Over botjes, protjes en snotjes
boeken-interviews
Weetgierige kinderen stellen de hele dag vragen, over van alles en nog wat. Ook over het lichaam en hoe dat werkt: waarom is snoep slecht voor de tanden, wat is een bacterie, waarom moet ik een spuitje krijgen, of waar komt een baby vandaan ...?
Het is niet altijd evident om een antwoord te geven in een taal die het kind begrijpt en - laten we eerlijk zijn - vaak weet een (groot)ouder zelf niet eens hoe de vork aan de steel zit!
Op stap met dokter mol
Een leuke manier om de werking van het lichaam en zijn belagers in beeld te brengen, is een verhaal erover verzinnen. Zoals bijvoorbeeld het lichaam vergelijken met een kasteel dat geheime gangen heeft, allerlei kamers met legers en vijanden, en een heus laboratorium ook van waaruit alles gestuurd wordt. Dat is wat het boek ‘Over botjes, protjes en snotjes’ doet. Het brengt al deze thema’s op een kindvriendelijke manier in beeld met leuke tekeningen en dokter mol als gids.
Eens piepen wat we achter die deuren en in die geheime gangen aantreffen.
- Het hart: dat is de pomp die het bloed van je neus tot je kleine teen voert en terug. En bloed is de postbode die pakjes zuurstof en voedsel naar alle uithoeken brengt.
- De lever is een grote voorraadkast: hij zuigt de voedingsstoffen en ook gif uit het bloed. Het gif gaat naar de kaka, want het moet weg uit het lichaam. De goede stoffen gaan naar een grote voorraadkast.
- De longen zijn twee ballonnen die lucht inademen. Het bloed komt de zuurstof uit de lucht halen om ze in ons lijf rond te delen en brengt de afvallucht (CO2) terug naar de longen om hem uit te ademen.
- De nieren zijn de badkamer: ze schrobben de bloedlichaampjes die daar toekomen. Het vuil en de afvalstoffen stromen mee met het badwater en worden zo pipi. Die gaat naar de blaas en vandaar naar het toilet. Je nieren hebben water nodig om te schrobben, daarom moet je regelmatig een glaasje water drinken.
- Spieren worden vergeleken met elastieken die aan onze botten vastzitten. Die worden eerst korter en dikker en meteen daarna langer en dunner. Die afwisseling maakt beweging en zorgt ervoor dat we kunnen springen, dansen, praten, eten ...
- Smaken herkennen we met 5 voelsprietjes op de tong: zoet, zuur, bitter, zout, umami, er is een voelspriet voor elke soort smaak. In de mond zit er ook een speekselmachine die waterdruppeltjes loslaat om het voedsel beter te kunnen kauwen en doorslikken.
- Hoe maken mama en papa een kindje? Papa’s hebben zaadjes in de balletjes onder hun piemel; die lijken op superkleine kikkervisjes. Mama’s hebben een boompje met eitjes in hun buik. Als mama en papa een kindje willen, schiet de papa met zijn piemel de kikkervisjes door de tunnel (vagina) die naar een eitje van dat boompje loopt. De beste kikkervis wint het eitje!
- Waarom moet je je tanden poetsen? Als je snoept, blijft er wat suiker op je tanden hangen. De bacteriën zijn gek op die suiker en gaan picknicken op je tanden. Maar ze eten niet alleen de suiker op, ze eten ook stukjes van je tanden waardoor je gaatjes krijgt. Als je elke dag je tanden poetst, blijven die bacteriën weg.
- Wat is een virus: je wordt ziek omdat een virus met zijn leger door de lucht van de ene mond in de andere vliegt. Dat virusleger valt ons bloedleger aan en plots voelen we ons vreselijk ziek. Het aangevallen bloed belt met de hersencomputer om te beschrijven hoe het virus eruitziet en zo weet onze computer welk leger het moet inzetten om de vijand te verjagen. Na een paar dagen oorlog (koorts) wint je lijf meestal zelf de strijd.
- Wat is antibiotica? Het zijn pilletjes met kleine legertjes eigenlijk die de bacteriën doden. De antibioticasoldaten kunnen alleen tegen bacteriën vechten, niet tegen virussen.
En zo worden alle onderdelen van het lichaam en alles wat er mee verband houdt haarfijn uitgelegd.
Wat als het kasteel belaagd wordt?
Het boek helpt je kroost niet alleen om het eigen lichaam te leren kennen en begrijpen. Kinderen hebben ook behoefte aan informatie ‘op kindermaat’ om kleinere en grotere trauma’s te verwerken zoals pijn, ziekte, kanker, enge verhalen van vriendjes of familieleden. Een opname in het ziekenhuis, een (groot)ouder die kanker heeft, een prikje krijgen ... het kan vroeg of laat een grote impact hebben op een kind! En humor is nog altijd de beste manier om het kind bij het probleem te betrekken en uit te leggen wat er aan de hand is.
Het boek ‘Over botjes, protjes en snotjes’ werd geschreven en getekend door Thaïs Vanderheyden en nagelezen door kinderarts Elisabeth Elst. Copyright cover en tekeningen Thaïs Vanderheyden.