Dagelijks bewegen kan genetische voorbeschiktheid op obesitas tot 40 procent verminderen.
nieuws
Dat obesitas in belangrijke mate genetisch bepaald is, was al langer bekend. Onderzoekers van de University of Cambridge hebben die genetische voorbeschiktheid nu in kaart gebracht en ook gekeken waarom sommige mensen die genetisch belast zijn wél en andere minder last hebben van obesitas. Fysieke activiteit lijkt daarbij een belangrijke factor te zijn (PLoS Med 2010).
Ze stelden ten eerste vast dat wie meerdere genetische varianten heeft die tot obesitas leiden, zijn risico op overgewicht cumulatief ziet verhogen. Ze identificeerden 12 genvarianten die te maken hebben met obesitas. Elk van deze genvarianten leidde tot een gemiddelde verhoging van het BMI met 0,154 kg/m2. Dit komt voor een persoon van 1,70 meter ongeveer overeen met 0,5 kg extra lichaamsgewicht per genetische variant. Mensen bij wie twee van die genvarianten voorkwamen, hadden dus een risico om 1 kg zwaarder te zijn, mensen met drie varianten 1,5 kg, enz.
Wanneer ze die gegevens koppelden aan de fysieke activiteit, bleken er echter grote individuele verschillen te bestaan.
Bij mensen die nauwelijks bewogen (een sedentair beroep, geen extra beweging) zorgde één genvariant voor een verhoging van het BMI met 0,205kg/m2 (of 0,6 kg extra gewicht voor iemand cvan 1,70 m groot). Bij iemand die wel actief is (een sedentaire job en één uur extra beweging per dag, of een fysiek actieve job) verhoogt één genvariant het BMI maar 0,131 kg/m2, of 379 gram lichaamsgewicht.
Dit betekent dat een fysiek actieve levensstijl de genetische voorbeschiktheid op obesitas met maar liefst 40 procent kan verminderen. Obesitas hoeft dus geen noodlot te zijn: meer bewegen kan helpen om de genetische voorbeschiktheid minstens gedeeltelijk te neutraliseren.