Genetische modificatie en nieuwe voedingsmiddelen: reden tot paniek?

dossier

Over de mogelijke gezondheidsrisico’s van genetisch gewijzigde voedingswaren circuleren de wildste verhalen. Zijn de zorgen terecht? Hoe weet je trouwens of producten genetisch gemodificeerd zijn, en is het dan wel veilig om die te consumeren?

Wees gerust. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie zijn genetisch gewijzigde planten die voldoen aan de wettelijke normen voor registratie minstens even veilig als de bestaande voedingsmiddelen. 

Wat is genetische manipulatie of modificatie?

Het ‘manipuleren’ van de natuur is al zo oud als de mensheid zelf. Het fokken van vee voor een betere melkproductie of voor meer trekkracht en het kruisen van gewassen voor een betere opbrengst, wordt reeds toegepast sinds de mens zich vestigde als landbouwer.
Het klassieke veredelen is echter een tijdrovende en vaak onzekere zaak. Bovendien kunnen alleen variëteiten die nauw met elkaar verwant zijn, gekruist worden, zodat de mogelijkheden beperkt zijn.

Door middel van de genetische modificatie is het mogelijk om heel gericht een erfelijke eigenschap die opgeslagen is in enkele genen, bijvoorbeeld de eigenschap ‘grote vruchten’, in een plant in te bouwen.

Een andere mogelijkheid is het uitschakelen van een vervelende eigenschap, zoals bv. ‘gevoeligheid voor een bepaald insect’. Het is zelfs mogelijk om de erfelijke eigenschappen van een niet-verwante soort in een organisme te brengen. Zo kunnen eigenschappen van schimmels, bacteriën, insecten, planten en dieren onderling worden uitgewisseld. Vergeleken met de klassieke veredeling, waarbij enkel soortgelijke organismen vruchtbare nakomelingen kunnen produceren, is dit een ware revolutie.

Voorbeelden genetische modificatie

Zo kan men aardappelen of maïs uitrusten met het genetisch materiaal van een bacterie zodat deze beter bestand zijn tegen bepaalde insecten. De mogelijkheden zijn eindeloos. 

Ook op het vlak van gezondheid zijn er mooie voorbeelden te noemen.

Golden Rice - ontwikkeld door een Duitse en Zwitserse wetenschapper - is een nieuw type rijst dat bètacaroteen bevat (dit is provitamine A, een geel-oranje plantenpigment dat het lichaam indien nodig omzet in vitamine A). Omdat rijst een basisvoedsel is in veel gemeenschappen met een vitamine A-tekort in Azië, kan Golden Rice een belangrijke hulp zijn bij het verbeteren van de vitamine A-status in deze gebieden. Golden Rice ontving in 2018 positieve evaluaties op het gebied van voedselveiligheid van de United States Food and Drug Administration, en in 2019 van het Department of Agriculture-Bureau of Plant Industry. Deze instanties zijn het erover eens dat Golden Rice net zo veilig is als gewone rijst. Dit is een belangrijke realisatie omdat zeer veel mensen in Azië en Afrika rijst eten als basisvoedsel, daar het gemakkelijk te telen is en goedkoop. Uit andere voedingsmiddelen halen ze te weinig bètacaroteen waardoor vitamine A-deficiëntie heel veel voorkomt in deze landen, de belangrijkste oorzaak van blindheid bij kinderen. Naar schatting zijn er tussen de 250.000 à 500.000 gevallen per jaar (volgens de WGO), van wie ongeveer de helft overlijdt binnen het jaar nadat ze blind zijn geworden. Door acties van de groene beweging is deze genetisch gemodificeerde rijst evenwel nog niet wereldwijd gecommercialiseerd, alhoewel de Filipijnen het eerste land waren dat in 2021 de commerciële teelt ervan goedkeurde met de bedoeling het vitamine A-tekort bij kinderen aan te pakken. 

En dat is niet het enige product met een hogere nutritionele waarde. Via genetische modificatie heeft men tomaten gekweekt met een veel hoger gehalte aan lycopeen, de mooie rode kleurstof in rijpe tomaten. Lycopeen is een krachtige antioxidant met een bijzonder gunstige werking in het lichaam.

