Kattenbeten kunnen gevaarlijk zijn
nieuws
Mensen hebben de neiging om zich minder zorgen te maken om een beet van een kat dan van een hond, omdat een hondenbeet er veel dramatischer uit ziet. Hondenbeten leiden meestal tot scheurwonden, met een bloeduitstorting, afsterven van weefsel en grillige wondranden. Bij kattenbeten is er vaak sprake van diepe steekwonden, en dit soort wonden vormt een uitstekende voedingsbodem voor bacteriën. Bij niet-adequate aanpak zou ongeveer 20 procent van de bijtwonden door honden, en 50 procent of meer van de bijtwonden door katten uiteindelijk geïnfecteerd raken.
Onderzoekers van de Amerikaanse Mayo Clinic hebben drie jaar lang onderzoek gedaan naar kattenbeten. 1 op de 3 slachtoffers die zich op een dienst spoedgevallen aanboden na een kattenbeet in de hand, moest enkele dagen in het ziekenhuis worden opgenomen en bij 20% daarvan moest de wond chirurgisch schoongemaakt worden. Katten kunnen namelijk een kleine diepe wond achterlaten wanneer ze de huid doorboren met hun scherpe hoektanden. De diepe wond fungeert als de perfecte broedplaats voor bacteriën en deze infecteren gewrichten en weefsels. Dus ook wondjes die op het eerste zicht onschuldig lijken, kunnen dus wel degelijk gevaarlijk zijn.
Het is daarom best om bij een kattenbeet altijd zo snel mogelijk een arts te raadplegen.
Wondverzorging
Een katten- (of honden)beet moet altijd grondig gereinigd worden om infecties te vermijden, ook als de bijtwonden er onschuldig uitzien. Dit zal de meeste bijtwondinfecties voorkomen.
• De wonde onmiddellijk en overvloedig uitspoelen met veel water, liefst met overdruk (vanuit een spuit), en, in geval van oppervlakkige wonden, desinfecteren met povidon-jood (Iso-Betadine, Braunol, Iodex). Nadien afdekken, liefst met een zogenaamd nat verband.
• Bij diepere wonden dient de wonde zo snel mogelijk door een arts te worden nagekeken en schoongemaakt.
• Meestal is het niet nodig om de wond te hechten, behalve voor wonden in het gelaat.
• Indien de wonde na enkele dagen rood en pijnlijk aanvoelt, of indien u koorts krijgt, moet u opnieuw uw arts raadplegen omdat dit kan wijzen op een infectie.
Antibiotica
Bij een kattenbeet zal uw arts altijd een preventieve kuur met antibiotica voorschrijven. Dit geldt zeker voor mensen met een verhoogd infectierisico, zoals bijvoorbeeld diabetespatiënten, mensen zonder milt (asplenie), mensen met een kunsthartklep of een kunstgewricht, of die behandeld worden met immuunonderdrukkende geneesmiddelen.
Amoxicilline/clavulaanzuur gedurende zeven tot tien dagen is het middel van eerste keuze. Bij overgevoeligheid voor penicilline is claritromycine een alternatief.
Inenting tegen tetanus
Bijtwonden geven een hoog risico van tetanus. Indien uw laatste tetanusvaccinatie langer dan 10 jaar is geleden, zal uw arts u opnieuw inenten.
Inenting tegen rabiës (hondsdolheid)
Rabiës komt in ons land niet meer voor. Maar indien u in het buitenland door een kat wordt gebeten, en er een vermoeden bestaat dat het dier mogelijk rabiës heeft, moet u alleszins een arts raadplegen en zal eventueel een preventieve behandeling opgestart worden (vaccinatie en toediening van specifieke immunoglobulinen tegen rabiës).
Lees ook: Hondenbeet kan gevaarlijk zijn: hoe behandelen?