Helpen zink en vitamine D COVID-19 voorkomen of genezen?

Ongeveer 3 op 4 Belgen heeft in mindere of meerdere mate een tekort aan vitamine D. Nochtans is vitamine D belangrijk voor de ontwikkeling van ons skelet, de tanden en een goed functioneren van het immuunsysteem. De HGR raadt dan ook aan om regelmatig vette vis, eieren, kaas, vlees of verrijkte voedingsmiddelen zoals melk en zuivelproducten en granen te eten. Een voedingssupplement kan helpen om de nutritionele behoeften te halen.

“Uit geen enkele van de beschikbare studies blijkt echter de toediening van matige tot hogere doses vitamine D noch het ontstaan noch een ernstiger verloop van COVID-19 kan voorkomen. Toch raadt de HGR personen met een verhoogd ziekterisico en waarvan de vitamine D-status vaak laag is – zoals het geval bij ouderen in rusthuizen, zwangere vrouwen, mensen met een donkere huid en/of sommige vegetariërs – aan om hun status te laten controleren en afhankelijk van de resultaten regelmatig 10-20 µg (400-800 IU) vitamine D per dag bij te nemen.”

Zink heeft een belangrijke rol in biologische processen zoals de immunostimulans. Om een tekort aan zink (10 à 20 procent van de Belgen) te voorkomen kan je vlees, eieren, vis, granen, peulvruchten, melk en melkproducten consumeren. Bevolkingsgroepen met een verhoogd risico op zinktekorten, zoals zwangere vrouwen, vrouwen die borstvoeding geven, ouderen en mensen met een onevenwichtige voedingspatroon, nemen best een zinksupplement van ongeveer 10 mg/dag.

“Tot op heden heeft de HGR geen gunstig effect kunnen vaststellen bij de toediening van zink aan patiënten met symptomen van COVID-19, en dit bij dosissen van 50 tot 180 mg. Voor personen die een hoog risico lopen op besmetting en nog geen symptomen vertonen, kan een preventieve zinkkuur van 10 mg/dag gedurende 3 tot 4 weken eventueel wel aangewezen zijn.”