeurderig gevoel in de onderbuik en rug, een drukkend gevoel in de vagina, urinaire klachten, stoelgangsklachten en seksuele problematiek. Er kunnen vaker blaasontstekingen optreden. Je kunt ook hinder ondervinden als je zit, fietst of vrijt.
Een verzakking hoeft alleen behandeld te worden als er klachten zijn. Behandeling kan bestaan uit kinesitherapie (bekkenbodem-oefeningen), het plaatsen van een ondersteunende ring (pessarium) of een operatie. Als de baarmoeder ver naar buiten zakt en een ondersteunende ring niet (meer) mogelijk is, is het meestal noodzakelijk deze te verwijderen, hierbij kan dan aanvullend soms nog een ophanging van de vaginatop noodzakelijk zijn.
Lees ook: Wat is een verzakking of prolaps en hoe wordt het behandeld?
Kanker
Kanker kan optreden in de baarmoederhals, in het endometrium en in de eierstokken. Deze aandoening is altijd ernstig. Zeer vaak maakt een hysterectomie deel uit van de behandeling.
Lees ook: Baarmoederhalskanker: symptomen, diagnose en behandeling
Baarmoeder verwijderen: operatie
De gynaecoloog kan de baarmoeder volgens verschillende operatiemethodes verwijderen.
- Bij een ‘abdominale hysterectomie’ (laparotomie) wordt er een insnede in de buik gemaakt.
- Bij een ‘vaginale hysterectomie’ haalt men de baarmoeder weg langs een insnede in de vagina.
- Bij een ‘totale laparoscopische hysterectomie’ wordt de baarmoeder volledig losgemaakt door middel van een kijkoperatie met behulp van drie tot vier kleine sneetjes in de buikwand . Afhankelijk van de situatie wordt de baarmoeder vervolgens verwijderd via de vagina of via één van deze insneden.
- Bij een ‘robot geassisteerde hysterectomie’ wordt de baarmoeder ook losgemaakt via kleine insneden in de buik, maar gebeurt dit aan de hand van een robot in plaats van laparoscopisch.
Verdoving
Een hysterectomie wordt meestal onder algemene verdoving uitgevoerd. Het verdovende middel wordt via een infuus toegediend. De anesthesist zal een masker over je mond en neus zetten waarlangs je zuurstof krijgt. Je zal snel suf worden en in slaap vallen. Terwijl je slaapt, brengt men een buisje in je luchtpijp om je te beademen. Tijdens een algemene verdoving voel je geen pijn. Je wordt pas terug wakker wanneer de operatie afgelopen is. De operatie duurt één tot twee uur, rekenend van begin tot eind van de verdoving.
Afhankelijk van het type operatie, wordt een hysterectomie uitzonderlijk uitgevoerd onder spinale verdoving. Hierbij plaatst de anesthesist een prik in de rug (ruggenprik) met lokale verdoving. Door de ruggenprik worden de zenuwen naar je onderlichaam korte tijd uitgeschakeld, waardoor je geen pijn meer voelt.
Lees ook: Waarom moet je nuchter zijn voor een operatie en wat houdt dat in?
Operatie
- Abdominale hysterectomie (laparotomie): Bij een abdominale hysterectomie wordt de baarmoeder verwijderd langs een insnede in de buikwand. De organen zijn in dit geval beter zichtbaar dan bij een vaginale hysterectomie. Wanneer de baarmoeder erg vergroot is of als er andere problemen in de buikholte zijn, kan men een abdominale hysterectomie verkiezen. De insnede kan op twee manieren gebeuren. Meestal maakt de gynaecoloog een horizontale snede net onder de haargrens. Die zogenaamde ‘bikinisnede’ is maar 10 tot 15 cm lang en verdwijnt achteraf onder je slipje. Soms wordt de snede verticaal gemaakt van de navel tot aan de haargrens. Die manier van insnijden wordt toegepast als er al een litteken is van een vroegere ingreep, als de baarmoeder te groot is om deze via de bikinisnede te verwijderen of als de mogelijkheid bestaat dat er tegelijkertijd een operatie in de bovenbuik uitgevoerd moet worden. Dit is vaak het geval bij kwaadaardige gezwellen.
