Gezondheidsbeweringen van voedingsmiddelen
- Gezondheidsbeweringen van voedingsmiddelen
- België
- Nederland
- Europese regelgeving in voorbereiding
- Algemene voorwaarden voor claims
- Nutritioneel profiel van een voedingsmiddel
- Voorwaarden voor voedingsclaims
- Voorwaarden voor gezondheidsclaims
- Voorwaarden voor claims over ziekterisicoreductie
- Verboden gezondheidsclaims
- Lijst
dossier
De Europese etiketteringsrichtlijn verbiedt al geruime tijd dat aan levensmiddelen eigenschappen worden toegeschreven inzake het voorkomen, behandelen of genezen van een ziekte van de mens of dat daarop toespelingen worden gemaakt.
In heel wat Europese lidstaten zijn beweringen die aanduiden dat het verbruik van een bepaald voedingsmiddel het risico op een bepaalde aandoening of ziekte kan helpen verminderen wel toegestaan (claims over ziekterisicoreductie).
Lees ook: Consumentenbedrog in de gezondheidssector
België
In België zijn dergelijke gezondheidsbeweringen in principe verboden . Een bewering zoals "een adequate inname van calcium kan het risico op osteoporose helpen verlagen" is in België niet toegestaan.
Het koninklijk besluit van 17 april 1980 legt een verbod op van het gebruik van ziekten en van ziektesymptomen in reclame voor voedingsmiddelen. Datzelfde KB verbiedt tevens het gebruik van woorden zoals "ziekte", "ziek", "medisch" of "hygiëne", verwijzingen naar vermageren, afbeeldingen van organen, bloed, het zenuw- en het bloedvatenstelsel, verwijzingen naar medische of farmaceutische beroepen, verwijzingen naar medische aanbevelingen of adviezen en verwijzingen naar de Minister en de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid of andere organismen die actief zijn op het gebied van de volksgezondheid.
Daarnaast zijn ook nog twee andere basisprincipes van toepassing. Het is verboden om met betrekking tot de samenstelling eigenschappen aan een product toe te schrijven die niet kunnen worden bewezen aan de hand van objectieve of meetbare criteria (bv. verwijzing naar een hoeveelheid vitaminen, terwijl de werkelijke hoeveelheid heel wat lager ligt). Het is eveneens verboden melding te maken van een effect van een product op het metabolisme of op de gezondheid, indien het bewijs van deze bewering niet kan worden geleverd.
Nederland
In Nederland is in de Warenwet over gezondheidseffecten van producten alleen vastgelegd dat een levensmiddel veilig moet zijn en de consument niet mag worden misleid. Er mogen geen medische claims worden gemaakt en geen relatie worden gelegd met het behandelen, genezen en/of voorkomen (preventie) van ziekte. Een voedingsclaim is onder bepaalde voorwaarden wel toegestaan.
In Nederland is nu nog sprake van een systeem van zelfregulering, dat wil zeggen dat producenten op vrijwillige basis een gezondheidsclaim of -aanprijzing kunnen laten beoordelen. Hiervoor bestaat een ‘gedragscode voor wetenschappelijke onderbouwing ten behoeve van gezondheidsclaims voor eet en drinkwaren’ en een KAG Code voor gezondheidsaanprijzingen.
De gedragscode is opgesteld door het Voedingscentrum, samen met de Consumentenbond en vertegenwoordigers van de industrie (Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI) voorheen VAI) en de levensmiddelenhandel (CBL). Producenten kunnen hier het geclaimde gezondheidseffect van hun product vrijwillig laten toetsen door een panel van onafhankelijke deskundigen. Nog maar een klein aantal producten hebben dit met succes doorlopen. Dit beperkte aantal komt onder meer door het vrijwillige karakter van de code en de beperkingen die de code oplegt op bepaalde bewoordingen en communicatie-uitingen. Ook is er nog geen standaard procedure voor niet product-specifieke claims, de zogenaamde generieke claim. Dit zijn claims voor producten waarin een bepaalde stof aanwezig is, of een bepaalde samenstelling heeft, waarvan het gezondheidseffect al eerder bewezen is. Op basis daarvan mag een claim gemaakt worden, zonder verder toetsing, als de werkzame stof in een afdoende hoeveelheid aanwezig en beschikbaarheid in een gebruikelijke (geadviseerde) portie van het betreffende product.
