Postnatale depressie: symptomen en behandeling
dossier Een kind krijgen is een ingrijpende gebeurtenis. De jonge moeder maakt in korte tijd veel veranderingen door. Lichamelijk en hormonaal, maar ook emotioneel en sociaal. Ze staat opeens voor een nieuwe grote verantwoordelijkheid en de baby vraagt veel zorg. Geen wonder dat veel vrouwen de eerste dagen na een bevalling snel last hebben van spontane huilbuien, prikkelbaarheid, nervositeit en slaapproblemen. Die huildagen worden baby blues genoemd. Maar liefst 50 tot 80% van alle vrouwen die een kind krijgen, heeft er last van, veelal in de derde tot tiende dag na de bevalling.
Meestal gaan deze baby blues vanzelf over. Maar sommige vrouwen zijn maandenlang somber. Al hadden ze zich vooraf nog zo op de baby verheugd, nu die er is voelen ze zich niet blij. Ze zijn prikkelbaar, angstig en neerslachtig. Jonge moeders met deze klachten hebben een postnatale depressie. Soms beginnen de klachten pas na enkele weken, als de moeder stopt met borstvoeding geven of weer gaat werken.
Lees ook: Perinatale en postnatale OCS: dwanghandelingen of duistere gedachten die steeds terugkeren
Symptomen postnatale depressie
De symptomen van de postnatale depressie komen sterk overeen met die van andere depressies. De meest voorkomende klachten zijn:
- sombere stemming
- gebrek aan interesse en initiatief
- weinig plezier beleven aan de baby
- geen 'moedergevoel' hebben of juist overbezorgd zijn voor de baby
- extreme vermoeidheid en lusteloosheid
- huilbuien
- prikkelbaarheid en agressieve uitvallen (bijvoorbeeld schelden en verwijten maken)
- concentratieproblemen, verwardheid en vergeetachtigheid
- slapeloosheid of juist een extreem grote slaapbehoefte
- gebrek aan eetlust of juist overdreven eetlust
- weinig zelfvertrouwen en het gevoel niets waard te zijn
- het gevoel van binnen dood of leeg te zijn
- gevoelens van machteloosheid, wanhoop en angst en sterke neiging tot piekeren
- meer algemene klachten zoals hoofdpijn, duizeligheid en misselijkheid
Een enkele vrouw krijgt ook last van waandenkbeelden en verliest het contact met de werkelijkheid. Dan is er sprake van een postpartum psychose. De moeder denkt dan bijvoorbeeld dat het kind niet van haar is of ziet in een flits voor zich dat ze de baby van de commode laat vallen. Ze kan zo somber zijn dat ze denkt dat zij of de baby dood beter af is. In zo'n geval moet direct deskundige hulp worden ingeschakeld.
Lees ook: Postnatale depressie test
Veel beschreven verschijnselen lijken gewoon: een jonge moeder komt vaak slaap tekort, geen wonder dus dat ze moe is. En een baby is erg kwetsbaar, dus bezorgdheid ligt voor de hand. Maar de klachten nemen bij de postpartum depressie zulke extreme vormen aan dat de moeder haar taken niet meer normaal kan vervullen. De spreekwoordelijke roze wolk van het prille moederschap is een loodgrijs wolkendek geworden. Ook vrouwen die een miskraam of abortus hebben gehad, kunnen een depressie krijgen. Die wordt makkelijk over het hoofd gezien. Een tijdje verdrietig en in de war zijn is in die omstandigheden heel normaal, is dan vaak de gedachte. Lees ook: Postnatale depressie treft zowel mama’s als papa’s |
Oorzaken postnatale depressie
Een postpartum depressie ontstaat door een combinatie van biologische, sociale en psychische factoren.
