Vijf tips voor een geslaagde stoofschotel

nieuws

1. Gebruik een pot met dikke bodem (geschikt om te stoven) die net groot genoeg is. Anders moet je te veel vocht toevoegen om de ingrediënten te laten onderstaan. 
2. Maak je een stoofschotel op basis van vlees, laat het dan eerst op kamertemperatuur komen voor je het korst of in de pot doet. Dat geldt ook voor bier of wijn die je aan je stoofpot toevoegt.
3. Versnijd zowel rauw vlees als gaar vlees altijd dwars op de richting van de vezels.
   De textuur van vis is minder geschikt om in een echte stoofpot te worden verwerkt. Neem bij voorkeur een groot stuk vaste vis en roer zo weinig mogelijk om te vermijden dat de vis helemaal verbrokkelt. 
4. Langzaam en op lage temperatuur (tussen de 60 en 80 °C) is de succesformule voor een smeuïge en sappige stoofpot op basis van vlees: minimum 60 °C zodat het gelatineuze bindweefsel vrijkomt, maar niet hoger dan 80 °C want anders droogt het vlees uit.
   Zodra alle ingrediënten in de pot zitten en op temperatuur zijn, zet je die best in de oven. Op die manier kan je de temperatuur (bv. 80 °C) perfect regelen en als je de heteluchtfunctie opzet, circuleert de warmte gelijkmatig rond je pot. Dat kan de smaak en de malsheid van je gerecht alleen maar ten goede komen. 
5. Maak de stoofschotel een dag vooraf, behalve als het een visgerecht is. Als hij een nachtje of een dag in de koelkast tot rust komt, kan het vlees weer vocht opnemen uit de saus en wordt het malser.