- dossierBigorexia: wanneer sporten ongezond wordt
- dossierGolfelleboog: pijn aan binnenkant elleboog door overbelasting
- dossierTibiaal Stress Syndroom (T.S.S): scheenbeenvliesontsteking of shin splints
- dossierWelke (huishoudelijke) activiteiten tellen als matige lichaamsbeweging?
- dossier‘Barefoot’: zijn teenschoenen goed voor je?
Veiligheidstips voor langlaufers
nieuws
Langlaufen doe je bij voorkeur op voorbereide sporen of ‘loipes’. Er liggen meestal meerdere pistes die verschillen in moeilijkheidsgraad (bv. hellingen) en lengte. De verschillende mogelijkheden worden aangeven door kleuren die varieren van blauw voor een makkelijk parcours tot zwart voor het zwaarste parcours. Overschat uw mogelijkheden niet en kies de piste die het best past bij uw fysieke conditie en uw niveau als langlaufer.
- Volg de aangegeven markeringen en de looprichting van het spoor strikt opvolgen.
- Houd op dubbele of meervoudige sporen zoveel mogelijk rechts. Groepjes langlaufers die bij elkaar horen, moeten achter elkaar in hetzelfde spoor lopen en ook rechts houden.
- Inhalen mag zowel links als rechts, in een vrij spoor of buiten de sporen. De voorliggende langlaufer hoeft zijn spoor niet vrij te geven, maar moet uitwijken als hij denkt dat dit zonder gevaar kan.
- Bij ontmoetingen met tegenliggers moet je naar rechts uitwijken. De stijgende loper moet de weg voor de dalende loper vrijmaken.
- Dreigt een botsing? Laat u dan vallen.
- Houd bij inhalen, ingehaald worden en ontmoetingen met tegenliggers de stokken dicht bij het lichaam.
- Pas de snelheid, vooral op dalend terrein, aan. Factoren daarbij zijn: de eigen vaardigheid, de terreinomstandigheden, de drukte op de loipe en het zicht. - Houd voldoende veilige afstand ten opzichte van de voorliggende loper.
- Loipe vrijhouden: Wie stilstaat, moet buiten de loipe treden. Een gevallen langlaufer moet het spoor zo snel mogelijk vrijmaken.