Gerelateerde artikels
Glaucoom (tunnelzicht): de eerste symptomen
In dit artikel
Glaucoom (tunnelzicht): de eerste symptomen
dossier
Glaucoom of 'groene staar' is een veel voorkomende ziekte van het oog, vooral bij ouderen. Glaucoom is meestal het gevolg van een te hoge druk binnen in het oog en leidt tot een vermindering van het zicht en, indien niet tijdig behandeld, uiteindelijk tot blindheid. Als glaucoom in een vroeg stadium opgespoord wordt, kan er door behandeling verdere schade aan de oogzenuw worden voorkomen.
Symptomen glaucoom

Als je chronisch glaucoom hebt, merk je dat lange tijd niet op. Dat komt omdat het lang geen pijn doet en zelfs geen drukgevoel geeft. Bovendien blijft je gezichtsscherpte nog heel lang bewaard. Je ondervindt lange tijd geen wazig zicht en je blijft details goed zien.
Door glaucoom ga je steeds minder van je omgeving zien. Men spreekt ook wel van tunnelzicht. Het middelste gedeelte van je gezichtsveld blijft echter nog lang goed, waardoor je bijvoorbeeld nog goed kan lezen. Als er heel traag stukken uit je gezichtsveld verdwijnen, kunnen de verdwenen stukken bovendien worden ingevuld door de hersenen, aan de hand van de informatie die ze over de omliggende zones in beeld ontvangen.
Subtiele eerste symptomen kunnen zijn:
- Ergens tegen botsen of dingen per ongeluk omgooien.
- Alleen goed zien wat recht voor je is, dingen naast je minder goed zien.
- Slechter zicht bij weinig licht, bijvoorbeeld bij het autorijden ’s avonds of ’s nachts.
Verder kunnen de symptomen van glaucoom kunnen variëren, afhankelijk van het type glaucoom en het stadium van de ziekte. Indien niet op tijd behandeld leidt glaucoom uiteindelijk tot blindheid.
Open kamerhoekglaucoom (meest voorkomende vorm)
- Langzame vermindering van het perifere zicht (zijwaarts gezichtsveld)
- Geen pijn of zichtbare symptomen in de vroege stadia, wat het extra gevaarlijk maakt. Verlies van het gezichtsveld kan zich uitbreiden naar het centrale zicht, wat uiteindelijk kan leiden tot blindheid.
Nauwe of gesloten kamerhoekglaucoom
Bij deze vorm van glaucoom is de afstand tussen het hoornvlies en de iris te klein. Daardoor kan de iris de kamerhoek blokkeren, waardoor het kamerwater de normale afvoerroute niet meer kan bereiken. Het vocht hoopt zich op in het oog, wat leidt tot een verhoogde oogdruk. Deze vorm komt vaker voor bij mensen die verziend zijn.
Er zijn drie vormen van nauwe of gesloten kamerhoekglaucoom:
- Chronisch kamerhoekglaucoom: Bij deze vorm is de kamerhoek vernauwd. Hierdoor stroomt het kamerwater minder goed weg, wat geleidelijk leidt tot een verhoogde oogdruk. De klachten ontwikkelen zich traag en zijn vaak lange tijd niet merkbaar.
- Acuut kamerhoekglaucoom (acute glaucoomaanval): Dit is een zeldzame, maar ernstige vorm van glaucoom. De kamerhoek sluit plots volledig af, waardoor het kamerwater helemaal niet meer weg kan. Omdat de productie van kamerwater wel blijft doorgaan, stijgt de oogdruk in korte tijd sterk. Dit veroorzaakt hevige klachten zoals plotselinge oogpijn, hoofdpijn, misselijkheid, wazig zicht en halo’s rond lichtbronnen. Acuut glaucoom is een medisch noodgeval en vereist onmiddellijke behandeling om schade aan de oogzenuw en blijvend gezichtsverlies te voorkomen.
- Aangeboren (congenitaal) glaucoom: Dit is de zeldzaamste vorm van glaucoom. Bij aangeboren glaucoom is de kamerhoek vanaf de geboorte afwijkend ontwikkeld, waardoor het kamerwater niet goed kan worden afgevoerd. Dit leidt tot een verhoogde oogdruk, wat kan resulteren in een troebel hoornvlies, vergrote ogen en beschadiging van de oogzenuw. Vroege herkenning en behandeling zijn cruciaal om blijvende schade te voorkomen.
