Stof in de lucht bedreigt de volksgezondheid
nieuws
Het Europees Parlement heeft een nieuwe wetgeving goedgekeurd die lokale overheden en lidstaten zal verplichten om de waarden van de gevaarlijkste kleine stofdeeltjes in de lucht op te meten en hier grenzen aan te stellen. De kleinste, over het algemeen door de mens veroorzaakte stofdeeltjes kunnen leiden tot ademhalingsproblemen, longkanker en kunnen de levensverwachting, vooral van stadsbewoners, verkorten.
Fijnstof of PM (particulate matter) zijn vaste of vloeibare deeltjes die in de lucht bestaan. Zij komen in de natuur voor door stof dat door de wind wordt meegevoerd, zoals stuifmeelkorrels, planten en insecten. Ook het gebruik van fossiele brandstoffen in de industrie, mijnbouw, landbouw, wegvervoer en de bouw dragen ook bij tot het probleem. Tot slot kunnen zij ook worden gevormd door gassen die zware metalen, koolstof, nitraat of sulfaat bevatten.
Fijnstof komt in verschillende groottes voor, hoe kleiner, hoe gevaarlijker. De enige manier waarop zij het menselijke lichaam kunnen binnendringen, is door inhalatie. Terwijl grotere deeltjes over het algemeen door de neus en de keel worden gefilterd, kunnen deeltjes kleiner dan 10 micrometers (PM10) in de bronchieën en in de longen terechtkomen. Deeltjes kleiner dan 2,5 micrometers (PM2,5) kunnen zelfs in de bloedbaan terechtkomen. Volgens een rapport van de werkgroep van de Wereldgezondheidsorganisatie kan langdurige blootstelling aan de huidige PM concentraties in de lucht leiden tot een aangetoonde reductie in levensverwachting door hartziektes en longkanker. Vooral kinderen zijn een kwetsbare groep omdat ze veel buiten spelen. Volwassenen die buiten sporten, vormen eveneens een kwetsbare groep.
De waarden van PM10Â zijn al gereguleerd en worden regelmatig gecontroleerd in de Europese Unie. Het meten van PM2,5-waarden is echter zeldzaam, er moeten meer meetstations worden geïnstalleerd om deze waarden te kunnen meten. PM10Â wordt hoofdzakelijk in industriezones gevonden, hoewel het licht is en door de wind kan worden meegevoerd naar andere gebieden. Binnen de EU hebben België, Nederland, Noord-Italië, Duitsland en Midden-Europa de hoogste concentraties.
De nieuwe richtlijn zal lidstaten verplichten om PM2,5 -waarden te bewaken door meetstations op te zetten of bestaande meetstations zo uit te rusten dat de kleinste deeltjes ook kunnen worden gemeten. De nieuwe richtlijn bevat ook grenswaarden voor PM2,5 in de lucht.
* 2010: een streefdoel van maximaal 25 microgram per kubieke meter lucht (als gemiddelde per jaar);
* 2015:Â een bindende grenswaarde van 25 microgram per kubieke meter lucht;
* 2020: de grenswaarde moet worden gereduceerd tot 20 microgram per kubieke meter lucht (na een evaluatie in 2013).
Het Parlement wilde ook een meer ambitieuze jaarlijkse gemiddelde grenswaarde voor PM10 instellen maar het kreeg hiervoor niet voldoende steun in de Raad van Ministers en accepteerde handhaving van de bestaande waarden om nu een akkoord voor nieuwe wetgeving te bereiken.