Daarnaast is er de zogenaamde KAG Code van de Keuringsraad Aanprijzing Gezondheidsproducten (KAG) die is bedoeld voor de publieksreclame (advertenties, radio- en tv-commercials en folders) van gezondheidsproducten, zoals voedingssupplementen. De KAG ziet er vooral op toe dat geen medische claims worden gemaakt. De raad voert geen inhoudelijke (wetenschappelijke) toetsing uit van de geclaimde gezondheidseffecten, maar toetst alleen juridisch. De KAG hanteert hiertoe een lijst (Leidraad) van beweringen over het effect van een product op de gezondheid. Deze KAG Leidraad komt tot stand in overleg met de Voedsel en Waren Autoriteit. Soms wordt deze lijst ook gebruikt voor voedingsmiddelen. Toetsing door de KAG is bindend voor de leden van de NPN (Natuur- & Gezondheidsproducten Nederland; vereniging van producenten en importeurs).
De Reclame Code Commissie beoordeelt in Nederland bovendien of reclame-uitingen waarover klachten worden ingediend, al dan niet in strijd zijn met de Nederlandse Reclame Code. De Stichting Reclame Code Commissie is een onafhankelijk orgaan waarin een groot aantal organisaties zijn verenigd, zoals de Bond van Adverteerders, de Consumentenbond (CB), uitgevers van dagbladen en publiekstijdschriften, de STER en de samenwerkende regionale en lokale omroepen, die deze Reclame Code hebben opgesteld en aanvaard.
Europese regelgeving in voorbereiding
Er ligt inmiddels een voorstel van de Europese Commissie voor de harmonisatie van voedings- en gezondheidsclaims ter goedkeuring bij het Europese Parlement. Het doel is onder meer de consument te beschermen tegen misleidende claims. De beoordeling van de wetenschappelijke onderbouwing van gezondheidseffecten en formulering van claims is in dit EU-voorstel de verantwoordelijkheid van de Europese Autoriteit Voedselveiligheid (EFSA ).
Deze reglementering zou na goedkeuring door het Europese parlement en de Raad van de Europese Unie overal in de EU rechtstreeks van toepassing zal worden. Dit betekent dat de lidstaten op dat ogenblik nog weinig individuele bewegingsvrijheid zullen hebben. Zij zullen beweringen die beantwoorden aan de regels van deze Commissieverordening bijvoorbeeld niet meer kunnen verbieden op basis van een strengere nationale wetgeving.
Het Europese voorstel voor claims op voedingsmiddelen laat twee types van beweringen toe: voedingsclaims en gezondheidsclaims (inbegrepen claims over vermindering van ziekterisico).
• Voedingsclaim (wat eet ik): Elke bewering die stelt, de indruk wekt of impliceert dat een voedingsmiddel beschikt over een nutritionele eigenschap die te danken is aan de energie die het aanbrengt (in verlaagde of verhoogde hoeveelheid) of net niet aanbrengt, of aan componenten die het bevat (in verlaagde of verhoogde verhouding) of in het geheel niet bevat.
• Gezondheidsclaim (welk effect heeft het op mij): Elke bewering die stelt, de indruk wekt of impliceert dat er een verband bestaat tussen een voedingsmiddelencategorie, een voedingsmiddel of een bestanddeel daarvan en de gezondheid.
• Claim over ziekterisicoreductie: Elke gezondheidsbewering die stelt, de indruk wekt of impliceert dat de consumptie van een voedingsmiddelencategorie, een voedingsmiddel of een bestanddeel daarvan een risicofactor voor het ontstaan van ziekte bij de mens op betekenisvolle wijze beperkt.
