Peuters en kleuters eten niet gezond genoeg

nieuws Peuters en kleuters eten te weinig groenten, fruit en vis. Ook krijgen ze te veel verzadigde vetzuren binnen. Dit blijkt uit een onderzoek van het Nederlandse Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM).
Het RIVM onderzocht het eetpatroon van bijna 1300 kinderen in de leeftijd van twee tot zes jaar. De ouders van de kinderen hielden in speciale voedingsdagboekjes bij wat hun kinderen op twee verschillende dagen van de week aten.
In het algemeen aten de oudere kinderen (4-6 jaar) meer dan de jongere kinderen (2-3 jaar). Dit was niet het geval voor de productgroepen ‘fruit en noten’ en ‘diversen’. De consumptie van ‘melk(producten)’ was alleen hoger bij de oudere jongens. Met name de 4-6-jarigen gebruikten meer ‘overige melkproducten’ dan gewone melk. De aanbevolen hoeveelheden basisvoedingsmiddelen werden, met uitzondering van melk(producten) en kaas, voor de meeste voedingsmiddelengroepen niet gehaald.
Uitgaande van de gebruikelijke consumptie van groenten en fruit werd de richtlijn voor fruit (>150 g per dag) door slechts 21-30% van de kinderen gehaald. De aanbeveling voor groenten bedraagt 50-100 g per dag voor kinderen van 1-3 jaar en 100-150 g voor kinderen van 4-8 jaar. Uitgaande van de ondergrens van deze richtlijn kwam slechts 19% van de 2-3-jarigen en 0,5% van de 4-6-jarigen hieraan toe. De bovengrens (100 g, respectievelijk 150 g per dag) werd door geen van de kinderen gehaald. De richtlijn om 2 keer per week vis te eten werd door 9% van de kinderen gehaald, 24% van de kinderen at nooit vis.
Wat betreft de inneming van vet kwam vrijwel geen van de kinderen aan een gebruikelijke totaal-vetinneming van maximaal 40 energie%. De richtlijn van maximaal 10 energie% verzadigde vetzuren werd door een grote meerderheid van de kleuters (4-6 jaar) overschreden. Voor 2-3-jarigen ligt deze richtlijn op maximaal 15 energie% - deze werd slechts door ruim 2% van de peuters overschreden. De inneming van transvetzuren was bij ongeveer 10% van de 4-6-jarigen hoger dan de norm van 1 energie%.
De gemiddelde inneming van energie bedroeg 6126 kJ (1456 kcal) en is hoger bij 4-6-jarigen dan bij 2-3-jarigen en bij de jongens in vergelijking met de meisjes. De bijdrage van de macrovoedingsstoffen aan de inneming van energie was grotendeels vergelijkbaar tussen de verschillende groepen. De gemiddelde bijdrage van verzadigde vetzuren aan de energie-inneming is aan de hoge kant en ook de bijdrage van mono- en disachariden is hoog.
De voeding van de kinderen, inclusief voedingssupplementen bevatte voldoende van de meeste microvoedingsstoffen. Een uitzondering vormden vitamine D en ijzer (bij de 2-3-jarigen en 4-6-jarige meisjes) en foliumzuurequivalenten (bij 4-6-jarigen), waarbij de mediaan van de inneming lager was dan de adequate inneming. De gebruikelijke inneming van vezel was lager dan de richtlijn van 2,8 g/MJ voor 2-3-jarigen en 3,0 g/MJ voor 4-6-jarigen.
Bijna de helft van de kinderen gebruikte supplementen. Het gebruik was bij 2-3-jarigen (62%) circa tweemaal zo hoog als bij 4-6-jarigen (30%). Bij 2-3-jarigen was vitamine D het meest gebruikte supplement, bij 4-6-jarigen multivitaminen/-mineralen. Slechts circa 60% van de 2-3-jarigen voldeed aan de aanbeveling van een dagelijkse suppletie van 5 µg vitamine D per dag.
Door ruim driekwart van de kinderen werden verrijkte voedingsmiddelen gebruikt, vooral in de vorm van verrijkte dranken, siropen en melkproducten. Van een aantal voedingsmiddelengroepen was het aandeel van verrijkte producten hoog: meer dan 90% van de sojaproducten, 60% van de ontbijtgranen en ruim de helft van de siropen en sappen, maar ook een derde van de melkdranken en een zesde van de yoghurt(dranken) was verrijkt.

De onderzoekers besluiten:
- De voeding van de Nederlandse jonge kinderen is gunstig met betrekking tot de proporties waarin eiwitten, vetten en koolhydraten bijdragen aan de energievoorziening.
- De vetzuursamenstelling van de voeding zou verbeterd moeten worden, want de inneming van verzadigd vet is te hoog en de consumptie van vis (rijk aan n–3-vetzuren) te laag.
- Slechts weinig kinderen halen de aanbeveling voor de consumptie van groenten.
- Voor fruit is de situatie iets gunstiger, maar nog steeds voldoet slechts ongeveer een kwart van de kinderen aan de aanbeveling.
- Ook de inneming van voedingsvezel is laag.
- De jonge kinderen krijgen voldoende binnen van de meeste vitamines en mineralen. Voor vitamine D en foliumzuur is dit wellicht niet het geval. De aanbevolen suppletie van vitamine D aan 1-4-jarige kinderen wordt niet altijd nageleefd en verdient verdere aandacht.
Info: www.rivm.nl