Kwart van patiënten gebruikt bloeddrukverlagers niet correct
nieuws
Een op de vier pilletjes die ingenomen worden, is een bloeddrukverlager. De bloeddrukverlagers zijn daarmee het meest gebruikte geneesmiddel in ons land. Een kwart van de patiënten met hoge bloeddruk neemt deze medicatie niet regelmatig in, en loopt zo een groot risico op ernstige hart- en vaatproblemen. Dat blijkt uit een onderzoek van de Christelijke Mutualiteiten.
Over de hele Belgische bevolking worden er per jaar 1,4 miljard dagdosissen bloeddrukverlagers ingenomen. Dat is 27 procent van alle gebruikte pilletjes in ons land. Artsen schrijven deze geneesmiddelen voor wanneer de patiënt zijn bloeddruk niet kan beheersen met een gezonde levensstijl, zoals niet roken, gezond eten, geen overmatig gebruik van alcohol, voldoende beweging, voldoende ontspanning, en geen overgewicht. Voorbeelden van deze medicatie zijn Rampiril of Bisoprolol.
Uit het onderzoek blijkt dat het aantal gebruikers van bloeddrukverlagers de laatste tien jaar steeg van 19 procent naar 22 procent van de Belgische bevolking. Bloeddrukverlagers worden vooral voor oudere mensen voorgeschreven. Bij de volwassenen tot 44 jaar krijgt slechts 5 procent deze medicatie. Bij de 45-64-jarigen is dat al een op de drie, bij de 65-84-jarigen twee op de drie. 80 procent van de 85-plussers neemt bloeddrukverlagers.
Wanneer de patiënt start met een behandeling met bloeddrukverlagers, is het van groot belang dat hij het voorschrift strikt opvolgt: in de juiste dosis, op vaste tijdstippen, regelmatig en voor een lange tijd. Doet hij dat niet, dan loopt hij een sterk verhoogd risico op een beroerte, hartinfarct of hartfalen. Toch blijkt dat een op de vier patiënten, zo’n 600.000 Belgen, minder dan 270 dagdosissen per jaar inneemt. Dat is een behandeling van gemiddeld drie dagen op de vier, in principe dus onvoldoende om de bloeddruk onder controle te houden.