Minder zitten tijdens de zwangerschap zorgt voor lager vetpercentage bij baby’s

Een Europese studie toont aan dat wanneer obese vrouwen minder tijd zittend doorbrengen tijdens de zwangerschap, hun baby’s bij de geboorte een lager vetpercentage hebben.

Overgewicht en obesitas zijn een groot probleem voor de maatschappij en de gezondheidzorg in België. Momenteel is 12 tot 14 procent van de Belgische kinderen zwaarlijvig en 3 procent is obees. Zwangere vrouwen met obesitas krijgen vaak baby’s die ook zwaarlijvig zijn. Bovendien is de kans groot dat die baby’s ook als kind en volwassene te dik worden en dat hun risico op diabetes type 2 groot is. Daarom is het erg belangrijk dat de preventie van overgewicht en obesitas al voor de zwangerschap begint.

In de Europese DALI-studie kreeg een groep zwangere obese vrouwen uit 9 Europese landen advies over fysieke activiteit, gezond eten of een combinatie van beiden. Die groep werd vergeleken met een controlegroep van vrouwen die geen specifiek advies kregen. Na de geboorte werd bij 334 baby’s het vetgehalte gemeten. De resultaten tonen aan dat vrouwen die advies kregen over fysieke activiteit én gezonde voeding, minder kilo’s bijkwamen tijdens hun zwangerschap. De vrouwen deden vaker een fysieke inspanning, verbeterden hun eetgewoontes en brachten minder tijd al zittend door. Belangrijker nog was dat hun baby’s bij de geboorte minder vet hadden in vergelijking met de baby’s van de vrouwen die geen speciaal advies kregen tijdens de zwangerschap.

De DALI-studie onderzocht welk levensstijlaspect precies verband hield met de verlaging van het vetpercentage van de baby. Niet de hoeveelheid fysieke activiteit of gewichtstoename bij de vrouwen was de bepalende factor, maar wel de vermindering van de tijd die ze al zittend doorbrachten.