Beweringen die wijzen op preventie, behandeling of genezing door het consumeren van een bepaald voedingsmiddel blijven verboden. Dergelijke claims blijven exclusief voorbehouden aan geneesmiddelen.
De regels omtrent claims gelden zowel voor het gebruik op etiketten van voedingsmiddelen bestemd voor de consument als voor de hiervoor gemaakte reclame. Dezelfde regels zijn ook van toepassing op voedingsmiddelen die worden geleverd aan restaurants, ziekenhuizen, scholen, kantines en andere soortgelijke instellingen.
Claims kunnen betrekking hebben op traditionele voedingsstoffen (eiwitten, koolhydraten, vetten, vezels, vitaminen en mineralen) en op meer recent ontdekte voedingscomponenten (bv. antioxidantia, probiotica).
Algemene voorwaarden voor claims
Alvorens een producent in de toekomst gebruik zal mogen maken van een claim, moet hij enkele algemene principes en voorwaarden moeten respecteren.
• Hij mag geen misleiding noch twijfel zaaien omtrent de nutritionele eigenschappen van andere levensmiddelen. Hij mag niet laten uitschijnen dat een evenwichtige voeding niet voldoende adequaat is om de nutritionele behoeften te dekken. Ten slotte mag hij evenmin via tekstuele of grafische voorstellingen op een onjuiste of alarmerende manier verwijzen naar veranderingen in de lichaamsfuncties.
• Er moet een aantoonbaar positief nutritioneel of fysiologisch effect aanwezig zijn, gebaseerd op algemeen aanvaarde wetenschappelijke gegevens. Betreffende voedingsclaims moet de producent een dossier met bewijslast hebben. Indien het om gezondheidsclaims gaat, dient hij voorafgaandelijk een individueel dossier in te dienen, behalve in enkele specifieke gevallen.
• De component die het onderwerp uitmaakt van de gebruikte claim moet in voldoende mate aanwezig zijn in het product, in een vorm die voldoende beschikbaar is voor het lichaam. Voor componenten die werden geëlimineerd of verminderd in hoeveelheid moet de reductie voldoende groot zijn om het aangeduide nutritionele of fysiologische effect te kunnen bekomen. De hoeveelheid van de component die nodig is om het gewenste effect te kunnen realiseren moet ten slotte via een normale dagelijkse portie van het voedingsmiddel kunnen worden opgenomen.
• De beweringen moeten verstaanbaar zijn voor de doorsneeconsument. Beweringen zoals "foliumzuur draagt bij tot de normalisatie van het plasmahomocysteïnegehalte" zullen niet worden toegelaten.
• Op dranken die meer dan 1,2 volume% alcohol bevatten, zijn geen claims toegestaan. Er is wel een uitzondering voorzien voor voedingsclaims die duiden op een verminderde hoeveelheid alcohol of energiedensiteit.
• Het gebruik van een claim vereist steeds een nutritionele etikettering. In geval van een voedingsclaim volstaat de aanduiding van de hoeveelheid van de geclaimde component samen met de energetische waarde van het product en de aangebrachte hoeveelheid vetten, koolhydraten en eiwitten. Voor gezondheidsclaims moet de aanduiding van de hoeveelheid van de geclaimde component vergezeld zijn van bijkomende informatie over bijvoorbeeld het gehalte aan verzadigde vetzuren, vezels en natrium.
Nutritioneel profiel van een voedingsmiddel
In het kader van haar nutritioneel beleid is de Europese Commissie niet van plan om beweringen toe te laten voor alle types van producten. De Commissie wijst er in de motivering van haar voorstel op dat er volgens de basisprincipes van de dieetleer geen "goede" en "slechte" voedingsmiddelen bestaan, maar eerder "goede" en "slechte" voedingsgewoonten. Toch vreest de Commissie dat bepaalde producten met een minder gunstig nutritioneel profiel door de aanwending van beweringen aantrekkelijker zouden kunnen worden voor de consument (bv. snoepjes verrijkt met vitaminen). Daarom heeft de Commissie besloten om in overleg met haar wetenschappelijk orgaan, de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA), nutritionele profielen op te stellen waaraan moet worden voldaan vooraleer beweringen kunnen worden gemaakt.
