- dossierGenetische modificatie en nieuwe voedingsmiddelen: reden tot paniek?
- dossierWonen & gezondheid (6/14): Straling
- dossierNiet-ioniserende straling in huis - Elektrostress: feit of fictie
- dossierWat zijn hormoonverstoorders en hoe gevaarlijk zijn ze voor onze gezondheid?
- dossierLevenseinde: wat is een negatieve wilsverklaring?
Nieuw onderzoek ziet geen verband tussen GSM en hersenkanker
nieuws
Een nieuw Deens onderzoek stelt dat er geen link kan gevonden worden tussen langdurig gebruik (meer dan 10 jaar) van een mobiele telefoon en kanker in het centrale zenuwstelsel (in de hersenen en ruggenmerg). Het onderzoek verscheen in het British Medical Journal.
Eerder dit jaar verscheen nog een studie van een expertengroep van de Wereldgezondheidsorganisatie WHO waarin werd gezegd dat regelmatig gsm-gebruik een verhoogd risico op glioom veroorzaken. Dat is een zeldzame vorm van hersenkanker
Het gaat om de grootste studie die tot nu toe werd uitgevoerd waarbij ruim 350.000 GSM-gebruikers van 30 jaar en ouder gedurende 18 jaar werden opgevolgd.
Het onderzoek vergeleek het risico op kanker bij mensen die hun gsm (al dan niet intensief) gebruikten met het risico bij mensen die dat niet of minder deden. Er bleek geen verschil te zijn. Zelfs bij hen die gedurende 13 jaar of langer een mobiele telefoon gebruikten, was er geen verhoogd risico.
Omdat niet kan uitgesloten worden dat bij zeer intensief gebruik of bij gebruik langer dan 10 jaar toch negatieve effecten zouden kunnen optreden, schrijven de onderzoekers dat verdere opvolging nodig is, onder meer rond de effecten van gsm-gebruik op jongere mensen en vooral kinderen.
Zopas bracht ook de Commissie Elektromagnetische Velden van de Nederlandse Gezondheidsraad een advies uit over de invloed van zendsignalen op hersenen van kinderen. De raad zegt geen bewijs gevonden te hebben dat blootstelling aan zendsignalen van mobiele telefoons, telefoniemasten of Wifi-installaties nadelige kortetermijneffecten heeft op de ontwikkeling en het functioneren van de hersenen van kinderen.
BMJ, 2011; 343 (oct19 4): d6387 DOI: 10.1136/bmj.d6387
BMJ, 2011; 343 (oct19 4): d6605 DOI: 10.1136/bmj.d6605