Tuinboontjes met bonenkruid

recepten Er bestaan twee soorten bonenkruid: eenjarig bonenkruid, Satureja hortensis, en winterbonenkruid of bergbonenkruid, Satureja montana. Eenjarig bonenkruid wordt ongeveer 40 cm hoog en heeft weinig sierwaarde. Het kruid wordt gebruikt voor het beter verteerbaar maken van “zware” groenten, zoals kool, tuinbonen en spruiten, en ook bij het inmaken van augurken. Winterbonenkruid is een gedrongen struikje met lancetvormig blad. Winterbonenkruid heeft wel sierwaarde, want de plant bloeit met relatief grote witte lipbloemen met een blauwe bovenlip.

Winterbonenkruid wordt, net als hysop, weleens toegepast als laag haagje om een moes- of kruidentuin. Ook wordt het veel gebruikt door koks die een hekel hebben aan de overheersende smaak van tijm. Winterbonenkruid is zachter van smaak. Een enkele maal wordt het toegepast om de typische inmaaksmaak of diepvriessmaak van groenten te maskeren.

Volgens de overlevering zou de wetenschappelijke naam Satureia afgeleid zijn van satyr, de losbandige en wellustige halfgoden uit het entourage van wijngod Bacchus. Bonenkruid had namelijk de reputatie een krachtig afrodisiacum te zijn, reden waarom het ten strengste was verboden in de middeleeuwse kloostertuinen.

De smaak van beide soorten is bijna hetzelfde, alleen is zomerbonenkruid iets verfijnder, winterbonenkruid is iets scherper en pittiger van smaak. Waar zomerboerenkruid ook rauw in slaatjes of op komkommer wordt gebruikt, wordt winterbonenkruid meestal gebruikt voor warme gerechten of om kruidenazijn en –olie te maken. Vanwege de pepersmaak wordt bonenkruid ook wel eens ‘peperkruid’ of ‘ezelspeper’ genoemd omdat het vroeger gebruikt werd ter vervanging van de peperdure peper.

Het wordt ook veel gebruikt door koks die een hekel hebben aan de overheersende smaak van tijm. Winterbonenkruid is namelijk zachter van smaak. Soms wordt het ook toegepast om de typische inmaaksmaak of diepvriessmaak van groenten te maskeren.

Bonenkruid mag u in alle gerechten laten meekoken. Zoals de naam al zegt, past bonenkruid uitstekend bij peulvruchten. Als u het meekookt met spruitjes of andere koolsoorten, neemt het de sterke en soms onaangename geur weg. Verder past het in ragouts en winterse ovenschotels. Zomerbonenkruid kan u ook in salades verwerken. De blaadjes van het winterbonenkruid zijn daarvoor te taai. Wie komkommers te flauw vindt, zal een vinaigrette met fijngesnipperd zomerbonenkruid goed weten te waarderen.

Recept Tuinboontjes met bonenkruid

Nodig voor vier:
500g verse boontjes
50g boter
250g tomaten
1 uitje
1 laurierblad
enkele takjes tijm, bonenkruid en basilicum
zout

Kook de boontjes in ruim water tot ze bijna gaar zijn. Laat goed uitlekken.

Bak de gepelde en in stukken gesneden tomaten samen met de gesnipperde ui in de boter op hoog vuur, voeg het laurierblad, en de versnipperde takjes tijm, bonenkruid en basilicum toe.
Roer er dan de boontjes onder, leg een deksel op de pan en laat enkele minuutjes sudderen. Voeg eventueel nog wat zout toe.

U kan dit gerecht warm of koud opdienen.
Indien je het koud eet, sprenkel er dan een beetje citroen over en kruid met wat versgemalen peper.