- Vaginale hysterectomie: Bij een vaginale hysterectomie wordt de baarmoeder verwijderd langs de vagina. Achteraf heb je alleen een klein litteken in de top van de vagina. Deze operatietechniek is zeer geschikt bij een verzakte baarmoeder. De baarmoeder mag voor deze aanpak niet al te zeer vergroot zijn. Hoewel men soms bij grote fibromen toch nog de baarmoeder in delen vaginaal kan verwijderen. Bij deze operatie is behoud van de baarmoedermond niet mogelijk.
- Kijkoperatie – laparoscopische hysterectomie: Als de baarmoeder niet te groot is, maar te weinig verzakt is om via de vagina verwijderd te kunnen worden, is soms een laparoscopische baarmoederverwijdering mogelijk. De gynaecoloog maakt minimaal drie kleine insneden van ongeveer één cm in de navel en buikwand. Langs één van die sneetjes wordt de laparoscoop in je buik gebracht. Een laparoscoop is een lange dunne buis waar men met een kleine camera doorheen kijkt. Via de andere insneden brengt de gynaecoloog instrumenten in waarmee geopereerd wordt. De gynaecoloog kan de operatie via de laparoscoop op een beeldscherm volgen. Als de baarmoeder losgemaakt is van de omliggende structuren, kan ze verwijderd worden via de schede. Net onder de navel, in de liesstreek en in de top van de schede blijven dan kleine littekentjes. Zoals bij vaginale ingreep is een vlotter herstel één van de grote voordelen van deze techniek.
© Getty Images / laparoscopische hysterectomie
Hysterectomie: baarmoederhals ook verwijderen?
Zijn er aan de baarmoederhals geen afwijkingen, dan is het niet noodzakelijk deze te verwijderen bij een operatie via de buikwand. Bij een operatie via de vagina moet de gynaecoloog om technische redenen wel de baarmoederhals wegnemen.
Als de baarmoederhals aanwezig blijft, ontstaat er geen litteken in de vagina en is er geen kans dat deze van vorm verandert. Alhoewel het niet wetenschappelijk bewezen is, hebben sommige vrouwen het idee dat de beleving van seksualiteit minder verandert als de baarmoederhals aanwezig blijft.
Als de baarmoederhals niet is weggenomen, blijft een uitstrijkje op geregelde tijdstippen nodig.
Lees ook: Uitstrijkje van de baarmoederhals (of PAP-test) in 11 vragen
Hysterectomie: eierstokken verwijderen?
Gynaecologen zijn het erover eens dat er bij vrouwen voor de overgang geen reden is om als routine tijdens de operatie ook de eierstokken te verwijderen, tenzij die natuurlijk afwijkingen vertonen. Het wegnemen van de eierstokken betekent immers dat je direct na de operatie in de overgang (menopauze) komt.
Over wat verstandig is na de overgang, verschillen de meningen. De meeste gynaecologen adviseren de eierstokken te laten zitten, omdat ze nog kleine hoeveelheden hormonen maken, die onder andere bijdragen aan preventie van hart- en vaatziekten, preventie van osteoporose en het zin hebben in vrijen. Andere gynaecologen stellen voor om de eierstokken te verwijderen om zo de kans op kanker ervan te verminderen. Bespreek dit voor de operatie met de gynaecoloog.
Een enkele keer bestaan er afwijkingen aan één of beide eierstokken, die pas tijdens de operatie zichtbaar zijn. Bij één afwijkende eierstok neemt de gynaecoloog alleen deze eierstok weg. Dit heeft geen gevolgen. De overgebleven eierstok maakt voldoende hormonen om niet voortijdig in de overgang te komen. Bij afwijkingen aan beide eierstokken probeert de gynaecoloog tenminste een deel van één eierstok te behouden om zo een voortijdige overgang te voorkomen.
Lees ook: Het verwijderen van eierstokken (of Ovariëctomie)
Baarmoeder verwijderen: nazorg en herstel
Na een algemene verdoving heb je soms even last van keelpijn door het buisje dat tijdens de operatie in de luchtpijp werd geplaatst. Vaak ben je misselijk en soms moet je ook overgeven. Het infuus blijft aanwezig tot deze klachten verdwenen zijn en je voldoende kunt drinken. Een blaassonde kan onaangenaam zijn maar wordt, snel verwijderd.
Vanaf de eerste dag zal men je aanzetten om in beweging te komen. Zo probeert men de vorming van bloedklonters te voorkomen.
Soms wordt via een klein slangetje door de buikwand wondvocht afgevoerd. Deze drain verwijdert men al na enkele dagen. Een zeldzame keer brengt men op het einde van de operatie een stevig gaasverband in de schede om steun te geven aan de bekkenbodem. Ook die tampon wordt spoedig weggehaald.
