Praktische tips bij inspanningsastma

nieuws

Inspanningsastma is een specifieke vorm van astma. De symptomen ontstaan tijdens of kort na een fysieke activiteit. Ze ontstaan vaak tijdens de eerste 5 tot 10 minuten na het begin van de inspanning. Meestal treedt inspanningsastma op bij mensen die ook los van elke inspanning astma hebben, maar dat is niet absoluut noodzakelijk. Inspanningsastma kan namelijk ook “geïsoleerd” voorkomen.
Men schat dat ongeveer 90% van de mensen met astma en 40% van de mensen met allergische neusklachten (rhinitis) er last van hebben. Bij mensen zonder enige vorm van astma zou ongeveer 10% last hebben van inspanningsastma.

Lees ook: Inspanningsastma: welke sporten kiezen?

Symptomen

Tips bij inspanningsastma

• Sport zoveel mogelijk in een warme, vochtige omgeving.
• Adem zoveel mogelijk door de neus. De lucht wordt daarbij voorverwarmd, bevochtiging en van het meeste stof gezuiverd. Soms helpt bv. een sjaal voor de neus en mond bij koud weer om een aanval te voorkomen.
• Beperk de intensiteit van je sportactiviteit. 'Rustig kunnen blijven praten zonder buiten adem te raken', dàt is het tempo waaraan je best oefent. Meer is trouwens niet nodig om je conditie te verbeteren.
• Zorg vooral voor een langzame en goede opwarming gedurende 10 à 15 minuten. Het kan zelfs een aanval helpen voorkomen. Zorg ook voor een langzame afkoeling om een laattijdige reactie na de inspanning te vermijden.
• In geval van competitiesport kan het interessant zijn om gebruik te maken van de zg. refractaire periode: ongeveer de helft van de mensen met inspanningsastma blijven namelijk gedurende 2 tot 3 uren klachtenvrij na een eerste aanval. Een lange opwarming, afgewisseld met korte intensieve inspanningen om een aanval uit te lokken, wordt dan gevolgd door de eigenlijke competitieve inspanning. Het is best om deze techniek onder medische begeleiding aan te leren.
• Om een aanval te vermijden, kan je een kwartier voor de inspanning een kortwerkend luchtwegverwijdend geneesmiddel inhaleren (‘puffs’, bij voorkeur met een voorzetkamer). Bespreek dit met uw arts die je het meest aangewezen product zal voorschrijven. Bij kinderen die bijna constant in beweging zijn, wordt beter gekozen voor een langwerkend geneesmiddel dat een- of tweemaal per dag wordt ingenomen. Zodra het kind voldoende inzicht heeft, kan overgeschakeld worden naar een kortwerkend geneesmiddel.
• Voor competitiesporters zijn deze geneesmiddelen volgens de dopingreglementen toegelaten als je een medisch attest hebt.
• Doe niet aan sport bij koorts, verkoudheid of een andere infectie of wanneer je je niet goed voelt door astmaklachten. Na een infectie of koorts is het beter een week te wachten vooraleer opnieuw beginnen te sporten.
• In het pollenseizoen of bij hoge ozonconcentraties, is het beter om niet buiten te sporten.
• Indien toch een aanval optreedt, moet de inspanning onmiddellijk stopgezet worden. Probeer zo rustig mogelijk adem te halen. Indien de symptomen verergeren, moet je een puff met voorzetkamer gebruiken. Neem daarom je medicatie altijd mee wanneer je gaat sporten. De behandeling mag indien nodig na 5 minuten herhaald worden. Er mogen tot 6 puffs toegediend worden op 15 minuten bij zeer ernstige kortademigheid.