Videogames goed voor cognitieve en sociale vaardigheden

nieuws Het spelen van videogames, ook de gewelddadige zogenaamde shooter games, heeft een positief effect op het leren van jeugdigen, sommige cognitieve vaardigheden en de ontwikkeling van hun sociale vaardigheden. Dat blijkt uit onderzoek van de Radboud Universiteit Nijmegen.

De onderzoekers beoordeelden resultaten van honderden internationale publicaties over gaming en de effecten voor cognitieve, motivationele, emotionele en sociale vaardigheden van gamers.
Het spelen van videogames stimuleert een brede range van cognitieve vaardigheden zoals ruimtelijke navigatie, redeneren, geheugen en waarneming. Dit geldt ook voor de vaak gewelddadige shooter games. Spelers van dergelijke games blijken beter te kunnen denken over driedimensionele objecten. Die invloed op denkkracht werd niet gevonden met het spelen van andere vormen van videogames, zoals puzzels of role playing games.

Door videogames te spelen kunnen kinderen leren om hun problemen op te lossen of om te gaan met angst of onzekerheid. Zo blijkt dat hoe vaker kinderen strategische videospelletjes speelden, zoals role playing games, des te beter ze waren in het oplossen van problemen. Ook lieten sommige studies zien dat de schoolcijfers van het volgende jaar beter waren. Alle soorten videogames kunnen de creativiteit van kinderen stimuleren. Als kinderen games spelen, moeten ze keuzes maken, problemen oplossen en snel reageren op nieuwe situaties. Games zijn interactief. Daardoor leren gamers snel. Dat is ook een verschil met de computer of telefoon.

Eenvoudige spelletjes die gemakkelijk toegankelijk zijn en snel kunnen worden gespeeld zoals Angry Birds, kunnen de stemming van spelers verbeteren, bevorderen de ontspanning en emotionele veerkracht en weren angst af, zo blijkt verder uit de studie. Door te leren omgaan met mislukkingen in games, bouwen kinderen emotionele veerkracht op waarop ze kunnen vertrouwen in hun dagelijks leven.

De uitkomsten kunnen volgens de studie een belangrijke verschuiving teweeg brengen in het onderwijs, hulpverlening aan kinderen en de gezondheidszorg. Artsen zijn al begonnen met de inzet van videogames. Zo kunnen kinderen in de videogame Re-Mission een kleine robot aansturen die schiet op kankercellen en daarmee bacteriële infecties overwint. Uit een internationale studie bleken kinderen die Re-Mission hadden gespeeld significant trouwer te zijn aan hun therapie en bovendien meer kankergerelateerde kennis te hebben in vergelijking met kinderen die een ander computerspel speelden.

Volgens de onderzoekers is het hoog tijd dat teams van psychologen, artsen en gameontwerpers samenwerkingsvormen aangaan om videogames te integreren in hun traditionele therapie.