Windturbines: pro's, contra's en de regel van de wet
In dit artikel
Windturbines: pro's, contra's en de regel van de wet
- De pro’s en contra’s van onshore windturbines op een rijtje
- Wat zeggen de energie providers?
- Wat is het standpunt van de Wereldgezondheidsorganisatie en wat is toegelaten volgens de Vlaamse wetgeving?
- Wat zijn de klachten van omwonenden?
- Hoe denken onze buurlanden erover?
- Wat zijn de desiderata en de besluiten?
dossier
Milieuvriendelijke energie, duurzaamheid, minder fossiele brandstoffen … dat willen we allemaal. Iedereen is pro ‘groene energie’, maar niemand ziet graag een windturbine in zijn achtertuin opduiken. Ze zorgen voor visuele hinder en geluidslast.
Maar zijn ze ook gevaarlijk? En wat is de impact op je gezondheid als je een windturbine als ‘buur’ hebt?
De pro’s en contra’s van onshore windturbines op een rijtje
- Windturbines produceren groene energie en doen dat quasi zonder CO2-uitstoot. Gemeten over zijn volledige levensduur stoot een windturbine ongeveer 10 gram CO2 uit per opgewekt kilowattuur (kWh), wat ongeveer vier keer minder is dan zonnepanelen en 70 à 100 keer minder dan een kolencentrale.
- Windenergie helpt de klimaatverandering tegengaan en het is een van de snelst groeiende stroombronnen. Het Internationaal Energieagentschap (IEA) verwacht dat windenergie tegen het jaar 2050 een aandeel van 18% zal hebben in de totale stroomvraag wereldwijd. De beste locaties om dergelijke turbines in te planten, zijn de zeeën, meren en andere open vlaktes waar er geen obstakels zijn die de wind afremmen.
- Deze vorm van energie is onbeperkt voorradig, want wind is een onuitputtelijke bron die er altijd zal zijn.
- Volgens het Nederlandse ‘Wattisduurzaam’ bestaat een windturbine hoofdzakelijk uit staal, glasvezel of zelfs hout en textiel. Enkel voor de magneten worden zeldzame grondstoffen gebruikt, schrijven ze.
Lees ook: Kunnen windturbines gezondheidsklachten veroorzaken?
Zij voegen eraan toe dat het rendement van zonnepanelen (die quasi geen hinder en last veroorzaken) stukken hoger ligt, maar dat het een minder interessante optie is voor de industrie, de energiebedrijven en de intercommunales omdat de financiële bonus niet zo groot is.
Wat zeggen de energie providers?
We gingen even piepen op de websites van Eneco en Essent. De laatste beaamt dat windenergie inderdaad relatief duur is, maar beschouwt dat als een tijdelijke situatie. Essent gaat ervan uit dat de prijs van windenergie zal dalen naarmate het aantal turbines toeneemt.
Het feit dat de technieken blijven verbeteren en steeds performanter worden, zou gestaag resulteren in een groter rendement, zeker voor wat de windturbines op zee betreft.
De repliek van Essent op het argument dat windturbines hinder veroorzaken is dat moderne modellen al veel stiller zijn dan de (oudere) pioniers en dat ze aan strenge geluidsnormen moeten voldoen. Daarom staan ze in de praktijk meestal niet dichter dan 400 m in de buurt van huizen, besluit Essent.
Wat is het standpunt van de Wereldgezondheidsorganisatie en wat is toegelaten volgens de Vlaamse wetgeving?
- In haar laatste update rond de geluidsrichtlijnen (oktober 2018) maakt de Wereldgezondheidsorganisatie voor het eerst gewag van windturbinegeluid. De laagfrequente geluiden (zie verder) die windturbines produceren, maken echter geen deel uit van deze studie omdat de wetenschappelijke elementen om ze te meten niet voorhanden zijn.