Deze nutritionele profielen zullen onder meer rekening houden met de aanwezigheid van vetten, verzadigde vetzuren, transvetzuren, suikers en zout in het product. Op producten die relatief rijk zijn aan deze voedingsstoffen, die bij overmatig gebruik in verband worden gebracht met sommige beschavingsziekten, zullen dus waarschijnlijk geen beweringen worden toegestaan. Voedingsmiddelen met een zogenaamd slecht nutritioneel profiel zullen enkel aan deze beperking kunnen ontsnappen als ze in een vermindering van de genoemde componenten voorzien. In dat geval zullen ze ook alleen claims mogen maken die verwijzen naar deze vermindering. De invoer van nutritionele profielen heeft er in de VS toe geleid dat er voor bijvoorbeeld volle melk geen claims meer worden toegestaan. Het feit dat volle melk een belangrijke aanbrenger is van calcium mag in de VS dus niet meer worden gecommuniceerd. De Commissie geeft toe dat er mogelijk uitzonderingen zullen moeten worden toegestaan afhankelijk van de rol en het belang van bepaalde voedingsmiddelen binnen een bepaalde populatie.
Het opstellen van nutritionele profielen belooft een uiterst complexe materie te worden. Softdrinks die als "ongezond" worden gepercipieerd bevatten bijvoorbeeld slechts een fractie meer suiker dan de als "gezond" beschouwde vruchtensappen zonder toegevoegde suikers die naast suiker echter ook nog rijk zijn aan vitaminen en mineralen. De Europese Commissie verbindt er zich toe de nutritionele profielen binnen de 18 maanden na de goedkeuring van haar voorstel inzake claims uit te werken. Zij zal zich hiervoor baseren op de aanbevelingen van de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) en nauw overleg plegen met alle stakeholders.
Lees ook: Ongezonde transvetzuren
Voorwaarden voor voedingsclaims
Wanneer een producent een voedingsclaim wil vermelden, kan hij enkel gebruikmaken van een typebewering die in een register van de Commissie is opgenomen (zie lijst onderaan). De exacte formulering mag lichtjes afwijken maar moet in ieder geval dezelfde betekenis behouden.
Enkele voorbeelden van toegestane typebeweringen zijn: laag vetgehalte, laag verzadigd vetgehalte, vrij van suiker, hoog vezelgehalte, bevat (component x), verminderd gehalte aan (component x), light (dezelfde voorwaarden als "verminderd gehalte aan"). De complementaire aanduiding "van nature (bv. rijk aan calcium)" is eveneens toegestaan.
Beweringen zoals "cholesterolvrij" of "90 % vetvrij" worden als misleidend beschouwd en zijn niet opgenomen in het register. Een product dat cholesterolvrij is, kan rijk zijn aan verzadigde vetzuren die ook het bloedcholesterolgehalte kunnen verhogen. Een product dat voor 90 % vetvrij is, bevat nog 10 % vet wat nog relatief veel kan zijn.
Bij de toepassing van een voedingsclaim moet bovendien aan de door de Commissie vastgestelde gebruikvoorwaarden worden voldaan. Een bewering in de aard van "bron van eiwitten" is enkel toegestaan indien minstens 12 % van de energie-inhoud van het product door eiwitten wordt aangebracht. De bewering dat een voedingsmiddel een natuurlijke bron is van vitaminen en/of mineralen, is slechts mogelijk indien een vooraf gedefinieerde eenheid van het product (bv. 100 g of een portie) ten minste 15 % van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (ADH) levert zoals gespecificeerd in de bijlage van de EU-richtlijn 90/496/EEG.
