Gerelateerde artikels
Welke meelsoorten gebruik je best?
In dit artikel
Welke meelsoorten gebruik je best?
dossier
Het gamma aan meelsoorten wordt steeds uitgebreider. Vroeger kon je kiezen tussen meel op basis van graan, aardappelen of mais, maar tegenwoordig verkopen de meeste winkels en supermarkten ook meel van amandelen en kokos … om er maar een paar te noemen. We nemen vier van die populaire meelsoorten onder de loep.
Meel op basis van graan
Oorspronkelijk is meel eigenlijk ‘gemalen graan’ en als het over ongepeld graan gaat (de volle korrel) spreken we van volkorenmeel. Dat bevat nog alle nuttige voedingsstoffen van het originele product. Wordt het meel gezeefd tot bloem dan verdwijnen de grove bestanddelen en daarmee gaan er ook een aantal vitamines en mineralen verloren.
Meel en bloem, vooral tarwebloem, kennen we als basisgrondstof voor brood, pasta en gebak. De meeste meelsoorten op basis van graan (tarwe, rogge, gerst en spelt) bevatten namelijk gluten die ervoor zorgen dat het beslag door inwerking van de gist (of het bakpoeder) kan rijzen.
Daarnaast wordt tarwebloem, evenals maismeel (ook maïzena genoemd), ook gebruikt om sausen en soepen in te dikken. Het is een ideaal bindmiddel omdat het veel zetmeel bevat en geen extra (ongewenste) smaak toevoegt. Maar daarvoor moet het wel voldoende gegaard zijn en even meekoken.
Meel op basis van andere producten
Sinds gluten (soms onterecht) een ietwat kwalijke reputatie hebben, zijn er heel wat alternatieven voor granenmeel op de markt gekomen en dat is op zich een goede zaak. Meelsoorten op basis van andere producten zoals bijvoorbeeld amandelmeel zijn een gezond vervangingsmiddel, maar ze zijn niet overal inzetbaar.
Amandelmeel, kikkererwtenmeel, kokosmeel en consoorten zijn officieel eigenlijk geen ‘meel’ omdat ze niet van graan zijn gemaakt, maar toch worden ze zo genoemd omdat hun textuur aan meel doet denken en omdat ze op dezelfde manier verkregen worden: door het malen van het basisproduct.
Waarvoor kan je ze gebruiken en wat zijn hun goede eigenschappen?
- Amandelmeel
Amandeelmeel is gemalen amandel, één van de gezondste notensoorten die er zijn. Amandelen zijn een uitstekende bron van vitamine E en mangaan (een mineraal dat we onder andere nodig hebben voor de botvorming) en ze bevatten veel onverzadigde vetten. Dagelijks een handje amandelen eten zou helpen om je slechte cholesterol (LDL-cholesterol) onder controle te houden en zo je risico op hart- en vaatziekten verkleinen.
Amandelen zijn niet alleen een weldaad voor je hart, ze dragen ook zorg voor je hersenen en spijsvertering. Ze bevatten nauwelijks zetmeel maar wel vrij veel eiwitten. Ze zijn glutenvrij, rijk aan vezels en ze geven een lang verzadigingsgevoel.
Amandelmeel op basis van fijngemalen geblancheerde amandelen is iets duurder, maar smaakt het best.
Niet geschikt om te binden of een deeg te doen rijzen.
Ideaal voor koekjes, gebak en pannenkoeken - Kikkererwtenmeel
Kikkererwten bevatten veel eiwitten, ijzer, vitamine B, koolhydraten en vezels en ze zijn rijk aan calcium. Daarnaast hebben ze ook een hoog tryptofaangehalte, dat is een essentieel aminozuur dat je lichaam niet zelf kan produceren. Tryptofaan heb je nodig voor de aanmaak van serotonine, een stof die je stemming zou verbeteren en de slaap zou bevorderen.
Kikkererwten(meel) wordt vooral gebruikt in de keuken van het Midden-Oosten.
Ideaal voor platbrood en om gerechten te binden. - Kokosmeel
Kokosmeel wordt gemaakt op basis van gedroogd en gemalen kokosvlees en heeft een specifieke smaak. Het bevat nog minder koolhydraten dan amandelmeel en is eveneens glutenvrij. Het is zeer vezelrijk en geeft zodoende een lang verzadigingsgevoel. Omdat het quasi vetvrij is, bevat het veel minder calorieën dan amandelmeel. Het is een proteïnebron en het bevat ook veel mangaan.
Niet geschikt om een deeg te doen rijzen.
Ideaal voor zoet gebak, maar je hebt er minder van nodig in vergelijking met tarwemeel omdat het zo droog en vezelrijk is. Extra vocht toevoegen, is hier de boodschap. - Boekweitmeel
Boekweit is het zaad van een plant uit de duizendknoopfamilie en bevat dus geen gluten. Het wordt vaak ‘pseudograan’ genoemd. Het is rijk aan koolhydraten, vezels, vitamine B1 en B6, en verschillende mineralen, zoals magnesium.
Het meel heeft een uitgesproken ietwat zurige smaak. Wij kennen het vooral van de boekweitpannenkoeken.
Ideaal als ingrediënt bij het bakken, bij voorkeur gemengd met andere meelsoorten vanwege zijn sterke smaak en gebrek aan gluten, en ook geschikt als bindmiddel.
Bronnen
‘Koken voor een maatje minder - min zes kilo in zes weken’ van Hilde Deweer en Marie Bossuyt
auteur:
Hilde Deweer,
lifestylejournalist