Gerelateerde artikels
Pneumokokken: wie moet zich laten vaccineren?
In dit artikel
Pneumokokken: wie moet zich laten vaccineren?
dossier
De pneumokok (Streptococcus pneumoniae) is een gevreesde bacterie die vooral bij zuigelingen en ouderen ernstige medische aandoeningen kan veroorzaken. Voor wie is een vaccinatie tegen pneumokokken aanbevolen?
Lees ook: Pneumokokken: symptomen en vaccinatie
Er bestaan meer dan 90 soorten pneumokokken. Veel gezonde mensen dragen pneumokokken in de neus en in de keel. Zij zijn drager van de bacterie zonder er ziek van te zijn, maar er zijn ook serotypes die infecties veroorzaken zoals longontsteking, middenoorontsteking, bloedvergiftiging en (bacteriële) hersenvliesontsteking.
Pneumokokken: vaccinatie voor baby
Kinderen onder de 2 jaar lopen een sterk verhoogd risico op een pneumokokkeninfectie, maar in ons land kunnen alle baby’s via Kind en Gezin gratis gevaccineerd worden tegen 13 gevaarlijke serotypes van pneumokokken. Als ouders toestemmen (wat sterk wordt aangeraden door de Hoge Gezondheidsraad), wordt het vaccin toegediend aan de baby op de leeftijd van 8 weken, 16 weken en 12 maanden.
Pneumokokken: vaccinatie voor volwassenen
Pneumokokkenziekten kunnen zich op elke leeftijd voordoen, maar het risico op een ernstige pneumokokkeninfectie neemt toe vanaf de leeftijd van 50 jaar en is beduidend hoger bij personen ouder dan 65 jaar. Naast baby’s zijn dus ook 65-plussers en volwassenen met een chronische ziekte kwetsbaar.
Vaccinatie is aanbevolen door de Hoge Gezondheidsraad voor:
1- Volwassenen met een stoornis van de immuniteit of een behandeling met immuunonderdrukkende geneesmiddelen. Dit betreft onder meer:
- HIV-geïnfecteerde patiënten
- mensen met orgaantransplantatie
- mensen met lymfoom, chronisch lymfatische leukemie, multipel myeloom (bloedkanker)
- mensen met slecht gecontroleerde diabetes
- mensen zonder milt of een slecht werkende milt (anatomische en/of functionele asplenia)
- mensen met sickle-cell disease
- mensen met erfelijke bloedarmoede (hemoglobinopathie)
- mensen met lek van hersenvocht (na ongeval of operatie)
- mensen met een cochleair implantaat
2- Volwassenen met een chronische ziekte:
- Chronisch hartlijden
- Chronisch longlijden (bv. COPD, mucoviscidose, ernstig astma)
- Chronisch leverlijden (bv. levercirrose)
- Chronisch nierlijden
- Diabetes
- Neuromusculaire aandoeningen met risico van aspiratiepneumonie (vb ALS, Parkinson)
3- Alle volwassenen die roken en/of overmatig alcohol drinken.
4- Gezonde personen van 65 tot 85 jaar.
Bronnen: