Hypothyreoïdie of een te traag werkende schildklier: symptomen

dossier De schildklier is een vlindervormig orgaan vooraan in de hals, onder de adamsappel. Bij hypothyreoïdie maakt de schildklier te weinig schildklierhormonen aan of loopt er iets fout bij het transport van de hormonen naar de cellen, wat verschillende symptomen geeft.

Lees ook: Hypothyreoïdie of een te traag werkende schildklier: oorzaken en behandeling

Wat is de functie van de schildklier?

123-anat-schildklier-04-18.jpg
De schildklier produceert schildklierhormonen: thyroxine (T4) en thyronine (T3). Het grootste gedeelte van T4 en T3 is in het bloed gebonden aan eiwitten. De rest is het direct beschikbare of ‘vrije’ schildklierhormoon. 

De werking van de schildklier zelf wordt vanuit de hersenen geregeld door de hypofyse en de hypothalamus.

  • De hypothalamus – een onderdeel van de hersenen – produceert een hormoon: het TRH of thyreotropine vrijmakend hormoon.
  • Het TRH stimuleert de hypofyse, die zich ook in de hersenen bevindt, om het hormoon TSH (het thyreoïdstimulerend hormoon) af te scheiden.
  • TSH stimuleert de productie van de schildklierhormonen (T3 en T4) door de schildklier.

Dit mechanisme is enigszins vergelijkbaar met de werking van de centrale verwarming, waarbij de schildklier functioneert als de radiator en de hypofyse als de thermostaat.

Lees ook: Waarom ben ik zo moe?

De schildklierhormonen regelen onder meer de stofwisseling (het metabolisme): de opname van voedsel en het omzetten van voedsel in energie. De schildklier zorgt dus dat het lichaam genoeg energie krijgt om te werken. Bij volwassenen beïnvloedt de stofwisseling zaken zoals gewicht, concentratie, hartritme, spijsvertering... Bij kinderen heeft de stofwisseling bovendien een invloed op onder meer de verstandelijke ontwikkeling en de groei.

Wat is een traag werkende schildklier?

Normaal bestaat er een soort evenwicht en zorgen de hypothalamus en de hypofyse ervoor dat de schildklier niet te veel of te weinig schildklierhormonen produceert. Als er te weinig schildklierhormoon is wordt er meer TSH gemaakt. Daardoor neemt de productie van het schildklierhormoon toe. Als er genoeg is stopt de TSH stimulatie weer. Maakt de schildklier dan weer te weinig aan voor het lichaam dan komt er weer meer TSH vrij en zo voort.

Als de schildklier te weinig schildklierhormonen produceert, resulteert dit in een verlaagd metabolisme, en kunnen tal van lichaamsfuncties verstoord raken. Dit kan soms tijdelijk zijn waarbij spontaan herstel optreedt, maar meestal gaat het om een chronische aandoening.

Een te traag werkende schildklier komt vrij vaak voor. Naar schatting kampt ongeveer 6 procent van de bevolking met chronische schildklierproblemen. Binnen deze groep komt een te trage schildklier iets vaker voor dan een te snel werkende schildklier (hyperthyreoïdie). Een te traag werkende schildklier komt trouwens drie tot vier keer vaker voor bij vrouwen dan bij mannen. De kans op een schildklierstoornis neemt ook toe met de leeftijd. Zo zou naar schatting ca. 6 procent vrouwen onder de 45 jaar hypothyreoïdie hebben, bij vrouwen boven 75 jaar zou het om ongeveer 17 procent gaan. 

Lees ook: Wat zijn de symptomen en gevolgen van een ijzertekort?

Risicofactoren voor hypothyreoïdie

Hypothyreoïdie is bijna altijd het gevolg van een slecht werkende schildklier (primaire hypothyreoïdie). Heel soms kan het ook te wijten zijn aan een probleem van de hypofyse of de hypothalamus (centrale hypothyreoïdie), bijvoorbeeld door een adenoom (een goedaardig gezwel) of een kankergezwel.  