En wat dacht je van plantaardig vet dat minder schadelijke verzadigde en meer onverzadigde vetzuren bevat, groenten die even smakelijk zijn maar langer houdbaar, granen die geen allergieën veroorzaken of koffie zonder cafeïne... 

Lees ook: Mycotoxinen (schimmelgif): 'Gooi beschimmeld voedsel weg'

Miniem verschil

Vermits de gentechnologie zich beperkt tot het inbrengen van één of een paar genen, is het verschil met het "oorspronkelijk" organisme miniem. Zo bevat een aardappelplant ongeveer 40.000 genen. Om deze plant resistent te maken tegen infecties worden twee, drie of vier genen toegevoegd. De gewijzigde aardappel is bijgevolg voor meer dan 99,9% de oude. Deze biotechnologische ingreep wijzigt het genetisch materiaal zelfs minder drastisch en veel selectiever dan de klassieke veredelingstechnieken.

Om het transgeen (genetisch gemanipuleerd) organisme te herkennen - het verschilt uiterlijk in niets van het gewone product - wordt samen met het gewenste gen soms ook een ‘marker’gen voor antibiotica-resistentie of herbicide-resistentie ingebouwd zodat alleen de getransformeerde cellen overleven wanneer aan de celkweek het antibioticum of herbicide wordt toegevoegd.

Een andere techniek, die steeds vaker wordt toegepast en waarbij geen gevaar is voor antibiotica- of herbicide-resistentie, bestaat erin om gebruik te maken van fluorescentie. De behandelde cellen lichten dan op wanneer ze beschenen worden met licht van een bepaalde golflengte (onder de UV-lamp).

Lees ook: Is natuurlijke voeding gezonder?

Onrust


Genetisch gewijzigde organismen (GGO’s) worden reeds geruime tijd op grote schaal toegepast in de geneesmiddelenindustrie (bv. voor de productie van insuline) en in de voedingstechnologie, bv. bij de fabricatie van enzymen die gebruikt worden in de kaasbereiding, als broodverbeteraar, om fructose aan te maken, enz.

Dit heeft nooit tot problemen geleid. Het is pas sinds deze technologie niet langer beperkt is tot schimmels, gisten en bacteriën, maar wordt aangewend om ‘hogere’ GGO’s te maken - zoals maïs die resistent is tegen bepaalde insecten, soja die bestand is tegen een bepaald soort insecticide - dat de hele controverse losbarstte.

Probleem is dat er twee gescheiden circuits dreigen te ontstaan met aan de ene kant de wetenschappelijke wereld met onderzoekers, veiligheidsverantwoordelijken van diverse bedrijven en de overheid, die via risicoanalyse nagaan welke gevaren dergelijke organismen inhouden. En aan de andere kant de media en diverse drukkingsgroepen. Terwijl in de ene groep het vertrouwen in GGO’s toeneemt, wordt het verzet in de tweede groep groter.

Wat de vermeende gezondheidsrisico’s betreft, is het onmogelijk om algemene uitspraken te doen. Elk product dient afzonderlijk te worden bekeken.


Zijn genetisch gemodificeerde gewassen veilig?

Binnen de Europese Unie bestaat een registratieprocedure volgens dewelke de nieuwe voedingsgewassen onderworpen worden aan een uitgebreide reeks tests inzake kwaliteit, voedingseigenschappen, veiligheid, enz. Zelfs wanneer producten intensief worden getest in de VS of Japan moeten ze opnieuw de Europese goedkeuringsprocedure doorlopen. Voor de hoger geciteerde maïs- en soja-producten kwamen de Europese experts tot de bevinding dat er geen enkel gevaar bestaat voor menselijke (en dierlijke) consumptie.

Voor andere producten, zoals maïs die resistent is tegen een bepaald type antibiotica of soja met een gen van de Braziliaanse noot, die mogelijk wel risico’s kunnen inhouden, werd dan weer geen goedkeuring verleend. (zie verder bij allergie)

Volgens een expertencomité van de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) kunnen genetisch gewijzigde planten die voldoen aan de wettelijke normen voor registratie als veilig worden beschouwd. Gezien er uitgebreid onderzoek werd gedaan naar de veiligheidsaspecten van de nieuwe gewassen, bestaat volgens de WGO over hun veiligheid zelfs een grotere zekerheid dan over de bestaande voedingsmiddelen.

