EFSA wijst op mogelijke hormoonverstorende effecten van 15 bestrijdingsmiddelen
nieuws
De Europese autoriteit voor voedselveiligheid EFSA heeft van een reeks gewasbeschermingsmiddelen vastgesteld dat deze een hormoonverstorend effect kunnen hebben. Een deel van deze middelen is momenteel toegelaten, terwijl voor de andere producten een toelating is aangevraagd.
De EFSA stelt dat extra onderzoek naar deze stoffen nodig is. In totaal werden sinds vorig jaar 15 nieuwe werkzame stoffen beoordeeld en 26 al toegelaten werkzame stoffen kregen een herbeoordeling. Voor 15 stoffen ziet de EFSA een risico. Van deze stoffen hebben er 11 al een toelating. In ongeveer een derde van de gevallen ontbreekt het definitieve wetenschappelijk bewijs voor een hormoonverstorend effect, maar bestaande studies bij dieren wijzen daar wel op mogelijke risico's.
Eén van de werkzame stoffen die mogelijk een hormoonverstorend effect kunnen hebben is flumioxazin, dat gebruikt wordt voor onkruidbestrijding in de teelt van maïs en soja. Ook voor amitrole ziet de EFSA een risico. Dit betreft een onkruidbestrijdingsmiddel dat op graspercelen wordt toegepast. Ook in het gebruik van het fungicide flutianil, dat vooral wordt ingezet in de teelt van groenten en aardbeien schuilt mogelijk een risico voor de vruchtbaarheid en de endocriene organen, zoals de schildklier en prostaat.