Een belangrijke biologische factor is aanleg. Deze wordt deels bepaald door erfelijkheid: vrouwen bij wie depressie in de familie voorkomt, hebben een grotere kans een postpartum depressie te krijgen. Daarnaast kan fysieke en emotionele uitputting een depressie in de hand werken. Andere lichamelijke factoren zijn: veranderingen in de hormoonbalans, een verstoorde schildklierwerking en verstoring van de vitaminen-mineralenbalans (met name tekorten aan de vitamines B6 en B12, zink en ijzer).
Belangrijke sociale factoren die een depressie kunnen oproepen zijn ervaringen of gebeurtenissen - positieve of negatieve - waardoor het leven opeens sterk verandert. Een kind krijgen is zo'n ingrijpende verandering. Als deze samenvalt met andere ingrijpende gebeurtenissen, zoals een verhuizing of het overlijden van een dierbare, neemt de kans op een postpartum depressie toe. Ook relatieproblemen of een partner die weinig steun geeft tijdens de zwangerschap, de bevalling en de kraamdagen verhogen het risico. Soms heeft de postpartum depressie te maken met onverwerkte ervaringen uit het verleden.
Een andere sociale factor heeft te maken met de maatschappelijke normen over het moederschap en het ideale gezinsleven. Vrouwen horen perfecte, liefhebbende en gelukkige moeders te zijn: moeder zijn is immers 'het mooiste dat er is'. Zelf verwachten vrouwen vaak ook dat een baby hen gelukkig zal maken. Daar komt bij dat veel vrouwen tegenwoordig de zorg voor kinderen en huishouden combineren met een baan buitenshuis. Ze kunnen dan met zichzelf in conflict raken als het ze niet lukt de zware eisen van het moederschap en het bestaan als werkende vrouw probleemloos te combineren. Ze hebben het gevoel tekort te schieten of raken overbelast.
Ten slotte zijn ook psychische factoren, iemands persoonlijke eigenschappen, van invloed op het wel of niet krijgen van een postpartum depressie. Juist vrouwen die hoge verwachtingen hebben van het moederschap en zichzelf hoge eisen stellen, blijken gevoelig te zijn voor een postpartum depressie. Ze stellen zich vaak voor dat de zorg voor hun kind hen vanzelfsprekend afgaat en dat ze hun 'natuurlijke' moedergevoelens maar hoeven te volgen. De kloof tussen hun verwachtingen en de werkelijkheid kan groot zijn, bijvoorbeeld als hun kind veel huilt of vaak ziek is.
Ook kan een moeilijk verlopende zwangerschap, een bevalling met een onverwacht medisch ingrijpen of de noodzaak de baby in het ziekenhuis te houden terwijl de moeder thuis met een lege wieg zit, een postnatale depressie in de hand werken. Zulke ontwikkelingen passen immers evenmin in het verwachte sprookje. Ten slotte kunnen eigenschappen als slecht nee kunnen zeggen en moeilijk gevoelens kunnen uiten, de kans op een postpartum depressie vergroten.
Lees ook: Wie loopt een verhoogd risico op een postnatale depressie?
Wat kan je zelf doen?
Tips voor vrouwen met postnatale depressie
- Neem de klachten serieus.
- Probeer te accepteren dat je je niet voelt zoals je zou willen en verzet je er niet tegen.
- Praat met je omgeving over je gevoelens en zorgen, ook al vind je dat moeilijk.
- Sta jezelf 'fouten' toe: moeder zijn leer je met vallen en opstaan.
- Laat je partner ook voor de baby zorgen.
- Neem tijd en rust voor jezelf, met én zonder de baby.
- Zoek deskundige hulp als de klachten lang aanhouden of te hevig zijn.
Lees ook: Huilbaby’s: als troosten niet helpt
Tips voor de omgeving
- Praat met de jonge moeder over haar gevoelens en gedachten. Help haar te praten over de negatieve gevoelens, zonder dat ze zich daar schuldig over voelt.