Het voorstel voor Europese regelgeving voor voedingsclaims is heel wat strikter dan de huidige Belgische regelgeving waarbij het type van beweringen vrij kan worden gekozen, mits de basisprincipes worden gerespecteerd.
Lees ook: Additieven/E-nummers: wat zit er in mijn eten?
Voorwaarden voor gezondheidsclaims
Ten laatste drie jaar na de goedkeuring van haar voorstel zal de Commissie een positieve lijst opstellen van gezondheidsclaims die algemeen aanvaard zijn door de wetenschap. Het gebruik van een gezondheidsclaim die in dat register is opgenomen, zal toegelaten zijn mits ook aan de algemene voorwaarden voor claims is voldaan.
Producenten die gezondheidsclaims willen aanwenden die niet in het Europese register zijn opgenomen en waarover nog geen wetenschappelijke consensus bestaat, moeten hun vraag individueel en voorafgaandelijk ter advies voorleggen aan de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA). De daaropvolgende doorlichting zal gebeuren op basis van een wetenschappelijk dossier. Daarnaast zal er ook een nauwkeurige evaluatie zijn van de bewoordingen van de voorgestelde gezondheidsclaim.
De aangewende gezondheidsclaims mogen enkel worden gebruikt als ook de volgende informatie duidelijk op het etiket is aangegeven.
• Een uitdrukking die het belang van een evenwichtige voeding en een gezonde levensstijl benadrukt.
• De hoeveelheid die moet worden geconsumeerd en het aantal keren dat het product moet worden gebruikt om het geclaimde effect te kunnen bekomen.
• Personen die het product dienen te vermijden (indien van toepassing).
• Een waarschuwing indien overmatig gebruik een negatief effect kan inhouden (indien van toepassing).
Voorwaarden voor claims over ziekterisicoreductie
Het gebruik van een claim over ziekterisicoreductie moet in principe altijd een voorafgaandelijke en individuele goedkeuringsprocedure doorlopen. Algemeen aanvaarde verbanden (bv. calcium en osteoporose) zouden echter ook in een register kunnen terechtkomen.
Op het etiket moet een vermelding worden toegevoegd dat aangeeft dat ziektes door verschillende risicofactoren worden beïnvloed. Dat betekent dat uit het in te dienen dossier een zeer duidelijke relatie tussen de beïnvloede risicofactor en de ziekte moet blijken. Gezien er hieromtrent vaak nog wetenschappelijke onduidelijkheid is, zal een goedkeuring van dit type van claims niet evident zijn. De relatie tussen een voedingsmiddel en een ziekte op zich is meestal eenvoudiger aan te tonen dan de relatie tussen een voedingsmiddel en een risicofactor van een ziekte.
Verboden gezondheidsclaims
Ondanks het feit dat het gebruik van elke gezondheidsclaim voorafgaandelijk een goedkeuringsprocedure moet doorlopen (individueel of via het register van goedgekeurde claims), verbiedt de Commissie nu reeds bepaalde types van gezondheidsclaims in haar voorstel.
Vooreerst gaat het om beweringen die refereren naar algemene, aspecifieke voordelen van een voedingsmiddel voor van een optimale gezondheid of het welzijn (bv. "stimuleert het immuunsysteem"). Beweringen omtrent psychische of gedragsfuncties (bv. "voor een betere concentratie"), vermageren, gewichtscontrole, snelheid van gewichtsverlies, reductie van het hongergevoel, verhoging van het verzadigingsgevoel of vermindering van de beschikbare energie voortkomend uit de maaltijden, zijn eveneens verboden.
Ook aan verwijzingen naar doktersadvies, gezondheidsexperts en hun organisaties wordt paal en perk gesteld.
Ten slotte is het verboden te stellen dat de gezondheid kan worden geschaad door een bepaald product niet te consumeren.