Door de verdoving hebben je darmen stilgelegen. Na de operatie komen ze langzaam weer op gang. In het begin kan dit aanleiding geven tot een onaangenaam opgezwollen gevoel. Meestal zal je je snel beter gaan voelen vanaf de tweede dag na de ingreep. Via licht verteerbaar voedsel ga je de volgende dagen weer normaal eten.
Het is normaal dat je onmiddellijk na de ingreep buikpijn hebt, ook als de baarmoeder via de vagina of laparoscopisch verwijderd is. Pijnstillers zijn dan noodzakelijk.
De hechtingsdraadjes die niet vanzelf vergaan, zullen na een week of tien dagen verwijderd worden. De eerste week kan je de littekens best afdekken.
Het is normaal dat je na een hysterectomie nog een twee- tot drietal weken wat bloedverlies hebt. In die periode gebruik je beter geen tampons. Om het litteken in de top van de vagina goed te laten genezen, moet je zes weken wachten met penetratie.
Om het herstel te bevorderen en de kans op verzakkingen op lange termijn te beperken, wordt geadviseerd om gedurende de eerste zes weken na de ingreep niet te heffen of te tillen.
Rond het litteken van een bikinisnede kan je huid vreemd aanvoelen. Na zes tot twaalf maanden gaan die gewaarwordingen vanzelf voorbij.
De duur van het ziekenhuisverblijf is afhankelijk van het type operatie en je gezondheidstoestand. Als je een abdominale hysterectomie ondergaat, moet je langer in het ziekenhuis blijven dan bij een vaginale of laparoscopische hysterectomie. Bij een vaginale of laparoscopische hysterectomie mag je al vroeger naar huis.
Probeer thuis voldoende te rusten want je zal minder aankunnen dan je denkt. De eerste tijd thuis heb je zeker enige hulp nodig.
De herstelperiode verschilt van persoon tot persoon. Gemiddeld ben je na een goede maand volledig hersteld. Over het algemeen gaat dat vlotter bij een vaginale of een laparoscopische ingreep. Heb je een job met veel fysieke inspanning, houd dan rekening met een afwezigheid van vier tot zes weken.
Ga tot de nacontrole niet gaan zwemmen. Neem geen bad. Douchen mag gerust, ook met een buiklitteken..
Na iedere operatie wordt een afspraak gemaakt voor een controleonderzoek.
Lees ook: Conisatie: ingreep aan baarmoederhals bij afwijkend uitstrijkje
Mogelijke complicaties bij hysterectomie
Een operatie houdt altijd bepaalde risico’s in, maar gelukkig zijn ernstige complicaties zeldzaam.
- Bloeding tijdens of na de operatie: De operatie gaat altijd gepaard met wat bloedverlies. Als je te veel bloed verloren hebt, kan een ijzertherapie of een bloedtransfusie nodig zijn. In de buikwand of in de vagina kan een nabloeding optreden. Meestal verwerkt het lichaam zelf een bloeduitstorting, maar het herstel duurt dan langer. Bij een ernstige nabloeding kan een tweede operatie noodzakelijk zijn.
- Infectie: Het inwendig en het uitwendig litteken kunnen door bacteriën besmet worden. Om dit te voorkomen, zal je tijdens de ingreep soms een antibioticum krijgen.
- Blaasontsteking: Soms ontstaat er een infectie door de sonde die tijdens de operatie in de blaas gebracht wordt. De dokter zal je een antibioticum geven om die ontsteking tegen te gaan. Na het verwijderen van de sonde kan zo nodig de urine gecontroleerd worden.
- Trombose of bloedklontervorming: Bij een operatie is de kans op de vorming van bloedklonters in de aders groter. Daarom zal men voor en na de ingreep een bloedverdunnend middel inspuiten. Probeer ook zo snel mogelijk na de operatie wat rond te lopen.
- Beschadiging van de urinewegen, darm, bloedvaten of zenuwen: Het gebeurt slechts heel zelden dat urinewegen, darmen of bloedvaten beschadigd worden. Bij ernstige vergroeiingen komt een dergelijke complicatie meer voor. Deze complicaties zijn meestal goed te behandelen maar ze vragen extra zorg en het herstel duurt langer.
