Helft is te zwaar, maar slechts een vierde van de Belgen wil vermageren
nieuws
Bijna de helft van de Belgen heeft een te hoge BMI, maar slechts één vierde wil ook echt vermageren, zo blijkt uit het eerste rapport van de Voedselconsumptiepeiling, een initiatief van minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open VLD). Het belangrijkste verschil tussen mensen met of zonder overgewicht? Een regelmatig eetpatroon.
De Voedselconsumpetiepeiling is de eerste soortgelijke bevraging sinds 2004 en peilde bij bijna 3.500 willekeurig geselecteerde personen in heel België naar hun eetgedrag. In tegenstelling tot tien jaar geleden lag de focus nu meer op kinderen en adolescenten, de kwetsbare groepen voor wie aangepaste preventieve maatregelen nodig zijn.
Het eerste van drie rapporten draait rond antropometrie (de afmetingen van het lichaam), onze voedingsgewoonten in de brede zin en onze mening over het voedingsbeleid. Het tweede rapport volgt in januari.
Derde van 35-plussers heeft overgewicht
Uit dat eerst rapport blijkt dat 45 procent van de Belgen van 3 tot 65 jaar een te hoge BMI (Body Mass Index) heeft: 29 procent heeft overgewicht en 16 procent is zelfs ronduit obees. De helft van de bevolking wenst zijn gewicht stabiel te houden, één vierde wil vermageren en nog eens één vierde maakt zich geen zorgen om zijn gewicht.
Mannen blijken vaker last te hebben van overgewicht dan vrouwen, maar toch willen meer vrouwen (35 procent) dan mannen (21 procent) gewicht verliezen. Overgewicht neemt ook toe met de leeftijd: vanaf 35 jaar lijdt al meer dan één derde van de bevolking aan overgewicht en meer dan één vijfde aan obesitas.
Vanuit socio-economisch oogpunt hebben personen met een hoger diploma gemiddeld een lagere BMI. Verder ligt het gemiddelde BMI hoger in Wallonië dan in Vlaanderen. Opvallend is dat één op vijf van de bevraagden wel al een specifiek dieet volgt, meestal om gezondheidsredenen maar soms ook wegens religieuze of filosofische motieven.
Bijna de helft van de bevolking (47 procent) is gunstig gezind tegenover de heffing van taksen op ongezonde voeding en bijna drie vierde (74 procent) is voorstander van maatregelen om gezonde voeding zoals groenten en fruit financieel te ondersteunen.
Samen eten
Mensen met overgewicht hebben volgens het onderzoek een minder regelmatig eetpatroon dan wie een normaal gewicht heeft. Een opvallende vaststelling is wel dat personen met obesitas vaker twee of meer maaltijden per dag samen met anderen aan tafel tot zich nemen. Personen met een normaal gewicht consumeren dan weer vaker enkel in het weekend een maaltijd samen aan tafel.
Alles bij elkaar hebben echter vier op de vijf Belgen de gewoonte om minstens één maaltijd per dag samen aan tafel te eten. Het avondmaal wordt net als het ontbijt ongeveer negen op de tien keer thuis geconsumeerd. Hoe sociaal het samen eten daadwerkelijk is, is echter minder duidelijk. Zo wordt er bijvoorbeeld in dertig tot vijftig procent van de gezinnen televisie gekeken tijdens de maaltijd.