In dat rapport stelt ze dat blootstelling aan windturbinegeluid overdag niet boven de 45 decibel (dB(A) Lden) * zou mogen gaan, wat vergelijkbaar is met zeer zachte radiomuziek. Het overschrijden van die grens wordt namelijk geassocieerd met ongunstige gevolgen voor de gezondheid. Voor de gemiddelde toegelaten blootstellingniveaus ‘s nachts worden er geen aanbevelingen gedaan omdat het bewijsmateriaal daarvoor niet toereikend is. Om die negatieve gezondheidseffecten van windturbines te verminderen, beveelt de WGO de beleidsmakers ‘onder voorbehoud’ aan (‘conditionally recommends’) om gepaste maatregelen te nemen en de normen voor ‘toegelaten blootstelling aan het geluid van windturbines’ te reduceren tot de ‘gemiddelde toelaatbare waarden die gelden voor geluid in het algemeen’.
Zij besluiten als volgt wat de gemiddelde blootstelling aan geluid betreft: er wordt onder voorbehoud aanbevolen om de geluidsniveaus die door windturbines worden geproduceerd onder de 45 dBLden te houden aangezien windturbinegeluiden boven dit niveau geassocieerd worden met ongunstige gevolgen op de gezondheid.
* uitleg bij de begrippen Lden en dB(A): zie https://www.health.belgium.be/nl/verklaring-van-technische-begrippen-over-geluid
- En daar precies wringt het schoentje, want volgens bijvoorbeeld de ‘Bond Beter Leefmilieu’ gaat het hier om ‘voorwaardelijke aanbevelingen’ waarvoor het wetenschappelijk bewijs veel beperkter is dan voor ‘strenge aanbevelingen’ die de WGO doet voor andere geluidsbronnen. Daardoor, zo zegt ‘Bond Beter Leefmilieu’, zijn de mogelijke gezondheidseffecten onzeker. Bovendien is het publiek dat aan dergelijke hinder wordt blootgesteld ook beperkt (in tegenstelling tot bijvoorbeeld het aantal mensen dat wordt blootgesteld aan lawaai van auto- of luchtvaartverkeer). Trouwens zou volgens hen uit dat onderzoek ook blijken dat de last-ervaring een emotionele link heeft: wie tegen is, zal ook veel sneller hinder ervaren. De Vlaamse milieuwetgeving (Vlarem) volgt die aanbevelingen van de WGO, zegt ‘Bond Beter Leefmilieu’. Volgens de Vlaamse geluidsnormen mag de grens van 44 decibel overdag en 39 decibel ’s avonds en ’s nacht niet overschreden worden in woongebieden. Tenzij er achtergrondgeluiden zijn die hoger liggen (bv. een autostrade vlakbij), dan mag een windturbine evenveel geluid produceren. Ook in industriegebieden zijn de normen soepeler.
- Volgens ‘windmolenklachten.be’ dat we verder in de tekst gemakkelijkheidshalve ‘het burgerplatform’ zullen noemen, is de ‘45 dB(A) Lden norm uit het WHO-rapport geenszins vergelijkbaar met de maximale grensnormen binnen Vlarem, bijvoorbeeld 55 of 60 dB(A) rond industriegebied en 43 dB(A) overdag in woongebieden, omdat de verschillende berekeningswijzen helemaal niets met elkaar te maken hebben’.
Marc Amelinckx van ‘Leefbare Energie Vlaanderen’ voegt daar nog het volgende aan toe: Vlarem deel 1 legt de milieukwaliteitsnorm vast voor geluid in de open lucht. Die differentieert volgens de zone (industrie, woonzone …) en de wetgever legt daar ook criteria voor nachtnormen vast. Voor windturbines daarentegen is dat niet het geval. Het is frappant dat die in landbouwgebied bijvoorbeeld bijna drie keer(*) zoveel geluid mogen produceren. Waarom moet er een uitzondering worden gemaakt voor windturbines? Er is duidelijk lobbywerk vanuit sector geweest om die normen aan te passen…
Een andere tekortkoming is dat er in de wetgeving geen rekening wordt gehouden met LFG (laagfrequent geluid of infrasoon geluid). Dat wordt niet uitgedrukt in dB(A) maar in dB. Het probleem is dat er geen oordoppen of koptelefoons bestaan die dat infrasoon geluid filteren. En toch heeft 10- 20% van de omwonenden last van die lage tonen. Vooral kinderen en jongeren horen meer lage frequenties dan volwassenen en ouderen.