Argumenten pro het toepassen van GGO’s in de landbouw

  • Aanhangers van GGO’s wijzen erop dat GGO's als essentieel moeten worden beschouwd voor het bevorderen van duurzame landbouw, omdat ze mogelijk de ecologische voetafdruk en het gebruik van pesticiden kunnen verminderen, fossiele brandstoffen kunnen besparen, CO2-emissies kunnen doen dalen en bodem en watergebruik kunnen besparen.
  • Voorstanders vinden ook dat genetisch gemodificeerde gewassen onmisbaar zijn om het ernstige wereldwijde probleem van voedsel- en voedingszekerheid in ontwikkelingslanden het hoofd te bieden. Tegen 2050 moeten we 50% meer calorieën produceren om op dat ogenblik, als de wereldbevolking zo blijft groeien, alle monden te voeden. Het landbouwareaal kan niet blijven groeien. Hoewel genetisch gemodificeerde gewassen niet worden gepresenteerd als de absolute oplossing, kunnen ze ongetwijfeld een belangrijke bijdrage leveren aan dit groeiende probleem.
  • We hoeven niet bang te zijn dat binnen pakweg 30 jaar alles genetisch gewijzigd zal zijn. De GGO-technologie is zo duur dat hij enkel geschikt is voor wereldgewassen zoals soja, mais of koolzaad.

Lees ook: Hoe zorg je ervoor dat je zo weinig mogelijk pesticiden binnenkrijgt?

Hoe herken je genetisch gemodificeerde producten?

Een tweede luik in de Europese wetgeving heeft te maken met de etikettering. In principe moet het etiket van producten die genetisch gewijzigde eiwitten bevatten, dit uitdrukkelijk vermelden. Op die manier kan de consument zelf oordelen of hij een dergelijk product al dan niet wil kopen. Die etikettering biedt ook uitkomst voor eventuele filosofische of godsdienstige bezwaren worden eveneens gehoord. Wanneer men bv. een varkensgen zou inplanten in een ander organisme kan dit op verzet stuiten bij bv. strikte vegetariërs of Arabisch/Joodse culturen.

Volgens de Europese wetgeving is de etikettering echter niet verplicht wanneer het genetisch gewijzigde eiwit helemaal niet aanwezig is in het eindproduct en dit ‘nieuwe’ eindproduct op geen enkele wijze kan onderscheiden worden van het "oude". Dit is bijvoorbeeld het geval voor olie uit de soja die resistent is tegen een bepaald soort onkruidverdelger. De samenstelling van deze olie is immers dezelfde als deze van klassieke olie omdat de genetisch gewijzigde eiwitfractie niet in de olie zit.

Nadelen genetische modificatie

Argumenten contra het toepassen van GGO’s in de landbouw

  • Een veel gehoord bezwaar is dat een GGO kan kruisen met een wilde soort die zich dan in de natuur zou verspreiden. Dit "superonkruid" zou dan kunnen woekeren omdat het moeilijk te bestrijden is.

    Voor soja en maïs bestaat dit gevaar alvast niet omdat deze gewassen uitheems zijn en er bij ons geen soortgelijke wilde planten bestaan waarmee ze zich kunnen kruisen. Maar voor andere planten kan dit risico niet worden uitgesloten.
  • Ook het gevaar van insectenresistentie is een aandachtspunt. Planten die beter bestand zijn tegen een bepaald insect betekenen een besparing voor het milieu omdat er minder insecticiden moeten gebruikt worden. Toch bestaat het gevaar dat er een "superinsect" ontstaat dat de gewijzigde plant toch kan aantasten.

    Om dit soort problemen te vermijden, is blijvende waakzaamheid vereist. Niet alleen is het onverstandig om alle gewassen te vervangen door genetisch gewijzigde variëteiten omdat zo een monocultuur ontstaat. Een zekere variëteit behouden in de gewassen (GGO’s naast niet-GGO’s) is wenselijk om zo ook een heterogene populatie aan insecten en onkruiden te behouden. Men kan ook (in de toekomst) variëren met diverse GGO’s die telkens een andere strategie bezitten om zich te wapenen tegen insecten.