Het Europese Parlement heeft begin 2005 het oorspronkelijke, ‘strenge’ voorstel van de Commissie afgewezen. De Europese ministerraad daarentegen staat achter het strenge Commissievoorstel. De Ministers zullen nu een tegenvoorstel indienen, waarover het Parlement zich in de komende maanden moet uitspreken. na de zomer opnieuw naar gaat kijken. De ministers maken zich er onder meer hard voor dat er alleen claims komen op levensmiddelen die goed passen in een gezonde voeding. Verder moeten claims over vermindering van het risico op ziekte beoordeeld worden door autoriteiten van de Europese Commissie.
Het Commissievoorstel online raadplegen (pdf)
Lijst
LAGE ENERGETISCHE WAARDE
De bewering of ‘claim’ dat een levensmiddel een lage energetische waarde heeft en elke andere claim die voor de consument waarschijnlijk dezelfde betekenis zal hebben, mag alleen worden gedaan als de energetische waarde van het product minder dan 40 kcal (170 kJ)/100 g en minder dan 20 kcal (80 kJ)/100 ml bedraagt.
In geval van levensmiddelen die van nature een lage energetische waarde hebben, mogen de woorden “van nature” in de claim worden opgenomen.
VERMINDERDE ENERGETISCHE WAARDE
Een claim dat een levensmiddel een verminderde energetische waarde heeft en elke andere claim die voor de consument waarschijnlijk dezelfde betekenis zal hebben, mag alleen worden gedaan als de energetische waarde van het product met minimaal 30% verlaagd is, onder vermelding van de eigenschap(pen) waardoor de totale energetische waarde van het levensmiddel verminderd is.
BEVAT GEEN ENERGIE
Een claim dat een levensmiddel geen energie bevat en elke andere claim die voor de consument waarschijnlijk dezelfde betekenis zal hebben, mag alleen worden gedaan als de energetische waarde van het product minder dan 4 kcal (17 kJ)/ 100 ml bedraagt.
In geval van levensmiddelen die van nature geen energie bevatten, mogen de woorden “van nature” in de claim worden opgenomen.
VETARM
Een claim dat een levensmiddel vetarm is en elke andere claim die voor de consument waarschijnlijk dezelfde betekenis zal hebben, mag alleen worden gedaan als het vetgehalte van het product maximaal 3 g/100 g of 1,5 g/100 ml bedraagt (1,8 g/100 ml voor halfvolle melk).
In geval van levensmiddelen die van nature vetarm zijn, mogen de woorden “van nature” in de claim worden opgenomen.
VETVRIJ
Een claim dat een levensmiddel vetvrij is en elke andere claim die voor de consument waarschijnlijk dezelfde betekenis zal hebben, mag alleen worden gedaan als het vetgehalte van het product maximaal 0,5 g/100 g of ml bedraagt. Claims als "X% vetvrij" zijn echter verboden.
In geval van levensmiddelen die van nature vetvrij zijn, mogen de woorden “van nature” in de claim worden opgenomen.
ARM AAN VERZADIGDE VETTEN
Een claim dat een levensmiddel arm aan verzadigde vetten is en elke andere claim die voor de consument waarschijnlijk dezelfde betekenis zal hebben, mag alleen worden gedaan als het gehalte aan verzadigde vetten van het product maximaal 1,5 g/100 g (voor vaste levensmiddelen), respectievelijk 0,75 g/100 ml (voor vloeibare levensmiddelen) bedraagt, mits maximaal 10% van de energetische waarde afkomstig is van verzadigde vetten.
In geval van levensmiddelen die van nature arm zijn aan verzadigde vetten, mogen de woorden “van nature” in de claim worden opgenomen.
VRIJ VAN VERZADIGDE VETTEN
Een claim dat een levensmiddel vrij van verzadigde vetten is en elke andere claim die voor de consument waarschijnlijk dezelfde betekenis zal hebben, mag alleen worden gedaan als het gehalte aan verzadigde vetten van het product maximaal 0,1 g/100 g of ml bedraagt.