Even ter verduidelijking: Hoeveel lawaai maakt een windturbine precies? Hoe hoger de windsnelheid, hoe meer geluid de windturbine zal produceren. Bij een moderne windturbine ligt het geluidsniveau tussen de 90 en 100 decibel bij meting vlakbij. Het aantal decibel varieert uiteraard in functie van de afstand waarop de meting wordt gedaan.
(*) Elke 3 db(A) meer is een verdubbeling van het geluid, want geluid wordt uitgedrukt in een logaritmische schaal. De milieukwaliteitsnorm in landbouwgebied is 35 db(A) en windturbines mogen tot 43 db(A) geluid maken. Het verschil is dus 8 db(A), wat bijna 3 à 4 keer meer is dan de milieukwaliteitsnorm.
Wat zijn de klachten van omwonenden?
In 2013 publiceerde de Belgische Hoge Gezondheidsraad een wetenschappelijk beleidsadviesrapport over de impact die windturbines in woongebieden hebben op de gezondheid van omwonenden. Daarin zeggen ze dat het onwaarschijnlijk is dat moderne windturbines, behalve hinder en eventueel slaapverstoring, een
directe weerslag hebben op de gezondheid en het welzijn. Maar ze voegen eraan toe dat zowel hinder als slaapverstoring bovenmatige stress kunnen veroorzaken, wat op zijn beurt negatieve gevolgen kan hebben voor de gezondheid en het welzijn van de betrokken personen. Vervolg citaat: ‘Indien het begrip gezondheid wordt verruimd tot de kwaliteit van leven, dat ook geacht wordt welzijn te omvatten, is één van de voornaamste omgevingseffecten op de gezondheid de hinder die wordt toegeschreven aan het geluid van de draaiende windturbines, zowel overdag als 's nachts. In welke mate er sprake is van hinder - zowel voor individuen als voor de bevolking - kan enkel worden beoordeeld indien ook rekening wordt gehouden met andere factoren, zoals de manier waarop de windturbines of windmolenparken het landschap veranderen en de gehechtheid van de omwonenden aan hun plaatselijke omgeving verstoren’. Voor de rest van het artikel verwijzen we naar https://www.health.belgium.be
1. Lage tonen of laagfrequent geluid (LFG)
- Volgens het burgerplatform produceren grote windturbines repetitieve (amplitude-modulerende), zeer lage en dus meestal onhoorbare tonen die zich over grote afstanden verplaatsen. Tot op één of twee kilometer afstand kunnen mensen in huis, zelfs met de ramen dicht, blootgesteld worden aan een te hoge dosis pulserend infrageluid. Infrageluid op zich is meestal geen probleem, het komt ook in de natuur voor, het zijn de repetitieve trillingen ervan die een stoorzender vormen. Telkens als een wiek de mast passeert, dat is ongeveer elke seconde, wordt er een dergelijke lagedrukgolf of trilling geproduceerd. Vergelijk het met een lekkende kraan die irritant op de zenuwen kan werken.
In een windturbinepark is er dan nog eens de cumulatie van al die afzonderlijke lage frequenties: een hoop lekkende kranen samen …
- Neurowetenschapper Prof. Dr. Paul Van de Heyning (UZA/UAntwerpen) is dezelfde mening toegedaan. Ook hij is ervan overtuigd dat te sterke geluiden van windturbines de gezondheid wel degelijk kunnen schaden. De binnenshuis gemeten niveaus mogen de 40 dB(A) zeker niet overschrijden. Bovendien is er een sterke ‘individuele gevoeligheid’ (= hoe men lawaai ervaart en verdraagt) en speelt ook de factor ‘individuele waarneming’ (sommige personen horen en nemen erg lage frequenties waar) een rol. De mate van geluidshinder wordt tevens beïnvloed door de visuele hinder en ook bepaalde ooraandoeningen zorgen ervoor dat je gevoeliger bent voor geluid.
