Kunt u borstvoeding geven met een tepelpiercing?

nieuws Indien de piercingwonde volledig genezen is, wat voor een tepelpiercing gemakkelijk een jaar kan duren, zal u meestal zonder problemen borstvoeding kunnen geven. U moet de tepelpiercing wel elke keer verwijderen. Tot de piercingwonde volledig genezen is, mag u geen borstvoeding geven. Door de piercing kunnen wel enkele melkkanaaltjes afgesloten zijn.

Een nieuwe piercing
• Bij een tepel-, navel- of genitale piercing moet u minstens één jaar wachten om zwanger te worden omdat de genezing zo lang kan duren.
• Indien u kort na het zetten van een piercing toch zwanger wordt, kan de genezing langer duren. U moet de wonde dan extra goed verzorgen. Laat ze ook geregeld controleren door uw behandelende arts. Als de wonde nog niet volledig genezen is als u bevalt, zult u waarschijnlijk geen borstvoeding kunnen geven. Bespreek dit met uw arts.
• Laat zeker geen piercing zetten wanneer u zwanger bent. Dit geldt voor elke piercing, niet alleen een tepelpiercing. Er kunnen namelijk altijd ontstekingen of infecties optreden. Het genezen van een piercing vraagt bovendien het nodige van het immuunsysteem. Ook kan een ziekte, overgedragen tijdens het plaatsen van de piercing, via de moeder het kind besmetten. Dit geldt ook voor een tatoeage of permanente make-up: ook daarbij kan een ontsteking of een infectie optreden, of u kunt allergisch reageren op de gebruikte inkt.
Als u desondanks toch een piercing (of een tatoeage) wilt laten zetten, bespreek dit dan zeker met uw arts.
• Ook wanneer u borstvoeding geeft, mag u geen tepelpiercing laten plaatsen. De tepel heeft tijd nodig om te genezen en zolang mag er geen speeksel in de wond komen. Ook moet de piercing blijven zitten zolang het genezingsproces duurt. Iets wat vrijwel onmogelijk is als u borstvoeding wil geven. Bovendien bestaat er altijd een risico op infecties of ontstekingen.
• Wacht na de bevalling enkele maanden vooraleer u een tepel- of genitale piercing laat plaatsen.

Bestaande piercings
Als de tepelpiercing op de juiste plaats is gezet (op de rand van de tepel en tepelhof), dan is het meestal geen enkel probleem om later borstvoeding te geven.
• Sommige vrouwen met tepelpiercings hebben een verminderde melkproductie, mogelijk door littekenvorming waardoor een of meerdere melkkanaaltjes geblokkeerd zijn. Menselijke tepels hebben ongeveer acht tot twaalf melkkanaaltjes. Het is dan ook onwaarschijnlijk dat een goed genezen piercing al deze kanaaltjes blokkeert, tenzij bij herhaalde piercings op dezelfde plek.
• Vaak merken moeders dat er melk lekt uit de plek waar zij een sieraad verwijderen voor een voeding. Dit kan problemen geven als de melkstroom te snel is voor uw baby om te verwerken.
• Een tepelpiercing verhoogt de kans op een borstontsteking bij borstvoeding.
• Sommige vrouwen ervaren tepelpijn in een tepel waar een piercing in heeft gezeten.
• Verwijder de piercing voor elke voeding om verstikkingsgevaar voor uw baby te voorkomen. Het verwijderen van uw piercing tijdens de voeding vermindert ook het risico op aanlegproblemen, verwonding in het mondje en het doorgeven van bacteriën via het sieraad aan uw baby. Wel voeden sommige vrouwen met een flexibele staaf van teflon. Het kan zijn dat het steeds verwijderen van het sieraad de tepels irriteert. In dat geval is het raadzaam om het sieraad uit te laten.
• Reinig de tepelring of –staafje 2 x per dag in een zoutwateroplossing.
• Als u de piercing weglaat tot uw kindje is gespeend, kan zelfs een volkomen genezen piercing dichtgroeien. U kunt de piercing open houden door deze regelmatig door te prikken. Als een gaatje volledig dichtgroeit, wacht dan minimaal drie maanden voordat u op die plek opnieuw een piercing laat plaatsen.
• Als u een tepelpiercing hebt en geen borstvoeding geeft, bestaat de kans op stuwing en verstopping van de melkkanalen. Vermijd een BH in verband met teveel druk op de piercing en de melkgaatjes.