In geval van levensmiddelen die van nature vrij zijn van verzadigde vetten, mogen de woorden “van nature” in de claim worden opgenomen.
SUIKERARM
Een claim dat een levensmiddel suikerarm is en elke andere claim die voor de consument waarschijnlijk dezelfde betekenis zal hebben, mag alleen worden gedaan als het suikergehalte van het product maximaal 5 g/100 g of ml bedraagt.
In geval van levensmiddelen die van nature suikerarm zijn, mogen de woorden “van nature” in de claim worden opgenomen.
SUIKERVRIJ
Een claim dat een levensmiddel suikervrij is en elke andere claim die voor de consument waarschijnlijk dezelfde betekenis zal hebben, mag alleen worden gedaan als het suikergehalte van het product maximaal 0,5 g/100 g of ml bedraagt.
In geval van levensmiddelen die van nature suikervrij zijn, mogen de woorden “van nature” in de claim worden opgenomen.
ZONDER TOEGEVOEGDE SUIKERS
Een claim dat aan een levensmiddel geen suikers zijn toegevoegd en elke andere claim die voor de consument waarschijnlijk dezelfde betekenis zal hebben, mag alleen worden gedaan als aan het product geen mono- of disachariden of andere vanwege hun zoetkracht gebruikte levensmiddelen zijn toegevoegd.
NATRIUMARM/ZOUTARM
Een claim dat een levensmiddel natriumarm is en elke andere claim die voor de consument waarschijnlijk dezelfde betekenis zal hebben, mag alleen worden gedaan als het product maximaal 0,12 g natrium, of de overeenkomstige waarde voor zout, per 100 g of ml bevat.
In geval van levensmiddelen die van nature natriumarm zijn, mogen de woorden “van nature” in de claim worden opgenomen.
ZEER LAAG NATRIUMGEHALTE/ZOUTGEHALTE
Een claim dat een levensmiddel een zeer laag natriumgehalte heeft en elke andere claim die voor de consument waarschijnlijk dezelfde betekenis zal hebben, mag alleen worden gedaan als het product maximaal 0,04 g natrium, of de overeenkomstige waarde voor zout, per 100 g of ml bevat.
In geval van levensmiddelen die van nature een zeer laag natriumgehalte hebben, mogen de woorden “van nature” in de claim worden opgenomen.
NATRIUMVRIJ/ZOUTVRIJ
Een claim dat een levensmiddel natriumvrij is en elke andere claim die voor de consument waarschijnlijk dezelfde betekenis zal hebben, mag alleen worden gedaan als het product maximaal 0,005 g natrium, of de overeenkomstige waarde voor zout, per 100 g bevat.
In geval van levensmiddelen die van nature natriumvrij zijn, mogen de woorden “van nature” in de claim worden opgenomen.
BRON VAN VEZELS
Een claim dat een levensmiddel een bron van vezels is en elke andere claim die voor de consument waarschijnlijk dezelfde betekenis zal hebben, mag alleen worden gedaan als het vezelgehalte van het product minimaal 3 g/100 g of 1,5 g/100 kcal bedraagt.
In geval van levensmiddelen die van nature een bron van vezels zijn, mogen de woorden “van nature” in de claim worden opgenomen.
VEZELRIJK
Een claim dat een levensmiddel vezelrijk is en elke andere claim die voor de consument waarschijnlijk dezelfde betekenis zal hebben, mag alleen worden gedaan als het vezelgehalte van het product minimaal 6 g/100 g of 3 g/100 kcal bedraagt.
In geval van levensmiddelen die van nature vezelrijk zijn, mogen de woorden “van nature” in de claim worden opgenomen.
BRON VAN EIWITTEN
Een claim dat een levensmiddel een bron van eiwitten is en elke andere claim die voor de consument waarschijnlijk dezelfde betekenis zal hebben, mag alleen worden gedaan als minimaal 12% van de energetische waarde van het levensmiddel wordt geleverd door eiwitten.