Windturbines kunnen tot 90 decibel de lucht insturen. De laagfrequente geluiden (3 tot 5 hertz) die ze produceren, zijn niet hoorbaar maar wel waarneembaar voor de mens. Dat onhoorbaar geluid kan dezelfde effecten hebben als hoorbaar geluid. Die lage intensiteiten kunnen worden ‘gevoeld’, ook door het evenwichtsorgaan, en sommige mensen zijn er extra gevoelig voor. Van lage tonen is trouwens bekend dat ze zich zeer ver kunnen voortzetten. Dat kan bijvoorbeeld 10 kilometer gaan, vergelijk het met dondergeluiden.
Ook in je slaap registreer je geluid en zelfs beperkt nachtlawaai kan je uit een diepe slaap halen. Volgens de Griefahn-normen zijn er vanaf 40 dB(A) veranderingen in het slaapstadium en in autonome reacties zoals verandering van hartslag en bloeddruk. Het zorgt ervoor dat je adrenalineniveaus stijgen en je hersenen actiever worden waardoor ze onvoldoende recupereren. Dat kan op zijn beurt leiden tot slaaptekort en chronische stress, diabetes, problemen aan hart- en bloedvaten, maar ook psychische en psychiatrische problemen, evenals meer alcohol- en drugsgebruik.
- Huisarts Sylvia van Manen klaagt het probleem eveneens aan in ‘Medisch Contact’. Laagfrequente geluiden, zoals door een windturbine geproduceerd, kunnen niet gehoord worden door het menselijk oor, maar bij experimenteel onderzoek blijkt wel dat ze leiden tot een krachtige elektrische respons van de cochlea (het deel van het binnenoor dat ervoor zorgt dat we kunnen horen). Prof. dr. Colin Hansen publiceerde daarover een boek (Wind Farm Noise, measurement, assessment, and control) met honderden literatuurverwijzingen naar wetenschappelijk onderzoek daaromtrent. Naar schatting zijn 10 à 20% van de mensen gevoelig voor LFG en het ziet ernaar uit dat de gevoeligheid toeneemt met het tijdsverloop, na een langere blootstelling dus. Dat is op zich al een belangrijke reden om jonge kinderen niet in de nabijheid van een windturbine te laten verblijven, laat staan opgroeien. En die hinder zal nog toenemen, want de nieuwe en grotere types windturbine produceren nog meer laagfrequent geluid.
Ook in hun slaap reageren mensen op omgevingsgeluiden. Niveaus van 33 decibel volstaan al om reacties zoals tachycardie te veroorzaken en de nachtrust te verstoren. Jonge kinderen, ouderen en mensen die al last hebben van een slaapstoornis zijn daar extra gevoelig voor. Een chronisch slaaptekort bij kinderen remt trouwens de ontwikkeling van de hersenen af.
- De Portugese Marianne Alves Pereira heeft ruim dertig jaar onderzoek gedaan naar de gevolgen van blootstelling aan laagfrequentgeluid. Zij kwam tot de conclusie dat dit onhoorbare geluid de oorzaak is van de Vibro Acoustic Disease (VAD). Deze ziekte kan zich ontwikkelen wanneer iemand langdurig en intens wordt blootgesteld aan laagfrequentgeluid en ze ontstaat geleidelijk. Het gevolg kan zijn dat er een vaatverdikking ontstaat in het weefsel rondom het hart en de bloedvaten, wat op zijn beurt kan leiden tot hartfalen met de dood als gevolg. Zij vindt het zelfs nodig om een afstand van 20 km tot de woonzone te respecteren. Zij onderzocht vooral arbeiders en mecaniciens die werkzaam waren in de luchtvaartindustrie en daarbij frequent aan LFG werden blootgesteld. Zij concludeert dat die groep meer gezondheidsproblemen heeft (aandoeningen aan hart en hersenen vooral) en dat er meer overlijdens zijn door hartfalen en leukemie.