- Probeer de depressieve gevoelens niet 'weg te praten' en geef geen adviezen en tips. Begrip, sympathie en de bereidheid serieus te luisteren zijn het belangrijkst.
- Overleg welk deel van de zorg voor kind en huishouden je als partner, familie en vrienden kunt overnemen, zodat de jonge moeder ook tijd voor zichzelf heeft.
- Iedereen in de omgeving van een vrouw met een postnatale depressie kan slachtoffer worden van haar agressieve buien en uitvallen. Bedenk dat die bij de depressie horen en dat juist jij het 'doelwit' bent omdat de moeder zich bij jou durft te uiten en veilig voelt.
- Overleg met de huisarts als je je zorgen maakt over de jonge moeder en deze elk probleem ontkent.
- Zoek meer informatie over postnatale depressie, in bibliotheek, boekhandel of op internet.
- Zoek zelf steun als het jou te veel wordt.
Lees ook: Getuigenis: “Ik mis mijn zwangere buik”
Behandeling postnatale depressie
- Therapie
De duur van een postpartum depressie is bij elke vrouw verschillend. Een onbehandelde depressie duurt gemiddeld vier tot zes maanden, maar kan ook langer aanhouden, soms zelfs jaren. Dat hoeft niet, want postpartum depressie is over het algemeen goed te behandelen. Met gesprekstherapie en medicijnen worden goede resultaten bereikt. Ook contact met lotgenoten, bijvoorbeeld in een zelfhulpgroep, kan bijdragen aan het herstel. Bij een lichamelijke oorzaak van de depressieve klachten zal de therapie zich richten op herstel van de lichamelijke balans, door behandeling met hormonen, vitaminen of mineralen.
- Medicijnen
De voorgeschreven medicijnen bij een postpartum depressie zijn meestal antidepressiva. Deze medicijnen beïnvloeden de stoffen in het lichaam die gevoelens en stemmingen bepalen. Bij meer dan de helft van de patiënten leiden antidepressiva tot vermindering van de depressie. Dit effect is voelbaar vanaf vier tot zes weken na het begin van het gebruik. De omgeving ziet vaak al eerder veranderingen. <
Voor een goed resultaat is het belangrijk de medicijnen lang genoeg, zeker vier tot zes maanden, te gebruiken. Antidepressiva zijn niet verslavend, maar hebben wel bijwerkingen. Deze verschillen per gebruiker en per soort. Overleg daarom met de arts over het antidepressivum dat het beste bij jou past. Combinatie van medicijngebruik met het geven van borstvoeding is tegenwoordig soms mogelijk, maar moet voor elke persoon zorgvuldig afgewogen worden. Verder is het belangrijk veranderingen in het gebruik te overleggen met de behandelaar.
Soms schrijft de huisarts of behandelaar tijdelijk kalmerings- of slaapmiddelen voor. Deze middelen werken direct en helpen tegen slapeloosheid, angstgevoelens, spanning en onrust. Het gebruik van slaapmiddelen wordt bij voorkeur tot enkele weken beperkt.
Lees ook: Mijn verhaal: HELLP en Postnatale depressie
Zo'n 60% van de vrouwen die een postpartum depressie hebben meegemaakt, krijgen hier bij een volgende zwangerschap opnieuw last van. Bepaalde maatregelen kunnen helpen om deze kans te verkleinen. Als een lichamelijke verstoring de oorzaak was van de depressieve klachten zijn deze te bestrijden met - bijvoorbeeld - een goede en gevarieerde voeding (met veel kalk en vitamine B6) of het gebruik van hormoonpreparaten direct na de bevalling. Ook kan het helpen tijdens de zwangerschap en na de bevalling veel rust te nemen, duidelijke kraambezoektijden in te stellen en ingrijpende veranderingen, bijvoorbeeld de start van een studie, in deze periode te vermijden. |
Bronnen:
https://www.gezondheidenwetenschap.be
https://www.kindengezin.be