Glaucoom en cataract: het verschil
Glaucoom en cataract zijn twee oogziekten die het zicht kunnen aantasten, maar ze verschillen sterk in oorzaak, symptomen en behandeling.
|
Oorzaken glaucoom
Iedereen kan chronisch glaucoom krijgen. Toch zijn er een aantal factoren die de kans op glaucoom verhogen:
- Verhoogde oogdruk: Glaucoom ontstaat meestal door een te hoge oogdruk (meer dan 21 mm HG). Een (te) hoge oogdruk ontstaat als gevolg van een onevenwicht tussen aanmaak en afvoer van kamerwater in het oog. In een normaal oog is er een constante aanmaak en afvoer van kamervocht. Wanneer de afvoerkanaaltjes vernauwen of verstopt geraken, neemt de oogdruk toe. Niet iedereen met een verhoogde oogdruk krijgt glaucoom. Je oogarts kan uitmaken of de hoge oogdruk al dan niet moet behandeld worden. Anderzijds kan glaucoom ook ontstaan bij een normale oogdruk. Vaak is een slechte doorbloeding van het oog dan de oorzaak. Daarom geeft een oogdrukmeting alleen, een vals gevoel van veiligheid.
- Leeftijd: Hoewel (chronisch) glaucoom ook bij kinderen en jonge volwassenen voorkomt, treedt de ziekte meestal op vanaf de leeftijd van 40 jaar. Hoe ouder je wordt, hoe meer kans je hebt om glaucoom te krijgen. Ongeveer 2 % van de Belgen boven de leeftijd van 40 jaar heeft glaucoom, vaak zonder het te weten. Dit cijfer stijgt tot 4 % bij 80-plussers. Uitzonderlijk kan glaucoom aangeboren zijn. Dit kan je als ouder merken aan het abnormaal groter worden van één of beide ogen van je baby. De baby moet zo snel mogelijk behandeld worden. Na één of meerdere operaties volgt vaak een langdurige behandeling met brilglazen en orthopsie om een verdere ontwikkeling van het gezichtsvermogen van het jonge kind toe te laten. Eveneens uitzonderlijk treedt glaucoom later in de kindertijd op. Als ouder merk je dit vaak te laat op. Aangezien deze vorm van glaucoom meestal in families voorkomt, is het raadzaam dat alle familieleden van aangetaste personen zich regelmatig laten onderzoeken.
- Erfelijkheid: Indien iemand in je familie glaucoom heeft, heb je ook een verhoogde kans om het vroeg of laat te krijgen. Het gaat hier niet alleen om je broer of zus, ouders of grootouders, ook als een tante, oom, neef of nicht de ziekte heeft, kan dit je kansen verhogen.
- Hoge ver- of bijziendheid: Mensen die sterk ver- of bijziend zijn (meer dan -3 dioptrie) lopen meer risico.
- Afkomst: Mensen van Afrikaanse of Aziatische afkomst lopen een hoger risico.
- Diabetes of een vaatziekte: Hierdoor kan de bloedvoorziening van het oog verstoord worden, wat de kans op glaucoom verhoogt.
- Bloeddruk: Hoewel de oogdruk niet rechtstreeks beïnvloed wordt door de bloeddruk, kan dit wel een effect hebben op de doorbloeding van het oog. Een hele lage bloeddruk zou schadelijker zijn dan een te hoge bloeddruk.
- Geneesmiddelen: Sommige geneesmiddelen of oogdruppels (zoals cortisone) verhogen de oogdruk en dus ook de kans op glaucoom.
- Oogletsel: Als je ooit een oogletsel hebt gehad, heb je een hoger risico op glaucoom. Er bestaat ook een hoger risico als het hoornvlies dun is.
- Levensstijl: Hoewel er geen harde data zijn, wijzen een aantal studies op een gunstig effect van een gezonde levensstijl op het gezichtsveld: genoeg beweging, lichaamsgewicht onder controle, niet roken en matig alcoholgebruik. Systeemaandoeningen zoals diabetes en hypertensie moeten goed onder controle gehouden worden. Het is belangrijk dat patiënten die bloeddrukverlagende medicatie nemen geen al te lage nachtelijke bloeddrukwaarden vertonen, omdat dit de doorbloeding van de oogzenuw in het gedrang kan brengen.