Natuurlijk zal niet iedereen problemen ervaren of met zekerheid weten waar een nieuwe gezondheidsklacht precies vandaan komt, zegt het burgerplatform. Maar het komt wel regelmatig voor dat dergelijke klachten tijdelijk verdwijnen als men een tijdje van huis is. Dat bewijst veel, er zijn trouwens zeer overtuigende getuigenissen hieromtrent. Mensen die dicht bij windturbines wonen voelen zich vaak geagiteerd, alsof ze onder stroom staan… Sommigen hebben last van chronische hoge bloeddruk sinds de komst van de windturbines.
2. Slagschaduw
De rotorbladen van een windturbine geven slagschaduw. Dat kan vergeleken worden met het effect van een soort stroboscoop waarbij er telkens een fractie van een seconde zon wordt afgewisseld door een fractie van een seconde schaduw. De hoeveelheid slagschaduw waaraan omwonenden mogen worden blootgesteld, is wettelijk bepaald. Volgens de Vlarem-normen mag een omwonende binnen- of buitenshuis maximaal 30 uur slagschaduw per jaar ondervinden.
Toch is die slagschaduw niet alleen vervelend, hij kan hij ook heel wat last en stress bezorgen, zegt het burgerplatform. In bepaalde gevallen zou hij zelfs tot epileptische aanvallen leiden. Bovendien zouden sommige leveranciers van groene of hernieuwbare energie de normen niet naleven.
3. Geluidsoverlast
De mate van geluidsoverlast die omwonenden ondervinden, hangt af van de afstand tot de windmolen(s), het weer en de windsterkte, de windrichting, of het dag of nacht is. Natuurlijk ook van de afstand van hun huis tot de windturbines, het aantal windturbines in hun buurt en hun interactie met de visuele omgeving.
Als je vlak onder een turbine staat, valt het geluid meestal wel mee. Dat heeft te maken met het feit dat geluid zich horizontaal verplaatst. Volgens het burgerplatform ervaren de omwonenden vooral binnenshuis geluidsoverlast. Jammer genoeg wordt er daar niet gemeten door de controlerende instanties en is er in de wetgeving zelfs geen eenduidigheid over de meetmethoden.
Uit metingen die Frits van den Berg, doctor in de wiskunde en natuurwetenschappen en auteur van ‘The sound of high winds: The effect of atmospheric stability on wind turbine sound and microphone noise’, in een Nederlands windturbinepark noteerde, blijkt trouwens dat het ’s nachts windstil kan zijn aan de grond terwijl het hoger wel waait. Hierdoor draaien hoge windturbines vaak sneller ’s nachts dan overdag en maken ze ook meer lawaai. Omwoners vergelijken dat hinderlijke en fluctuerende geluid vaak met dat van een eindeloze trein. Overheid en exploitanten van windenergie wimpelen die klachten meestal weg als een ‘not in my backyard’-houding, maar mensen die binnen een straal van 1 à 2 kilometer van (een) windturbine(s) wonen, hebben er wel degelijk last van, zegt hij. Windenergie is te veel big business.
Hoe denken onze buurlanden erover?
Denemarken en de Duitse deelstaat Beieren, de voorlopers van de windenergie, zijn momenteel ook de koplopers wat het in vraag stellen van onshoreturbines betreft. Zij zijn ook tot een wettelijke regeling gekomen wat de minimale afstand ‘windmolen(s) - woonzone’ betreft.
In Beieren heeft de federale overheid in 2016 al bepaald dat de minimale afstand tussen turbines en bewoning minstens tienmaal de tiphoogte moet bedragen (de 10-H-regel). Ook Polen en Finland respecteren die norm. Bij een turbine van 200 m hoogte moet er dus een afstand van 2 km gerespecteerd worden.