GGO's en allergie

Verhogen GGO's het risico op allergieën? Door de genetische modificatie wordt immers de genetische code van de plant gewijzigd zodat deze een "nieuw" eiwit aanmaakt. Omdat allergenen, dit is het voedingsbestanddeel waarop allergisch wordt gereageerd, steeds eiwitten zijn, worden deze nieuwe eiwitten als mogelijke allergenen beschouwd.

De voornaamste voedselallergenen zijn eiwitten uit melk, eieren, pinda’s, schaaldieren, diverse graangewassen en sojabonen. Allergie treft ongeveer 1 tot 2% van de bevolking. Men vreest nu dat wanneer een donorgen afkomstig is van een allergiserende plant, die allergie ook wordt doorgegeven aan de nieuwe plant.

Dit gevaar is niet helemaal denkbeeldig. Een transgene soja met een gen van de Braziliaanse noot om de voedingswaarde van de soja te verbeteren, bleek bijvoorbeeld allergische reacties te veroorzaken bij mensen die voorheen niet allergisch waren voor soja, maar wel voor die Braziliaanse noot.

Toch mag ook dit risico niet worden overdreven. Ten eerste is de kans dat een ingeplant gen een allergeen zou zijn, miniem. Een allergische reactie is vrijwel steeds het gevolg van een reactie tegen verschillende eiwitten, terwijl bij genetische modificatie slechts een beperkt aantal eiwitten wordt gewijzigd. Bovendien wordt elk GGO uitgebreid getest op het allergeen vermogen vooraleer te worden goedgekeurd.

Omgekeerd kunnen de GGO’s in de toekomst mogelijk ook een oplossing zijn voor mensen met een bestaande allergie. Men zou bv. gewassen kunnen creëren die geen of minder allergenen bevatten. Nu al wordt in Japan bv. geëxperimenteerd met rijst met verlaagde allergeniciteit.

Lees ook: Voedselallergie bepaald door genen en omgevingsfactoren

Waarom hebben we genetische modificatie nodig?

We gingen te rade bij dr.ir. Eric De Maerteleire, bio-ingenieur en doctor in de Landbouwkundige en Toegepaste Biologische Wetenschappen, die hier de volgende bedenkingen over formuleert:

“Als wetenschapper kun je niet anders dan bewondering hebben voor deze fantastische techniek. Los daarvan is de introductie van GGO-gewassen in de toekomst niet tegen te houden en zal het ook nodig zijn dat we deze stap zetten. Alleen zullen we een collectieve angst moeten overwinnen, waarbij het geven van voorlichting en correcte informatie op verschillende niveaus noodzakelijk zal zijn. Er zijn heel goede redenen om genetische modificatie te accepteren in onze maatschappij. Laten we vertrouwen hebben in de wetenschap, maar steeds, zoals altijd, waakzaam blijven. Er zijn en er moeten in de toekomst instanties blijven bestaan – en die bestaan nu al – die toezien op de veiligheid van deze nieuwe gewassen op verschillende gebieden, dus niet alleen wat betreft toxiciteit en geschiktheid voor consumptie, maar ook wat betreft veiligheid voor het milieu en bescherming van de telers – de keuzevrijheid zal altijd moeten blijven bestaan.

Van geen enkel gewas kan gezegd worden dat het 100% veilig is. Voedseltoxiciteit hangt in de eerste plaats af van de hoeveelheid van het product dat ingenomen wordt. Dagelijks komen we met giftige stoffen in contact via onze normale voeding. We consumeren naar schatting iedere dag 5000 tot 10.000 verschillende natuurlijke toxines en nemen ongeveer 1,5 gram natuurlijke toxines in per dag, per persoon. Niemand die hier bij stilstaat, en dat is ook niet nodig.

De huidige GGO’s die op de markt zijn – en zullen komen – zijn veilig bevonden voor de gezondheid. Harvard University heeft meer dan 100 onderzoeken uitgevoerd naar GGO's en hun invloed op de menselijke gezondheid. De resultaten van deze onderzoeken en ander onderzoek van buiten Harvard University doen de American Medical Association en de WGO concluderen dat GGO's veilig zijn voor mensen om te consumeren. Dit omvat toxiciteit op organen, genetische mutaties, reproductie en genoverdracht.