Je hebt een grotere kans op een schildklierziekte:
  • in het eerste jaar na een zwangerschap;
  • als het in je familie voorkomt;
  • na een bestraling van hoofd, nek of schildklier, of een operatie aan de schildklier;
  • als je lijdt aan een andere autoimmuunziekte (bijv. diabetes, reumatoïde artritis, coeliakie, systemische lupus, pernicieuze anemie …);
  • als je bepaalde geneesmiddelen moet nemen die de schildklier kunnen beïnvloeden, zoals jodiumhoudende contrastmiddelen, lithium en amiodaron (zie verder);
  • bij het syndroom van Down of het syndroom van Turner.

Bij mensen met een verhoogd risico kan een jaarlijks bloedonderzoek gebeuren om hypothyreoïdie op te sporen. 

Klachten en symptomen van een traag werkende schildklier

De schildklierhormonen spelen een belangrijke rol bij tal van processen in je lichaam. Wanneer te weinig schildklierhormonen worden geproduceerd of beschikbaar zijn, heeft dit een effect op onder meer:


  • de controle van de lichaamstemperatuur;
  • de stofwisseling, o.m. de verbranding van vetten en koolhydraten en de aanmaak van eiwitten;
  • de regeling van het hartritme;
  • de hersenfunctie;
  • de zenuwfunctie;
  • de spijsvertering;
  • het genitale kanaal,
  • bij kinderen o.m. de verstandelijke ontwikkeling en de groei.

Een verminderde schildklierfunctie kan dan ook diverse klachten en problemen veroorzaken. Veel van die klachten komen ook bij andere aandoeningen voor, ze zijn dus niet specifiek voor schildklierproblemen. Bovendien begint de ziekte vaak sluipend, zodat geringe veranderingen niet opgemerkt worden. Dit maakt het voor de arts soms moeilijk een diagnose te stellen.

Typische klachten die kunnen wijzen op een te traag werkende schildklier zijn:

  • gewichtstoename;
  • vermoeidheid, slaperigheid;
  • lusteloosheid, apathie;
  • vertraagde motoriek, vertraagde spraak;
  • concentratie- en geheugenproblemen;
  • verwardheid;
  • heesheid of een lagere stem;
  • ledematen, het gezicht en de oogleden kunnen opzwellen (‘pafferig gezicht’);
  • uitpuilende ogen (de oogbol steekt uit de oogkas);
  • opgezwollen schildklier: kropgezwel (struma) is een voelbare en zichtbare toename van het schildkliervolume in de hals. Het kan ook de vorm aannemen van noduli, kleine afgeronde massa’s.
  • kouwelijkheid: je hebt het snel koud;
  • verstopping (obstipatie);
  • vertraagde of onregelmatige hartslag;
  • kortademigheid, oppervlakkige ademhaling;
  • huidveranderingen: droge, ruwe, koude of bleekgele huid;
  • broze nagels;
  • ruwer of droger haar en haaruitval, ook van wenkbrauwen;
  • spierzwakte, -pijn en -stijfheid, spierkrampen;
  • gewrichtspijn;
  • verstoorde menstruatiecyclus (onregelmatig, overmatig of te weinig bloedverlies, soms geen menstruatie meer);
  • libidoverlies (minder zin om te vrijen), bij mannen ook erectiestoornissen;
  • bloedarmoede;
  • stoornissen van de tastgevoeligheid (verdoofd gevoel, kriebelingen, enz.);
  • carpaletunnelsyndroom.

Lees ook: Donkere kringen onder je ogen: oorzaken en behandeling

Diagnose: hoe wordt hypothyreoïdie vastgesteld?

De symptomen zijn niet altijd duidelijk, zodat men vaak niet onmiddellijk aan een schildklierprobleem denkt. Bij vermoeden van hypothyreoïdie zal de arts een aantal onderzoeken doen.


