Wereld bloeddonordag
nieuws
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft in 2004 een speciale dag in het leven geroepen om alle bloeddonors te bedanken. Als datum voor deze ‘World Blood Donor Day’ is 14 juni gekozen, de verjaardag van Karl Landsteiner, Nobelprijswinnaar, die in 1900 de bloedgroepen ontdekte.
In principe kan iedere gezonde persoon tussen de 18 en 65 jaar bloed geven. Wel gaat de veiligheid van het bloed voor alles. Mensen kunnen uitgesloten worden als donor als de veiligheid van het donorbloed niet 100% gegarandeerd is.
• Zo mogen personen die in een gebied zijn geweest dat een risico vormt voor malaria gedurende zes maanden geen bloed en geen bloedplaatjes geven.
• Epidemiologische gegevens van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid tonen aan dat tatoeages, piercings of wisselende of homoseksuele contacten het risico op HIV en andere door bloed overdraagbare infecties aanzienlijk verhogen. Als uit de medische vragenlijst van een kandidaat-donor blijkt dat er een risico is op overdracht van besmettelijke aandoeningen zoals aids of hepatitis, zal de donor geweigerd worden.
De selectiecriteria voor bloedgevers bepaalt het Rode Kruis in alle objectiviteit op basis van statistische gegevens. Om kwaliteitsbloed te kunnen leveren, sluiten we alle mogelijke risicofactoren uit om de veiligheid van het bloed te maximaliseren. Daarbij vellen we geen oordeel over de geaardheid of het gedrag van kandidaat-bloedgevers.
Ook mensen die bepaalde geneesmiddelen innemen, bepaalde vaccinaties hebben toegediend gekregen, aan bepaalde ziektes lijden, allergisch of koortsig zijn, kunnen geweigerd worden.
Twijfel je of je in aanmerking komt om donor te worden? Aarzel dan niet om in alle vertrouwen met de arts van het bloedtransfusiecentrum te overleggen.
Zo gaat bloed geven praktisch in zijn werk:
1. Je krijgt een medische vragenlijst die je rustig kunt invullen. Deze lijst bespreek je daarna met een arts en die bepaalt of je al dan niet bloed mag geven. Soms wordt je bloed geweigerd omdat je bijvoorbeeld een bepaald medicijn hebt ingenomen of je pas een piercing hebt laten zetten.
2. Als je bloed mag geven, neem je plaats op een afnamebedje. Een arts of verpleegkundige legt een knelband aan rond je arm en ontsmet de plaats waar geprikt zal worden. Vervolgens geeft hij of zij je een prikje met een steriele naald. Bloed wordt afgenomen door speciaal daartoe opgeleid personeel. Zij gebruiken steriel materiaal dat alleen voor jou bestemd is en dat na gebruik weggegooid wordt.
3. Na de bloedafname kun je iets drinken en even bijpraten met andere donors. Je voelt je niet moe of leeg, je kunt gewoon verder doen met wat je bezig was.
Bloedplasma geven
Naast bloed geven kun je ook bloedplasma en bloedplaatjes geven.
Bloed bestaat voor ongeveer 55 % uit plasma. De andere 45 % zijn rode en witte bloedcellen en bloedplaatjes. Rode bloedcellen transporteren zuurstof door het lichaam. De witte staan in voor de afweer tegen ziektes en de bloedplaatjes helpen bloedingen te stoppen.
Plasma bestaat voor 93 % uit water en voor 7 % uit opgeloste stoffen zoals eiwitten, suikers, vetten, zouten, hormonen en vitaminen. Dit zijn levensnoodzakelijke stoffen. Er zijn mensen die tijdelijk of blijvend een tekort hebben aan deze stoffen. Van plasma worden dan ook levensreddende producten gemaakt.
Een plasma-afname vindt plaats in een bloedtransfusiecentrum van het Rode Kruis. Net zoals bij een bloedgift bepaalt een arts of je in aanmerking komt voor plasma geven. Bij een plasma-afname wordt je bloed afgenomen. Een toestel zorgt ervoor dat het plasma van het bloed wordt gescheiden. Zo komt je plasma terecht in een afnamezak en krijg je je bloed terug toegediend. Alles gebeurt op een veilige en professionele manier.
Plasma geven is daadwerkelijk helpen. Je geeft tal van patiënten de kans om weer op de been te geraken: mensen met brandwonden, zwangere vrouwen, leukemiepatiënten of - meer algemeen - mensen met een verzwakt afweermechanisme.
Voor hemofiliepatiënten, die op elk moment een blijvende bloeding kunnen krijgen, is het zelfs een dagelijkse noodzaak om te overleven. Ons land heeft elk jaar meer dan 240.000 liter plasma nodig om in de behoefte te voorzien.
Bloedplaatjes geven
Iedereen met bloedgroep O of A, die minstens 2 keer bloed of plasma heeft gegeven en interesse heeft om bloedplaatjes te geven, kan contact opnemen met een donor- of bloedtransfusiecentrum in hun buurt.
Bloedplaatjes zijn zeer kleine bloedelementen die gevormd worden in het beenmerg. Ze zijn samen met de stollingsfactoren belangrijk voor het stelpen van bloedingen. Een volwassene beschikt over zo'n 150 tot 400 miljard bloedplaatjes per liter bloed.
Je bloed wordt afgenomen. Tijdens de afname loopt je bloed naar een toestel. Daarin worden de bloedplaatjes door centrifuge afgescheiden en opgelost in een kleine hoeveelheid plasma. De andere bloedbestanddelen, cellen en plasma, worden je teruggegeven. Slechts een beperkte hoeveelheid bloedplaatjes wordt afgenomen, waardoor het plaatjesaantal in je lichaam maar lichtjes daalt. De afgenomen bloedplaatjes worden trouwens snel weer aangemaakt. Je blijft beschikken over een voldoende aantal plaatjes. De Rode Kruismedewerkers werken met steriel wegwerpmateriaal (voor éénmalig gebruik). Een bloedplaatjesafname duurt gemiddeld 2 uur.
Mensen met te weinig bloedplaatjes lopen een groot risico op levensbedreigende bloedingen. De oorzaak kan liggen in een verhoogde afbraak of een gebrekkige aanmaak van bloedplaatjes. Patiënten met leukemie, transplantatiepatiënten en patiënten met andere bloedziekten hebben dikwijls nood aan bloedplaatjes.
Vaak worden bij chemotherapie en bestraling niet enkel de kankercellen maar ook een aantal gezonde cellen vernietigd. Deze patiënten hebben daarom plaatjestransfusies nodig om bloedingen te voorkomen. Een te laag bloedplaatjesgehalte kan zich ook voordoen in andere omstandigheden zoals bij massieve bloedingen.
www.rodekruis.be
www.wbdd.org