Er is een oud gezegde dat luidt: 'Eens in je leven heb je een arts, een advocaat, een politieman of een pastoor nodig. Maar drie keer per dag heb je een boer nodig.’ De wereldwijde bevolkingsgroei zal de komende jaren voor serieuze uitdagingen zorgen. De FAO voorspelt dat we 70% meer voedsel zullen moeten produceren om de 9 miljard inwoners van de aarde in 2050 te voeden. Dit is een grote uitdaging, vooral wanneer we rekening houden met wereldproblemen zoals water- en landbeschikbaarheid en klimaatverandering. Technoloog en filantroop Bill Gates is een van de vele pleitbezorgers die zegt dat we een morele verantwoordelijkheid hebben om alle beschikbare wetenschappelijke wegen te volgen om deze uitdaging aan te gaan. Hij stelt: ‘De FAO schat dat ontwikkelingslanden hun opbrengsten met de helft zullen moeten verhogen om de uitdaging van wereldwijde honger aan te gaan. We zullen gewoon niet in staat zijn om dat doel te bereiken zonder gebruik te maken van alle wetenschappelijke hulpmiddelen die ons ter beschikking staan.’

Naast het aanpakken van honger belooft genetische modificatie ook verbeteringen voor onze gezondheid en een hogere levenskwaliteit. Wetenschappers gebruiken nu deze technologie om het gen uit te schakelen dat ernstige allergieën voor pinda’s veroorzaakt. Genetische modificatie wordt ook gebruikt bij de productie van geneesmiddelen zoals insuline en Gardasil, een vaccin dat bescherming biedt tegen aandoeningen die veroorzaakt worden door bepaalde typen van het humaan papillomavirus (HPV). En in ontwikkelingslanden bestrijden GGO-gewassen het grote probleem van ondervoeding door de inname van micronutriënten via de voeding te verhogen. Denk maar aan de Golden Rice.

En laten we vooral ook het volgende niet vergeten. Veel van de recente vooruitgang bij het genezen van bepaalde vormen van kanker is afkomstig van genetische modificatie van muizen, gisten, bacteriën, virussen, tabaksplanten en meer. Zelfs lama’s en alpaca’s worden bestudeerd vanwege bepaalde genen die chemotherapie-medicijnen en antivirale en antibacteriële medicijnen kunnen aanleveren wanneer ze worden overgebracht naar gisten.

Maar de tegenstanders zullen blijven bestaan. Zij vinden het ‘knutselen’ met DNA beangstigend en wijzen op de risico’s voor gezondheid en milieu. Daarom zal een continue bewaking van GGO-gewassen nodig blijven, maar dit is nu al het geval. Volgens Greenpeace zou een bewijs voor het ‘falen’ van genetische modificatie zijn dat na twintig jaar onderzoek slechts 3% van het totale landbouwareaal in de wereld bestaat uit gemodificeerde gewassen. Maar het is evengoed waar dat wereldwijd 82% van alle verbouwde soja, 68% van alle katoen, 30% van alle mais en 29% van alle koolzaad genetisch gemodificeerd is.

Ecologische landbouw en GGO’s zijn ook geen tegenstelling. Anders gezegd: genetisch gemodificeerde gewassen leiden niet tot monocultuur en machtsconcentratie. Daarvoor zal altijd een gezond evenwicht moeten blijven bestaan tussen klassieke gewassen en GGO’s.”

Bronnen:

Dr.ir. Eric De Maerteleire: “Hele en halve waarheden en complete onzin over voeding”. Manteau (2020)
https://www.voedingscentrum.nl
https://www.belgium.be
https://biotechnologie.rivm.nl


Laatst bijgewerkt: augustus 2024

Artikels over gezondheid in je mailbox? Schrijf je in op onze nieuwsbrief en ontvang een gratis e-book met gezonde ontbijtrecepten.

eenvoudig terug uit te schrijven
Wij verwerken jouw persoonsgegevens conform het Privacy-beleid van Roularta Media Group NV.
volgopfacebook

volgopinstagram

[ X ]

Blijf op de hoogte!

Artikels over gezondheid in je mailbox? Schrijf je in op onze nieuwsbrief en ontvang een gratis e-book met gezonde ontbijtrecepten.



Nee, bedankt