Een onderzoek van de Académie Nationale de Médecine in Parijs dat dateert van 2017 nuisances-sanitaires-des-eoliennes-terrestres-rapport-de-l-academie-nationale-de-medecine-france stelt dat voor een windturbine een minimumafstand van 1.500 m aangewezen is om de gezondheidsrisico’s voor de omwonenden tot op een aanvaardbaar niveau te houden. In Vlaanderen staan turbines soms op slechts 150 m afstand van huizen.
In verschillende staten van Amerika en Canada en in Australië gaat men zelfs nog een stapje verder en hanteert men afstanden tot 3 à 4 km, uit veiligheidsoverwegingen.
Wat zijn de desiderata en de besluiten?
- Het burgerplatform slaat een noodkreet in de richting van de overheid en dringt erop aan dat de Vlarem-wetgeving dringend zou worden aangepast om de omwonenden van grote windturbines te beschermen. Ze vragen dat er, in navolging van de meeste van onze buurlanden, ook acceptabele maatregelen worden getroffen die de minimumafstand ‘windturbines-woonzones’ wettelijk bepaalt. Ze dringen erop aan dat de Vlaamse, evenals de Waalse wetgeving, wordt bijgestuurd volgens de Europese normen die een voorafgaandelijke milieubeoordeling opdragen. Ze vragen dat de Vlaamse milieuwetgeving het aangereikte instrumentarium daarvoor gebruikt, namelijk milieuonderzoek en milieurapportage op planniveau (de plan-MER) waarbij ook alle effecten op mens en milieu in kaart worden gebracht.
Leefbare Energie Vlaanderen klaagt het aan dat de (getroffen) burgers in dit verhaal niet worden gehoord en dat de lobby van de windmolenenergie te veel macht heeft. Het zijn telkens dezelfde deskundige sprekers die op alle symposia van de politieke partijen aanwezig zijn en zij werken voor de bedrijven die in de windenergie actief zijn…
In Wallonië, zo zeggen ze, is de wetgeving die je de tegenhanger van Vlarem 2 zou kunnen noemen trouwens vernietigd. Actiegroepen daar zijn naar het Europees Hof gestapt en hebben die tenietdoening verkregen omdat er ook in Wallonië geen plan-MER was gemaakt. Daarin staat dat alle ‘stakeholders’, dus ook de burgers, moeten worden bevraagd. Zo komt men tot een gefundeerde wetgeving.
De auditeur van het Europees Hof heeft nu onlangs geadviseerd dat ook de Vlarem-wetgeving vernietigd zou worden. Het Vlaams parlement weet dat ze voor een groot probleem staan want dan is er geen wetgevend kader meer. Het positieve nieuws is dat er dan een nieuwe wetgeving moet komen, maar de keerzijde van de medaille is dat er tijdelijk een vacuum zal zijn waar er geen normen meer zijn en waar exploitanten alles kunnen doen waar ze zin in hebben.
- Huisarts Sylvia van Manen zegt in ‘Medisch contact’ dat er wereldwijd identieke klachten zijn bij mensen die in de buurt van een windturbine wonen: chronische slaapproblemen, hoofdpijn, tinnitus, een gevoel van druk op de oren, duizeligheid, luchtwegproblemen, tachycardie (hartritmestoornissen), prikkelbaarheid, concentratie- en geheugenproblemen, angstgevoelens en inwendige trillingen …. om de belangrijkste te noemen. De (deels waarneembare) geluiden van de turbine, de trillingen en de slagschaduwen die ze veroorzaken, worden als mogelijke oorzaken van deze problemen beschouwd. Daarom vindt ze dat het hoog tijd is dat ook bij de bouw van windturbines in een woonzone of bewoonde omgeving het voorzorgsbeginsel (*) wordt toegepast. Er zijn namelijk ruim voldoende aanwijzingen voor gezondheidsschade bij omwonenden. De laagfrequent geluids- en drukgolven, slagschaduw en – knipperende – lichten die door windturbines worden veroorzaakt, kunnen tot gezondheidsproblemen leiden die momenteel te weinig serieus worden genomen.
