Een beugel? Hoe vroeger hoe beter

Kinderen kunnen al starten met beugelen op de leeftijd van 6-7 jaar. Wachten tot alle melktanden verdwenen zijn, is dus echt niet nodig. Jouw tandarts geeft je advies over het tijdstip wanneer jouw kind klaar is voor beugel of überhaupt wel een beugel nodig heeft.

Jong starten heeft als voordeel dat de kaakgroei nog kan worden beïnvloed. Bovendien is de wettelijke terugbetaling van orthodontiekosten hoger bij kinderen jonger dan 9 jaar. Verder moet er rekening worden gehouden met de groeispurt tijdens de puberteit (vanaf 11-12 jaar). Want dan werken bepaalde behandelingen (bijvoorbeeld bij een overbeet) veel beter. Op jeugdige leeftijd starten met een beugel heeft dus beslist z’n voordelen!

Bij volwassenen is het iets moeilijker om in te grijpen, omdat het groeiproces al voltooid is. Desalniettemin bestaan ook hier tal van keuzemogelijkheden. Zo heb je uitneembare beugels, plaatbeugels, buitenbeugels, slotjesbeugels,… Zie je die zichtbare metalen blokjes niet meteen zitten? Ga dan voor een beugel met onzichtbare blokjes.

En dan dé hamvraag van elke beugeldrager: ‘Hoe lang moet ik met mijn beugel rondlopen?’. Stel ze meteen aan je tandarts, want die kan je meteen een inschatting bezorgen. Of steek gerust eens je licht op bij het Verbond van Vlaamse tandartsen en leer meer over de gemiddelde behandelingsduur. Veel hangt af van je gebit én je persoonlijke situatie. Wees dus niet meteen ontgoocheld als je het ‘verdict ‘van je tandarts te horen krijgt …

Daarnaast is het belangrijk om je ‘beugelingreep’ goed op te volgen. Maak dus tijdig een afspraak (en vergeet deze ook niet …) om te kijken of alles gunstig verloopt. Beter te veel op controle dan te weinig. Pols gerust vooraf al eens bij je tandarts hoe vaak je gemiddeld moet langskomen, en noteer je consultaties meteen in je kalender.