Artrose: behandeling
In dit artikel
Artrose: behandeling
dossier
Artrose of osteoartritis is een chronische en degeneratieve gewrichtsziekte. Dat wil zeggen dat het geleidelijk ontstaat en langzaam erger wordt en niet overgaat. Artrose genezen kan dus niet. Gelukkig evolueert artrose meestal zeer langzaam. Mits goede behandeling kan men de pijn verzachten, de evolutie van de ziekte vertragen en de beweeglijkheid van het gewricht grotendeels vrijwaren.
Lees ook: Wat is artrose of osteoartritis?
Opvolging en behandeling
- Vaak is de huisarts de eerste die op de hoogte is van je klachten, de diagnose artrose zal stellen en een behandeling zal starten en opvolgen. Hij zal je informeren over wat artrose is en hoe je hiermee kan omgaan.
- Soms is een doorverwijzing naar een reumatoloog en/of plastisch en/of orthopedisch chirurg aangewezen bij toename van klachten.
- Een neuroloog kan een belangrijke rol spelen in de pijnbestrijding.
- Kinesitherapeuten kunnen je daarnaast helpen bij het soepel houden van gewichten, trainen van spieren, aanleren van een goede lichaamshouding en in het omgaan met pijn. Ergotherapeuten leren je dan weer bewegen met zo min mogelijke belasting bij dagelijkse activiteiten.
- Handtherapeuten kunnen na een operatie helpen bij het revalidatieproces om de functie en kracht van de hand te verbeteren.
- Maatschappelijk werkers kunnen bepaalde hulp en aanpassingen voor je aanvragen.
- Psychologen kunnen helpen in het omgaan met artrose.
Lees ook: Artrose: symptomen en diagnose
Wat kan je zelf doen?
Er zijn een aantal zaken die je zelf kan doen om de behandeling te ondersteunen:
- Gezond gewicht: Een gezond gewicht verkleint de kans op artrose en beperkt de klachten ten gevolge van artrose. Zeker bij mensen met overgewicht is het uitermate belangrijk om gewicht te verliezen, eventueel onder begeleiding van een diëtist: hoe minder gewicht, des te minder druk er op de gewrichten komt.
- Gezonde voeding: Er is weinig bekend en wetenschappelijk bewezen over het effect van voeding op reumatische klachten. Ga voor jezelf na welke voeding goed werkt. Desalniettemin is gezonde en gevarieerde voeding belangrijk: geen of in beperkte mate alcohol, niet roken, voldoende drinken (water, koffie/thee zonder suiker en melk), gevarieerd eten, dagelijks 2 groenteporties, dagelijks 2 fruitporties, 2 keer per week vette vis.
- Vermindering van de belasting: Het is belangrijk om (over)belasting van de gewrichten te vermijden. Een ergotherapeut of kinesist kan je hierover adviseren en leren om te bewegen zonder de gewrichten al te zeer te belasten. Belast je gewrichten sowieso niet te lang achter elkaar. Neem pauzes, en verander regelmatig van houding. Als je bijvoorbeeld artrose hebt in een hand, gebruik dan waar mogelijk je andere hand. Bij artrose in de nek kan je ter ondersteuning tijdens het rusten een klein kussentje gebruiken. Er bestaan ook speciale kussens in verschillende maten met extra nekondersteuning. Draag gemakkelijke schoenen die niet knellen en je voeten voldoende steun geven, evt. met dikke schokdempende zolen of steunzolen indien nodig. Vermijd een lange autorit, neem regelmatig pauze en wandel dan een stukje. Soms kan een brace of een spalk helpen om het gewricht te ontlasten.
- Hulpmiddelen: Als de artrose erger wordt, kan het zijn dat je meer moeite hebt om bijvoorbeeld een potje met schroefdeksel of een kraan te openen, om zelf kousen aan te doen, enz. Er bestaan eenvoudige hulpmiddelen die deze taken kunnen vergemakkelijken. Wacht niet met hulpmiddelen tot je een bepaalde handeling niet meer kunt uitvoeren. Ze kunnen je helpen je gewrichten te ontzien waarmee verergering van je klachten wordt voorkomen. Vraag een ergotherapeut om advies.
- Ontspanningsoefeningen: Yoga, tai chi of meditatie kunnen helpen bij pijnverlichting. Geef dit voldoende tijd.
