Diabetes type 1 bestaat uit twee verschillende vormen

nieuws

Tot nu toe gingen we er van uit dat er twee soorten diabetes of suikerziekte bestonden: type 1 en type 2. Maar Britse onderzoekers ontdekten dat je type 1 eigenlijk in twee vormen kunt opsplitsen, die gelinkt zijn aan de leeftijd waarop patiënten klachten en de diagnose krijgen. Dat inzicht zou kunnen helpen om nieuwe behandelingen te ontwikkelen tegen de aandoening.

Patiënten met diabetes type 1 hebben een hoge bloedsuikerspiegel omdat hun afweersysteem de insulineproducerende cellen in de alvleesklier aanvalt, waardoor hun lichaam geen of onvoldoende insuline aanmaakt. Insuline is een hormoon dat ervoor zorgt dat je cellen suiker opnemen, om het om te zetten in energie of het op te slaan. Typische symptomen van diabetes type 1 zijn veel plassen, dorst, vermageren en vermoeidheid.

Diabetes type 1 treft minder dan 10% van alle personen met diabetes. Ongeveer 0,4% van de Belgische bevolking, of rond de 40.000 mensen, zou er aan lijden. De ziekte wordt meestal onder de leeftijd van 40 jaar vastgesteld. Het is nog niet duidelijk hoe de aandoening ontstaat, maar volgens hypotheses spelen o.a. virusinfecties en bepaalde types voeding in de kindertijd een rol.

Twee (leeftijds)categorieën

Wetenschappers van de Britse University of Exeter delen diabetes type 1 nu op in twee vormen, die ze endotype 1 en 2 noemen, na het analyseren van alvleeskliesmonsters en bloedstalen van mensen met de aandoening. Bij de eerste vorm waren de alvleesklieren niet bij machte om op een degelijke manier insuline aan te maken en kregen ze te maken met een sterkere aanval van het immuunsysteem. Bij endotype 2 bevatten de alvleeskliermonsters minder immuuncellen en waren ze beter in staat om insuline te maken. De aanval van het afweersysteem verschilde grondig bij de twee vormen.
De categorieën lijken verband te houden met de leeftijd van patiënten. Patiënten met endotype 1 kregen de diagnose normaal wanneer ze jonger waren dan 7 jaar, die met endotype 2 na hun 13de verjaardag. Kinderen die gediagnosticeerd werden wanneer ze ouder waren dan 7 en jonger dan 13, vielen soms in de ene en soms in de andere categorie.

Beter aangepaste behandelingen

Op dit moment moeten patiënten met diabetes type 1 vanaf de diagnose en voor de rest van leven iedere dag verschillende keren insuline inspuiten. Maar de nieuwe bevindingen kunnen helpen om klachten in de toekomst beter te behandelen en mogelijk zelfs te genezen en voorkomen. Want het is nu duidelijker wat verschillende patiënten nodig hebben.

Zo is het voor mensen met endotype 2 essentieel om manieren te vinden om niet-werkzame insulineproducerende cellen in de alvleesklier opnieuw te activeren, iets wat nu nog niet kan. Ook is het mogelijk dat kinderen met endotype 1 meer baat zullen hebben bij immuuntherapieën, die de immuuncellen kapotmaken die de alvleesklier aanvallen. Het onderzoek naar zulke immuuntherapieën heeft nog geen nieuwe behandelingen opgeleverd, maar er worden veelbelovende resultaten geboekt.