Dat er een aantoonbare link is tussen de aanwezigheid van turbines en deze klachten is nog niet ‘wetenschappelijk bewezen’, maar het kan nog jaren duren vooraleer onafhankelijk onderzoek op dit gebied de oorzaak-gevolgrelaties hard maakt. Het probleem is dat er momenteel onvoldoende biomedisch onderzoek wordt gedaan voor en na plaatsing van een windturbine, zoals bijvoorbeeld polysomnografie, bloeddruk- en hartslagmeting, meting van stimulus-responstijd bij kinderen…
In 2017 is in Nederland het eerste onderzoek verschenen waarbij een significante link wordt aangetoond tussen het plaatsen van windturbines en een toename van het aantal zelfmoorden, besluit van Manen.
- Ook professor Paul Van de Heyning concludeert dat er voldoende redenen zijn om geen windturbines te plaatsen waarvan de invloed voelbaar en hoorbaar is in een woonzone, wat niet betekent dat hij anti-windturbines is. ‘Not in my backyard’ is geen haalbare slogan, zo zegt hij, want er is een maatschappelijke en ecologische noodzaak om in windenergie te voorzien.
Anderzijds is er momenteel ook een probleem wat de norm ‘aanvaardbaar geluid’ betreft, zegt hij. Dat moet geobjectiveerd worden. Ook over de manier waarop je de geluiden moet meten, is er discussie. En er is wel een omzettingstabel naar wat ons menselijk oor met geluid doet. Onafhankelijke ingenieurs die onderlegd zijn in die materie zouden moeten berekenen en meten, inclusief metingen binnenshuis, op welke afstand windturbinegeluiden en -trillingen aanvaardbaar zijn, rekening houdend met de huidige isolatienormen. Zij zouden de geluidscontouren voor de gezondheid in kaart kunnen brengen, namelijk aantonen welke de onschadelijke grenzen zijn in functie van de afstand. De Vlarem-norm voor nachtelijk geluid in de open lucht (35 decibel) in woongebied dat geen bufferzone is en op meer van 500 m van een ‘bedrijfszone’ ligt, is aanvaardbaar als er voldoende controle wordt uitgeoefend op de naleving ervan, want vanaf 37 decibel neemt de hinder toe. In woongebied dat zich op minder dan 500 m van een ‘bedrijfszone’ situeert, is de norm al 40 of 45 dB(A) maar dat is geen vrijgeleide om een windturbine op 500 m te zetten… De normen voor dezelfde zones overdag liggen respectievelijk op 45 en 50 dB(A).
Natuurlijk is het niet verantwoord dat iemand in de slagschaduw moet wonen of gezondheidsschade ondervindt, maar de afweging wat er maatschappelijk nodig is en hoeveel hinder dat mag veroorzaken is onafwendbaar. Zoals ik al aangaf, spelen ook individuele factoren een rol.
(*) Volgens het voorzorgsbeginsel dat door de Europese Commissie in het leven werd geroepen mag (de distributie van) een mogelijk gevaarlijk product uit de handel genomen worden en mag iets wat een potentieel risico inhoudt voor de gezondheid op inactief worden gezet wanneer de burger zich bedreigd voelt en wanneer de wetenschappelijke gegevens geen volledige risicobeoordeling mogelijk maken. Met andere woorden: de overheid kan beschermende maatregelen nemen tegen mogelijk schadelijke milieueffecten van een situatie, ook als die effecten nog niet onomstotelijk zijn bewezen.
Belangrijke noot: In een recente Noorse studie die dateert van 2016 (Windmill Noise Annoyance, Visual Aesthetics, and Attitudes towards Renewable Energy Sources) kwamen de onderzoekers uit op een minimumafstand van ongeveer 1500 meter. Mensen die dichter bij een windturbine wonen, lopen dus gezondheidsrisico's.
Bronnen
‘Environmental Noise Guidelines for the European Region’ World Health Organization
Gesprek met Professor Paul Van de Heyning
Gesprek met Marc en Noëla Amelinckx
Gesprek met Professor Paul Van de Heyning
Gesprek met Marc en Noëla Amelinckx
auteur:
Hilde Deweer,
lifestylejournalist