In geval van levensmiddelen die van nature een bron van eiwitten zijn, mogen de woorden “van nature” in de claim worden opgenomen.
EIWITRIJK
Een claim dat een levensmiddel eiwitrijk is en elke andere claim die voor de consument waarschijnlijk dezelfde betekenis zal hebben, mag alleen worden gedaan als minimaal 20% van de energetische waarde van het levensmiddel wordt geleverd door eiwitten.
In geval van levensmiddelen die van nature eiwitrijk zijn, mogen de woorden “van nature” in de claim worden opgenomen.
NATUURLIJKE BRON VAN VITAMINEN EN/OF MINERALEN
Een claim dat een levensmiddel een natuurlijke bron van vitaminen en/of mineralen is en elke andere claim die voor de consument waarschijnlijk dezelfde betekenis zal hebben, mag alleen worden gedaan als het product per 100 g of ml minimaal 15% van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid bevat.
VERRIJKT MET VITAMINEN EN/OF MINERALEN
Een claim dat een levensmiddel verrijkt is met vitaminen en/of mineralen en elke andere claim die voor de consument waarschijnlijk dezelfde betekenis zal hebben, mag alleen worden gedaan als het product vitaminen en/of mineralen minimaal in een significante hoeveelheid bevat.
RIJK AAN VITAMINEN EN/OF MINERALEN
Een claim dat een levensmiddel rijk aan vitaminen en/of mineralen is en elke andere claim die voor de consument waarschijnlijk dezelfde betekenis zal hebben, mag alleen worden gedaan als het product ten minste tweemaal de onder “bron van vitaminen en mineralen” bedoeld hoeveelheid bevat. In geval van levensmiddelen die van nature rijk zijn aan vitaminen en/of mineralen, mogen de woorden "van nature" in de claim worden opgenomen.
BEVAT (NAAM VAN DE NUTRIËNT OF ANDERE STOF)
Een claim dat een levensmiddel een nutriënt of andere stof bevat en elke andere claim die voor de consument waarschijnlijk dezelfde betekenis zal hebben, mag alleen worden gedaan als het product aan alle desbetreffende bepalingen van deze verordening voldoet.
In geval van levensmiddelen die de genoemde nutriënt of andere stof van nature bevatten, mogen de woorden “van nature” in de claim worden opgenomen.
VERHOOGD GEHALTE AAN (NAAM VAN DE MACRONUTRIËNT)
Een claim dat een levensmiddel een verhoogd gehalte aan een of meer nutriënten heeft en elke andere claim die voor de consument waarschijnlijk dezelfde betekenis zal hebben, mag alleen worden gedaan als het product voldoet aan de voorwaarden voor de claim “bron van” en het desbetreffende gehalte minimaal 30% hoger is dan dat van een vergelijkbaar product.
VERLAAGD GEHALTE AAN (NAAM VAN DE NUTRIËNT)
Een claim dat een levensmiddel een verlaagd gehalte aan een of meer nutriënten heeft en elke andere claim die voor de consument waarschijnlijk dezelfde betekenis zal hebben, mag alleen worden gedaan als het desbetreffende gehalte van het product minimaal 30% lager is dan dat van een vergelijkbaar product, behalve voor micronutriënten, waarvoor een verschil van 10% ten opzichte van
de referentiewaarden van Richtlijn 90/496/EEG aanvaardbaar is.
“LIGHT”
Voor een claim dat een levensmiddel “light” is en elke andere claim die voor de consument waarschijnlijk dezelfde betekenis zal hebben, gelden dezelfde voorwaarden als voor de claim “verlaagd”; voorts moet bij de claim worden vermeld door welke eigenschap(pen) het levensmiddel “light” is.
Het volledige document kan worden geraadpleegd op de site (.pdf)
Lees ook: De houdbaarheidsdatum (op het etiket)