Acuut glaucoom treft meestal mensen bij wie de voorste oogkamer ondiep is. Het komt meer voor bij vrouwen en bij verziendheid of cataract (grijze staar). Sommige geneesmiddelen kunnen een acuut glaucoom uitlokken, zoals bepaalde medicatie tegen verkoudheid, diarree, depressie en ziekte van Parkinson.
Glaucoom: oogonderzoek
Als je tot een risicogroep behoort – bijvoorbeeld wanneer je een familielid hebt met glaucoom, diabetes hebt, erg bijziend bent of eerder al glaucoom hebt gehad – is het belangrijk om je ogen jaarlijks te laten onderzoeken vanaf de leeftijd van veertig jaar. Loop je geen verhoogd risico, dan is een eerste oogonderzoek op je veertigste voldoende. Tussen de leeftijd van 40 en 60 jaar wordt aangeraden om je ogen om de twee jaar te laten controleren, of minstens één keer om de tien jaar, bijvoorbeeld op je 50e en 60e. Vanaf de leeftijd van 60 jaar is een jaarlijks oogonderzoek aanbevolen, of toch minstens om de twee jaar.
Er zijn verschillende soorten onderzoeken om glaucoom op te sporen en in kaart te brengen:
- Oogdrukmeting: De oogarts kan op verschillende manieren de oogdruk meten. De meest betrouwbare methode is de applanatiemethode. Dit onderzoek gebeurt na druppelverdoving en is volledig pijnloos.
- Funduscopisch onderzoek: Als glaucoompatiënt heb je een structurele beschadiging van de oogzenuw. Deze beschadiging stelt de arts vast als hij de zenuw aan de binnenzijde van het oog beoordeelt tijdens een funduscopisch onderzoek. Daarnaast zijn verschillende technieken beschikbaar om de oogzenuw en de zenuwvezellaag te documenteren en analyseren.
- Gezichtsveldonderzoek: Het gezichtsveldonderzoek moet functionele schade opsporen. Dit is van groot belang voor het ontdekken en opvolgen van glaucoom.
- Gonioscopie: Met gonioscopie beoordeelt de oogarts de voorkamerhoek en de toegang tot de afvoerkanaaltjes. Dit maakt het mogelijk om vast te stellen over welk type glaucoom het gaat, en helpt om de juist behandelingsstrategie te kiezen.
Behandeling glaucoom
Met een goede en tijdige behandeling kan je glaucoom stoppen of vertragen. De behandeling van glaucoom is er altijd op gericht om de oogdruk te verlagen. Naast een medicamenteuze behandeling kan ook een laserbehandeling of chirurgische ingreep tot de mogelijkheden behoren:
- Medicatie (oogdruppels): Glaucoommedicatie krijg je meestal in de vorm van oogdruppels, soms in de vorm van gel. Heel zelden schrijft de arts tabletten of capsules voor. Medicatie kan efficiënt zijn op twee manieren: ze zorgt voor een betere afvoer van het kamerwater of voor een verminderde aanmaak ervan.
- Laserbehandeling: Er zijn verschillende vormen van laserbehandeling om de oogdruk te controleren bij glaucoom. De oogchirurg kan een gaatje maken in het regenboogvlies, waardoor het kamerwater in het oog beter kan circuleren. Verder kan de arts ook ter hoogte van de afvoerkanaaltjes in de kamerhoek zelf behandelen, waardoor de afvoer van kamerwater wordt verbeterd. Ook de aanmaak van kamerwater in het oog kan met behulp van laser worden geregeld.
- Operatie: Er zijn verschillende microchirurgische ingrepen voor de behandeling van glaucoom. Bij de filtrerende operatie maakt de oogchirurg openingen in de kamerhoek en in de iris, waardoor het kamerwater zich gemakkelijker kan verspreiden. Bij het plaatsen van een glaucoomimplantaat brengt de arts een hol buisje in waardoor het oogvocht makkelijker weg kan.
Bronnen: