Moederschapsbescherming: verbod op ongezond of gevaarlijk werk
dossier Tijdens je zwangerschap, tot maximaal vijf maanden na de bevalling en/of als je borstvoeding geeft, mag je werkgever je niet laten werken op bepaalde arbeidsposten of productieafdelingen die gezondheidsrisico's met zich meebrengen voor jou of je kindje. Werkzaamheden en werkomstandigheden die niet aangewezen zijn tijdens de zwangerschap zijn bijvoorbeeld: • blootstelling aan lawaai of mechanische trillingen • extreem hoge of lage temperaturen • bepaalde chemische stoffen of ioniserende straling • gevaar voor infectieziekten, zoals hepatitis, tuberculose, herpes, cytomegalovirus (CMV), mazelen, bof, rubella, toxoplasmose… • zware handenarbeid of dragen van zware lasten • psychosociale belasting, mentale of geestelijke belasting veroorzaakt door een activiteit die risico’s van agressie of geweld inhoudt • nachtarbeid (tijdens de laatste acht weken voor de vermoedelijke bevallingsdatum)
Evaluatie van de risico’s
De preventie-adviseur of bedrijfsarts zal beoordelen of de arbeid als risicovol mag worden beschouwd, en in dat geval zal de werkgever maatregelen treffen. Als de bedrijfsarts een verklaring van arbeidsongeschiktheid opstelt en van oordeel is dat de zwangere werkneemster de activiteit niet meer kan uitoefenen zonder haar gezondheid of die van haar kind in gevaar te brengen, kan de werkneemster de beslissing betwisten en tegen de verklaring van arbeidsongeschiktheid in beroep gaan. Dit beroep schorst de beslissing van de arbeidsgeneesheer niet. De beslissing van de arbeidsgeneesheer blijft dus gelden en de werkneemster blijft arbeidsongeschikt tijdens de beroepsprocedure. Let wel, er bestaat enkel een beroepsprocedure tegen een verklaring van arbeidsongeschiktheid. De werkneemster die geschikt verklaard wordt om verder te werken, kan hiertegen dus niet in beroep gaan.Wat kan er gebeuren bij gevaarlijk werk?
Maatregelen kunnen zijn:- Tijdelijke aanpassing van de arbeidsomstandigheden of de risicogebonden werktijden
- Overplaatsing: indien een dergelijke aanpassing technisch of objectief niet mogelijk, moet de werkgever ervoor zorgen dat de werkneemster andere arbeid kan verrichten.
- Tijdelijke schorsing van de arbeidsovereenkomst. Indien overplaatsing technisch of objectief niet mogelijk is, moet de uitvoering van de arbeidsovereenkomst geschorst worden (of vrijstelling in geval van statutaire aanstelling bij de overheid). Dit noemt men het profylactisch verlof.
Heb je recht op een vergoeding bij loonverlies of werkverwijdering?
In geval van loonverlies of volledige werkverwijdering kan het ziekenfonds een uitkering toekennen. Tot aan de aanvang van de bevallingsrust en tot maximum 5 maanden na de bevalling (in geval van borstvoedingsverlof) ontvang je dan een moederschapsuitkering. Om die te krijgen, moet je als werkneemster een kopie van de gezondheidsbeoordeling van de arbeidsgeneesheer bezorgen aan het ziekenfonds, samen met een attest dat je bij het ziekenfonds krijgt en deels door de werkneemster en deels door de werkgever ingevuld moet worden. In bepaalde gevallen kan je ook een beroep doen op een tegemoetkoming van het Fonds voor beroepsziekten. Het is meestal de bedrijfsarts die een aanvraag indient bij het Fonds. Voor statutaire ambtenaren en voor mensen die in het onderwijs werken, gelden andere regels. Deze regels zijn meestal wel van toepassing op de contractuele werkneemsters. Best eens informeren bij je werkgever.Hoeveel bedraagt de uitkering?
De uitkering van het ziekenfonds is afhankelijk van je situatie.- Bij volledige werkverwijdering bedraagt de uitkering 78,2 procent van het begrensd brutoloon, die vind je op de website van het Riziv.
- Zes weken voor de vermoedelijke bevallingsdatum gaat de werkverwijdering over in moederschapsverlof en verandert ook de uitkering. Als je een meerling verwacht, ontvang je die vergoeding tot de achtste week voorafgaand aan de vermoedelijke bevallingsdatum.
- Doe je aangepast werk met loonverlies, dan heb je recht op een uitkering van 60 procent van het begrensd brutoloon.
- Voor werkneemsters die na de bevalling het werk niet mogen hervatten van de arbeidsgeneesheer omdat ze borstvoeding geven, bedraagt de uitkering 60 procent van het begrensd brutoloon.
- Als je zelf beslist om thuis te blijven omwille van borstvoeding, heb je geen recht op een tegemoetkoming van het ziekenfonds. In dit geval blijf je onbezoldigd thuis of kan je terugvallen op een systeem van tijdskrediet of ouderschapsverlof, aan te vragen via de RVA en de werkloosheidsinstellingen.