1. Lichamelijk onderzoek, waarbij onder meer de hals wordt betast om na te gaan of de schildklier vergroot is of er knobbels voorkomen. Een te kleine schildklier kan wijzen op een atrofische schildklierontsteking.
Ook zal de arts nagaan of er hartklachten zijn (bijv. hartritmestoornissen). 

2. Bloedonderzoek kan aantonen dat de schildklier trager werkt.

  • Bij hypothyreoïdie is de hoeveelheid schildklierhormoon (vrije T4) in het bloed verlaagd. Normaal is de vrije T4 tussen 9,0-24,0 pmol/l
  • Bepaling van de hoeveelheid schildklierstimulerend hormoon (TSH) is dé screeningstest voor de schildklierfunctie. Een normale TSH-concentratie sluit een schildklierfunctiestoornis nagenoeg uit. Bij hypothyreoïdie is de TSH verhoogd. Normaal is de TSH tussen 0,4-4,0 mU/l
  • Eventueel kunnen ook antistoffen gericht tegen thyreoperoxidase (anti-TPO) bepaald worden. Dit is een enzym dat betrokken is bij de productie van schildklierhormoon. Anti-TPO zijn vaak aantoonbaar bij een thyreoïditis van Hashimoto, maar ook bij een stille thyreoïditis. Ongeveer 2 à 3 procent van de mensen bij wie TPO-antistoffen worden gevonden, zullen op termijn hypothyreoïdie krijgen, maar de overgrote meerderheid dus niet. 
  • Daarnaast zullen nog andere parameters in het bloed onderzocht worden, zoals de bloedbezinking (BSE), sporen van bloedarmoede (anemie) enzovoort.

Als bij bloedonderzoek vastgesteld wordt dat de TSH-waarde licht verhoogd is, maar de T4-waarden normaal blijken, spreekt men van subklinische hypothyreoïdie. De term ‘subklinisch’ veronderstelt dat de patiënt geen klachten heeft. Eigenlijk is de term niet correct, want patiënten met subklinische hypothyreoïdie kunnen wel degelijk klachten hebben zoals vermoeidheid, gewichtstoename en depressies. Subklinische hypothyreoïdie komt veel voor. Ongeveer 10 à 20 procent van de zestigplussers zou aan subklinische hypothyreoïdie lijden. Ook tijdens de zwangerschap komt dit vrij veel voor.

Als de T4-waarde verlaagd is zonder verhoging van de TSH-waarde, kan het gaan om een centrale hypothyreoïdie door een slechte werking van de hypofyse of de hypothalamus. 

3. Echografie van de schildklier
Bij dit onderzoek wordt de schildklier onderzocht met geluidsgolven. Zo is bijvoorbeeld te zien of de schildklier vergroot is. Dit onderzoek geeft echter geen informatie over de werking van de schildklier. Daarom heeft echografie meestal weinig zin bij de diagnose van hypothyreoïdie.

4. Schildklierscintigrafie
Een scintigrafie is een onderzoek waarbij een licht radioactief product (contraststof) in het lichaam wordt ingespoten. Een scintigrafie wordt weinig gebruikt binnen het strikte kader van hypothyreoïdie, alleen in geval van een nodulair kropgezwel (struma) om de schildkliernoduli te onderzoeken.

Lees ook: Schildklieroperatie (strumectomie)

Bronnen:
www.bcfi.be
www.thuisarts.nl
www.schildklier.nl
www.nhg.org
https://www.internisten.nl
www.azmol.be
https://www.mayoclinic.org
https://www.thyroid.org
https://www.nhs.uk
https://patient.info


Laatst bijgewerkt: september 2023

Artikels over gezondheid in je mailbox? Schrijf je in op onze nieuwsbrief en ontvang een gratis e-book met gezonde ontbijtrecepten.

eenvoudig terug uit te schrijven
Wij verwerken jouw persoonsgegevens conform het Privacy-beleid van Roularta Media Group NV.
volgopfacebook

volgopinstagram