- Bewegen: Verantwoord bewegen is belangrijk als je artrose hebt. Je beweegt voldoende wanneer je dagelijks een half uur matig intensief beweegt (fietsen, wandelen, klusjes in huis). Het is een fabeltje dat bewegen schadelijk zou zijn voor je gewrichten. Kraakbeen is een van de weinige weefsels in het lichaam zonder bloedvaten. Het wordt gevoed door de gewrichtsvloeistof. Door lichaamsbeweging wordt die vloeistof voortdurend het gewricht ingepompt en uitgezogen, zoals bij een spons. Mensen met artrose moeten dus blijven bewegen. Beweging houdt het gewricht soepel, versterkt de spieren rond het gewricht en vermindert de pijn.
- Het is belangrijk dat je elke dag oefent met de gewrichten die pijnlijk of stijf zijn. Luister hierbij goed naar je lichaam. Wanneer je tijdens het bewegen meer pijn krijgt in het gewricht, stop dan die beweging. Als je na het bewegen meer pijn krijgt, belast het gewricht een volgende keer dan wat minder. In het algemeen zijn alle bewegingsvormen goed waarin de gewrichten niet te zwaar worden belast, zoals wandelen, fietsen en zwemmen, maar ook bijvoorbeeld tai-chi en yoga. Zwemmen of bewegen in verwarmd water is een goede manier van bewegen, omdat het water je gewrichten ondersteunt. Contactsporten en sporten met grote lichamelijke belasting of piekbelasting zoals springen of hardlopen, maar ook tennis kan je beter vermijden. Vooral de onverwachte bewegingen en het springen geven een te zware belasting voor de gewrichten.
- Oefentherapie: Eventueel zal je een aangepast oefenprogramma moeten volgen onder begeleiding van een kinesitherapeut. Oefentherapie helpt je spieren te versterken en het gewricht te ontlasten.
Lees ook: 9 weetjes over artrose
Behandeling artrose: medicatie
Medicatie kan deel uitmaken van de behandeling. Er zijn momenteel nog geen medicijnen die de artrose kunnen afremmen. Ze kunnen wel helpen de pijn te verlichten en stijfheid te verminderen en om eventuele ontstekingen af te remmen.
Pijnstillers
- Paracetamol, eventueel met codeïne, wordt meestal als eerste geneesmiddel gebruikt in de behandeling van artrose. Paracetamol is een relatief veilig geneesmiddel mits het niet in te hoge dosis ingenomen wordt.
- Opiaten zijn sterke pijnstillers maar worden enkel bij erge pijnen gebruikt. Het risico op verslaving is niet te verwaarlozen.
Ontstekingsremmers
Deze geven eveneens snel verlichting, maar zijn niet voor iedereen geschikt.
- Niet-steroïdale anti-inflammatoire geneesmiddelen (NSAID's) verlichten de pijn en remmen de ontsteking. Omwille van de veiligheid worden deze pijnstillers zo kort mogelijk gebruikt. Bij langdurige inname en bij grote dosissen is de kans op bijwerkingen groter
- Je arts kan ook een crème voorschrijven waarin een ontstekingsremmers zit, zoals diclofenac. Deze crème wordt in je huid opgenomen en werkt op de plek waar je hem smeert. Het smeren is ontspannend en leidt af van de pijn.
- Corticosteroïden: Inspuitingen in het gewricht (Intra-articulaire injecties) van corticosteroïden in het aangetaste gewricht kunnen pijn en ontsteking verminderen. De klachten komen daarna wel terug: de injectie remt de ontsteking, maar de artrose blijft bestaan. Injecties bieden dus voor een bepaalde tijd uitkomst. Te veel injecties kunnen tot gewrichtsschade leiden.
Hyaluronzuur
De injectie van een basisbestanddeel van kraakbeen, een dikke (visceuze) vloeistof in het gewricht kan in de beginstadia bij ongeveer de helft van de patiënten invloed hebben op de pijn en de beweeglijkheid verbeteren. In een vergevorderd stadium van artrose heeft hyaluronzuur weinig effect. Hyaluronzuur wordt vooral in de knie gebruikt. Dit middel moet enkele keren worden ingespoten. Hyaluronzuur bij artrose heeft ongeveer hetzelfde effect als een injectie met corticosteroïden. Het gebruik heeft weinig nadelen.
