Kinderen in de auto: gordel om
nieuws
Uit bezorgdheid om hun veiligheid brengen we onze kinderen vaak met de auto naar school. Maar het gevaar verdwijnt hierdoor niet. Meer dan de helft van de kinderen die gewond of gedood raken in het verkeer, zijn immers autopassagier.
• Laat uw kind aan de kant van de school op het trottoir in- of uitstappen. Parkeer liever op enige afstand van de schoolpoort en laat uw kind over het trottoir aan dezelfde kant verder stappen. Ga niet in een dubbele rij parkeren of stilstaan.
• Leer uw kind altijd de veiligheidsgordel om te doen, ook voor kleine verplaatsingen. Combineer voor kinderen vanaf 3 à 4 jaar (ongeveer 18 kg) de gordel met een verhogingskussen. Zorg ervoor dat vastklikken een gewoonte wordt, zodat u er ook op kan rekenen dat uw kind zich spontaan vastmaakt als het met anderen meerijdt.
• Doe zelf altijd uw gordel om: het is moeilijk uw kind te verplichten zich vast te klikken als u dit zelf niet doet.
• Kinderen van 13 tot 18 kilogram moeten in een kinderzitje dat in de rijrichting bevestigd is. Kinderen van 18 tot 36 kg of vanaf 1m10 moeten op een verhogingskussen plaats nemen. Voor jonge kinderen is een verhogingskussen met ruggesteun aangeraden. De ruggesteun zorgt ervoor dat de gordel correct over de schouder loopt en biedt ook een goede zijdelingse bescherming, vooral ter hoogte van het hoofd. Een verhogingskussen kan enkel correct gebruikt worden in combinatie met een driepuntsgordel. Het mag niet gebruikt worden in combinatie met een heupgordel (2puntsgordel). Vanaf 1m35 laat de wet toe dat een kind alleen met een veiligheidsgordel wordt vastgemaakt.
• Elk kind moet beschikken over een volwaardige plaats in de auto. Op een achterbank met drie zitplaatsen mogen dan ook maar drie kinderen plaatsnemen. Een vierde moet vooraan, als het tenminste goed vastgemaakt is, ouder is dan 3 jaar en groter is dan 1,35 m.