Mogelijk verband tussen ‘restless legs’ en erectiestoornissen

nieuws Bij mannen die lijden aan het ‘restless legs syndroom’ komen tot 80% meer erectiestoornissen voor dan bij mannen zonder het syndroom.
Het Restless Legs syndroom (RLS) of rusteloze benen syndroom (RBS) is een neurologische aandoening die zich kenmerkt door een irriterend, branderig gevoel - alsof er insecten rondkruipen - diep in de kuiten, soms beurtelings, soms in beide kuiten tegelijk. De aandoening kan zich ook voordoen in de bovenbenen, voeten, romp en armen. Ze is niet pijnlijk maar kan erg vervelend en hinderlijk zijn. De symptomen zijn ’s avonds en ’s nachts het ergst, vooral als men ligt, maar ze kunnen ook overdag optreden bij een tijd stilzitten (bv. voor TV, tijdens een vergadering…).

Hoe meer RBS-klachten, hoe groter de kans op erectiestoornissen, zo blijkt uit een Amerikaanse studie in het vakblad Sleep (januari 2010). De studie analyseerde gegevens van een duizendtal mannen met RBS, en vergeleek die met mannen zonder RBS. Ruim 549 van de RBS-patiënten hadden gemiddeld 5 tot 14 keer per maand last van RBS, 400 rapporteerden 15 of meer episodes per maand. 53% van de mannen met RBS hadden ook erectiestoornissen, tegenover 40% bij de mannen zonder RBS. Bij mannen met minder dan 14 episodes per maand was de kans op erectiestoornissen verhoogd met 14%, bij mannen met meer dan 14-klachtenepisodes per maand met bijna 80%.

In vergelijking met mannen zonder RBS waren de RBS-patiënten gemiddeld ouder, rookten ze meer, bewogen ze minder, waren ze gemiddeld zwaarlijviger en namen ze vaker antidepressiva. Maar die factoren bleken niet of nauwelijks van invloed te zijn op het voorkomen van erectiestoornissen.

Alhoewel deze studie geen direct verband tussen beide aandoeningen kan aantonen, suggereert ze toch dat er mogelijk een gemeenschappelijk mechanisme aan de basis ligt. Volgens de auteurs gaat het in beide gevallen mogelijk om een verstoorde werking van bepaalde zenuwcellen in dat deel van de hersenen waar de spierbewegingen worden bestuurd. Die zenuwcellen maken dopamine aan, een chemische stof die een belangrijke rol speelt in het doorgeven van signalen van de ene hersencel naar de andere.