Eten van grapefruit samen met kankermedicijn kan levensgevaarlijk zijn
nieuws
Het eten van vette voeding of van ‘gezonde’ grapefruit samen met sommige kankermedicijnen, kan leiden tot gevaarlijk hoge concentraties van de medicijnen in het bloed. Medicatie tegen depressies kan de blootstelling aan het anti-kanker middel tamoxifen juist verlagen. Zo zijn er nog meer persoonlijke factoren die de werking van anti-kankermedicatie beïnvloeden en waar artsen en patiënten nu te weinig of geen rekening mee houden. Dat zegt prof.dr. Ron Mathijssen van het Erasmus MC.
Hoewel artsen behandelingen nu al steeds meer afstemmen op het individu, houden zij vooral rekening met opbouw van de tumor van de patiënt en bepalen ze welke medicijnen bij de specifieke tumor het beste zullen werken. Daarnaast moet je echter ook kijken naar tal van patiënt-gerelateerde factoren, zoals voeding, genetische kenmerken, comedicatie, alternatieve medicatie, rookgedrag, alcoholgebruik en de biologische klok.
Die kunnen allemaal in belangrijke mate invloed hebben op de concentraties van anti-kankermedicatie bij een individu. Het beste zou zijn de medicijn-concentraties in de bloedbaan regelmatig te meten. Doe je dit niet, dan is het toedienen van de medicatie als autorijden zonder snelheidsmeter. Je denkt dat je 130 rijdt, maar dat doe je mogelijk helemaal niet, aldus Mathijssen.
Voeding kan grote invloed hebben op de blootstelling aan anti-kanker medicatie. Het eten van grapefruit tijdens een behandeling met een anti-kanker medicijn is bijvoorbeeld uit den boze. Grapefruit kan ervoor zorgen dat enzymen in de lever tijdelijk minder goed werken, met als gevolg dat medicijnen minder goed afgebroken kunnen worden. Als gevolg hiervan kunnen medicijnspiegels verdubbelen, wat voor sommige medicijnen levensgevaarlijk kan zijn.
Anti-kankergeneesmiddelen kunnen ook reageren op vet in de voeding. Sommige medicatie lost op in vet, bijvoorbeeld het middel lapatinib, wat gebruikt wordt tegen borstkanker. Het slikken van dit medicijn tijdens het eten van vette voeding verviervoudigt de blootstelling. Patiënten wordt nu geadviseerd lapatinib op de nuchtere maag in te nemen.
Leefstijl beïnvloedt ook de concentratie van anti-kankermedicatie. Roken bijvoorbeeld kan de bloedconcentraties verlagen. Neem bijvoorbeeld patiënten die tegen darmkanker irinotecan krijgen en tegelijkertijd roken. Roken jaagt de lever aan, waardoor allerlei enzymen worden gestimuleerd om sneller te gaan werken. Ook gaan eiwitten die betrokken zijn bij de uitscheiding van irinotecan en haar afbraakproducten sneller werken. Rokers hebben een 40 procent lagere spiegel van het medicijn in hun bloed dan niet-rokers.
Naast voeding en leefstijl hebben mogelijk ook andere persoonlijke kenmerken invloed op anti-kankerbehandelingen. De biologische klok bijvoorbeeld. In het Erasmus MC loopt momenteel een onderzoek naar het tijdstip waarop patiënten hun medicatie het beste kunnen krijgen. Daarnaast kunnen alternatieve middelen en voedingssupplementen leiden tot gevaarlijke interacties. Zo’n 14 procent van de kankerpatiënten gebruikt sint janskruid, terwijl dat middel de concentratie van irinotecan met meer dan 40 procent vermindert.