Sproeten zijn onschuldig

nieuws Sproeten zijn plekjes in de huid waar meer melanine of pigment zit dan elders. Zij worden vooral gezien in het gelaat, de armen en de schouders. Meestal hebben sproeten (of epheliden in medisch jargon) een doorsnee van twee tot vier millimeter. Soms zijn ze groter, met een maximale doorsnee van één centimeter. Sproeten komen meestal in meervoud en symmetrisch voor (d.w.z. linker en rechter lichaamshelft hetzelfde beeld): als je veel sproeten op je linkerarm hebt, heb je er waarschijnlijk ook veel op je rechterarm.

Sproeten komen vooral voor bij lichte huidtypes die gemakkelijk verbranden. Onder invloed van de zon komen ze beter uit en worden ze donkerder. In tegenstelling tot levervlekken worden sproeten bij afwezigheid van zon bleker. Soms verdwijnen ze geheel in de wintermaanden om in de lente- en zomermaanden echter weer terug te keren (vandaar de naam “zomersproeten”).

Sproeten ontstaan al op jonge leeftijd. In de loop der jaren kunnen er door zonlicht meer sproeten verschijnen. Zelfs op oudere leeftijd kunnen nieuwe sproeten ontstaan.

Sproetjen zijn totaal ongevaarlijk: het zijn geen moedervlekken en kunnen niet uitgroeien tot een kwaadaardige huidkanker (melanoom). Een moedervlek is ook een pigmentophoping, maar dan dieper in de huid. Wel kan het hebben van veel sproeten een signaal zijn dat de huid veel aan zon is blootgesteld.

Indien u zich om esthetische redenen stoort aan uw sproeten, dan bestaan er een paar mogelijke behandelingen.
- Beperken van zonblootstelling of gebruik van zonwerende middelen kan het ontstaan van sproeten of verdere verdonkering van bestaande sproeten verminderen.
- Met camouflage make up kunt u de meest donkere plekken op het gelaat bedekken.
- Verwijdering met de pigmentlaser. Meestal is 1 of 2 behandelingen al voldoende. Het grote voordeel van lasertherapie is dat de kans op littekenvorming zeer gering is.
- Andere, minder effectievere methoden zijn huidblekende crèmes, chemische peeling, vloeibare stikstof en coagulatie.