Lees ook: Bijwerkingen corticosteroïden (cortisone): fysiek en mentaal
Behandeling artrose: chirurgie
Chirurgie is maar voor een minderheid van de patiënten nodig.
Gewrichtsvervanging
Bij ernstige vormen van artrose, wanneer het gewricht blokkeert of als de artrose met veel pijn en/of ernstige hinder bij lopen of bewegen gepaard gaat, kan het nodig zijn het gewricht geheel of gedeeltelijk te vervangen door een kunstgewricht. De heup- en kniegewrichten zijn de meest vervangen gewrichten. Maar tegenwoordig kunnen schouder, elleboog, vinger of enkelgewrichten ook vervangen worden.
Na de operatie is het gewricht doorgaans pijnvrij en is er sprake van een verbeterde gewrichtsfunctie. Een kunstgewricht functioneert echter minder dan een gezond eigen gewricht, afhankelijk van het vervangen gewricht.
Het is een zware ingreep die kan gepaard gaan met complicaties. Tevens is na de operatie een periode van intensieve revalidatie nodig. De leeftijdsduur van een kunstgewricht is afhankelijk van het gewricht, bv. bij een heup langer dan de knie. Het is ook afhankelijk van de leeftijd van de patiënt: een prothese bij iemand van vijftig jaar gaat minder lang mee en komt sneller los dan dezelfde prothese bij iemand van 75 jaar.
Artrodese
Wanneer het gewricht niet kan vervangen worden, kan men ervoor kiezen om het gewicht vast te zetten. Deze operatie verhindert elke vorm van beweging in het gewricht waardoor het gewricht zijn functie volledig verliest. Dit wordt soms gedaan met enkelgewrichten en bij artrose in de rug en duim.
Andere chirurgie
Wanneer een verkeerde stand van uw gewricht artrose veroorzaakt, of wanneer er vergroeiingen ontstaan of het kraakbeen verbrokkelt, kan een operatie soms soelaas bieden om erger te voorkomen.
Osteotomie
Wanneer de twee botuiteinden niet goed ten opzichte van elkaar staan kan dit de artrose veroorzaken of verergeren (dit komt voor bijvoorbeeld bij X-benen). De orthopedische chirurg kan dit herstellen door een snee in een van de botuiteinden te maken, waarna de botten beter ten opzichte van elkaar staan. Het doorgezaagde bot wordt vastgezet met metalen krammen, een plaat met schroeven of met behulp van pennen die door de huid naar buiten steken (externe fixatie).
Spoeling
Wanneer er losse stukjes kraakbeen in het gewricht voorkomen kunnen deze het gewrichtskapsel irriteren, waardoor het kapsel gaat ontsteken. De orthopedische chirurg kan dit voorkomen door de losse stukjes kraakbeen te verwijderen. Dit is een relatief kleine ingreep die gebeurt middels een kijkoperatie.
Kraakbeenhersteloperatie
Bij vergroeiingen of door een ongeval kan kraakbeen beschadigd raken, wat kan bijdragen aan het ontstaan van artrose. De orthopedisch chirurg kan dit voorkomen door het kraakbeen te herstellen. Bijvoorbeeld door een los stuk kraakbeen met kleine pinnen weer op het botuiteinde vast te hechten.
Osteofyten verwijderen
Artrose kan leiden tot vergroeiingen (osteofyten). Deze vergroeiingen kunnen de ontwikkeling van artrose bevorderen, maar leiden ook vaak tot extra stijfheid in het gewricht. De orthopedisch chirurg kan met een relatief kleine ingreep de osteofyten verwijderen en zo de stijfheid in het gewricht en verdere ontwikkeling van de artrose tegengaan.
Herstel kraakbeen
Er zijn de laatste jaren diverse technieken in ontwikkeling om het kraakbeen te herstellen via stamceltransplantatie, kraakbeentransplantatie en de vorming van implantaten uit gekweekt biologisch bot of kraakbeen (‘kraakbeenkweek’)..
Pijnkliniek
Als geneesmiddelen niet of onvoldoende werken, kan men in een pijnkliniek nagaan om het zinvol is om bepaalde zenuwen te blokkeren waardoor geen pijnsignalen meer worden door gegeven. Indien nodig, verwijst de huisarts je hiervoor door.
Bronnen:
auteur:
Sofie Van Rossom,
gezondheidsjournalist