Hoe fietsen bij 10-12-jarigen stimuleren?
nieuws
Uit internationaal onderzoek blijkt dat de grote meerderheid van Vlaamse kinderen tussen 10 en 12 jaar te weinig beweegt. Dagelijks een uur bewegen zorgt voor een gezondere levensstijl, beschermt hen tegen verschillende kankers, diabetes en hart- en vaatziekten en zorgt voor een goede sociale en motorische ontwikkeling. Er is dus nood aan initiatieven die kinderen aanzetten tot fysieke activiteit.
Fietsen om zich te verplaatsen is een vorm van bewegen die eenvoudig in hun dagelijkse routine kan geïntegreerd worden. Uit doctoraatsonderzoek van Ariane Ghekiere (VUB en UGent) blijkt dat zowel de sociale omgeving (ouders, vriendjes), kenmerken van het kind (geslacht, attitude, fietsvaardigheden, verkeersvaardigheden) en de fysieke omgeving (fietsinfrastructuur, aanwezigheid van groen, verkeerssnelheid) hierbij een belangrijke rol spelen.
Verplaatsingen met de fiets
Momenteel is er slechts een beperkte groep Vlaamse kinderen die geregeld fietst om zich te verplaatsen. Zo blijkt uit het Onderzoek Verplaatsingsgedrag Vlaanderen dat bijna de helft van de 6- tot 12-jarigen met de auto naar school gebracht wordt. Zelfs voor afstanden van minder dan 3 kilometer wordt 37% van de 10- tot 12-jarigen met de auto naar de bestemming gebracht. Er is dus nood aan initiatieven die het aantal verplaatsingen over korte afstanden met de fiets doen stijgen, zodat het aandeel kinderen dat dagelijks voldoende beweegt, toeneemt.
Ouders zijn belangrijkste beslissingsnemers
Ouders bepalen de afstand die hun kinderen zonder volwassen begeleider met de fiets mogen afleggen. Deze afstand daalde in de voorbije decennia, en blijkt een belangrijke voorspeller te zijn voor de mate waarin kinderen zich met de fiets verplaatsen. Als kinderen zelfstandiger zijn in hun mobiliteit, heeft dat een positief effect op de mate waarin ze fysiek actief zijn (fietsen, maar ook fysieke activiteit in het algemeen), op hun motorische en sociale vaardigheden, en op de mate waarin ze de buurt kennen. Het is dus belangrijk dat ouders hun kinderen de nodige vrijheid geven om zich zelfstandig te verplaatsen met de fiets. Daarbij moeten ouders uiteraard rekening houden met de gevaren van het verkeer in de woonomgeving.
Kinderen die geregeld samen met hun ouders ergens heen fietsten (co-participatie), fietsen globaal gezien ook vaker dan anderen. Verder moeten ouders aangemoedigd worden om zelf geregeld de fiets te nemen om zich te verplaatsen, omdat ze een rolmodel zijn voor hun kind.
Tot slot bleek uit het onderzoek dat ook de vriendjes van het kind een rol kunnen spelen: als die zich geregeld samen met het kind op de fiets verplaatsen, verhoogt de kans dat kinderen zelf fietsen – alleen of met anderen .
Kenmerken van het kind
Als kinderen zich ook in moeilijke omstandigheden (bv. bij slecht weer, bergop fietsen, materiaal meenemen) met de fiets verplaatsen, en daardoor meer vertrouwen hebben in hun eigen fietscapaciteiten, hebben ze ook meer kans om zich te verplaatsen met de fiets. Dit toont aan dat initiatieven die het zelfvertrouwen van kinderen bevorderen nuttig kunnen zijn om hen ertoe aan te zetten vaker te fietsen. Zo blijken fiets- en verkeersvaardigheidslessen een positief effect te hebben op het zelfvertrouwen en vaardigheden van kinderen. Deze vaardigheden zorgen er op hun beurt voor dat ouders de zelfstandige mobiliteit van hun kind hoger inschatten.
Veiligheid en afgescheiden fietspaden bepalen fietsvriendelijkheid
Een fietsvriendelijke inrichting van de weg kan ervoor zorgen dat kinderen er vaker fietsen. Het type fietspad heeft is voor zowel ouders als kinderen de belangrijkste factor in de keuze voor een bepaalde fietsroute. Voor kinderen zijn een goed onderhouden straat (zonder graffiti of afval) en de verkeersdrukte ook belangrijke factoren, gevolgd door de mate waarin het fietspad er effen bij ligt.
De ouders schenken opvallend meer aandacht dan hun kinderen aan lagere verkeerssnelheid. Daarnaast, maar in mindere mate, hechten ouders ook belang aan de mate van onderhoud in de straat, de effenheid van het fietspad en de verkeersdrukte.
Het is dus belangrijk dat fietspaden duidelijk afgescheiden worden van het verkeer. Waar dat niet mogelijk is, kan een fietspad met lijnmarkeringen aangeduid worden. Als ook dat niet het geval is, kan een maximumsnelheid van 30 km/u ervoor zorgen dat de straat meer uitnodigt om te fietsen.