- Sommige vrouwen hebben na de operatie last van duizeligheid, slapeloosheid, moeheid, concentratiestoornissen of rugpijn ten gevolge van de algemene verdoving en de positie op de operatietafel. Deze klachten zijn niet ernstig, maar kunnen wel vervelend zijn. Als het verloop van het herstel na de operatie anders is of langer duurt dan verwacht, is het verstandig dit met je huisarts of gynaecoloog te bespreken.
Lees ook: Wat kan er mislopen bij een verdoving of anesthesie?
Baarmoeder verwijderen: overgang?
Zonder baarmoeder kan je niet meer zwanger worden en heb je geen maandstonden meer.
- Overgangsklachten: Als tijdens de operatie je eierstokken verwijderd werden en je was tevoren nog niet in de menopauze, dan moet je lichaam wennen aan de nieuwe hormoonhuishouding. Er kunnen symptomen van menopauze optreden zoals opvliegers, droogte van de schede, prikkelbaarheid en depressieve gevoelens. De gynaecoloog kan indien nodig medicatie voorschrijven. Werden je eierstokken gespaard, dan zullen zij ook na een hysterectomie blijven functioneren. Rond je vijftigste zal je vermoedelijk in menopauze komen, maar dit zal je enkel nog kunnen merken aan lichamelijke klachten.
- Plasproblemen: Na een baarmoederverwijdering ziet men soms plasproblemen, zoals moeite hebben met het ophouden van urine. Deze problemen kunnen ontstaan doordat de gynaecoloog de blaas tijdens de operatie losmaakt van de baarmoeder. Meestal gaan deze klachten vanzelf over. Heb je vóór de operatie al problemen met het ophouden van de urine, bespreek dit dan voor de ingreep met je gynaecoloog.
- Emotionele reacties: Na het verwijderen van een orgaan is het mogelijk dat je een gevoel van verlies ervaart. Het emotioneel verwerken vraagt wat tijd. Sommige vrouwen voelen zich na een hysterectomie minder vrouw en kunnen depressieve gevoelens krijgen. Dit gebeurt vaker als de reden van de operatie kanker was of als je van plan was om nog kinderen te krijgen. Praat over je emoties met je partner, vrienden of familie en bespreek problemen zo snel mogelijk met je gynaecoloog. Hij of zij kan je uitleggen waarom een hysterectomie noodzakelijk was. Maar het omgekeerde is ook mogelijk. De meeste vrouwen voelen zich na een hysterectomie veel beter en opgewekter.
Lees ook: Menopauze: de verschillende soorten
FAQ na het verwijderen van een baarmoeder (hysterectomie)
Moet ik na de operatie nog uitstrijkjes laten maken?
Als de baarmoeder in zijn geheel verwijderd is, hoef je geen uitstrijkjes meer te laten maken, tenzij jouw gynaecoloog je dat adviseert omdat er (in het verleden) afwijkende cellen in de baarmoederhals zijn gevonden. Als de baarmoederhals is blijven zitten, blijf je deelnemen aan het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker.
Waar blijven de eitjes na de eisprong?
Net als voor de operatie komen de eicellen na de eisprong in de buikholte terecht. Ze lossen daar op. Je merkt daar niets van en dit heeft geen nadelige gevolgen. Het zaad komt via de vagina weer naar buiten, net als voor de operatie.
Wordt de vagina minder diep?
De vagina blijft dezelfde lengte houden als voor de operatie.
Hoe zit de vagina nu vast na de operatie?
De vagina hangt niet los na de operatie. De zijkanten van de vagina zitten vast aan de bekkenwand.
Kan de wond openspringen als ik weer veel ga doen?
De wond is gesloten met stevige hechtingen die in zo’n drie maanden oplossen. Tegen die tijd zijn de weefsels weer volledig vastgegroeid. Door onverwachte bewegingen of door veel inspanning kan de wond niet ineens openbarsten. Wel kan door een vroegtijdige grote belasting een littekenbreuk ontstaan.
Wat gebeurt er met de lege ruimte in mijn buik?
De ruimte die ontstaat door het verwijderen van de baarmoeder, wordt direct opgevuld door de darmen. Je loopt dus niet met een ‘gat’ in de buik.
Bronnen:
https://www.uzgent.be
https://www.vvog.be
Laatst bijgewerkt: juni 2024
Artikels over gezondheid in je mailbox? Schrijf je in op onze nieuwsbrief en ontvang een gratis e-book met gezonde ontbijtrecepten.