Gerelateerde artikels
Osteoporose behandelen met bisfosfonaten
In dit artikel
Osteoporose behandelen met bisfosfonaten
dossier
Bisfosfonaten zijn medicijnen die artsen voorschrijven als je botontkalking (osteoporose) hebt of als je een hoog risico hebt om het te krijgen. Er zijn verschillende medicijnen die tot deze groep behoren. Voorbeelden zijn alendroninezuur en risedroninezuur.
Lees ook: Osteoporose (botontkalking): symptomen, oorzaken en behandeling
Werking bisfosfonaten
Je botten vernieuwen zichzelf voortdurend. Dit is een natuurlijk proces. Je lichaam breekt ouder bot af en verwijdert het. Vervolgens wordt er nieuw bot gevormd. Naarmate je ouder wordt, neemt je botdichtheid af omdat je lichaam sneller bot afbreekt dan dat er nieuw bot wordt gevormd. Dit onevenwicht verandert de structuur van het bot waardoor het minder stevig wordt. Zo ontstaat osteoporose.
Bisfosfonaten verstoren de werking van de cellen die het bot afbreken en hierdoor verbetert de botdichtheid. Het bot wordt sterker en zo neemt de kans op een botbreuk af.
Naast osteoporose behandelt men ook de ziekte van Paget (lokale botaandoening) met bisfosfonaten. Mensen die langdurig glucocorticoïden (cortisone, prednisolone) nemen, moeten ook bisfosfonaten innemen. Zo verlaag je het risico op osteoporose.
Lees ook: Het belang van calcium bij de preventie van osteoporose
Bisfosfonaten innemen
Bisfosfonaten kan je oraal innemen in verschillende sterktes. Je neemt ze dagelijks, wekelijks of maandelijks in, afhankelijk van het specifieke medicijn en de reden voor inname. Je moet bisfosfonaten 's ochtends innemen op een lege maag met water. Het is belangrijk dat je dan rechtop blijft zitten of staan om irritatie van de slokdarm te vermijden. Wacht nadien minstens dertig minuten voordat je iets eet of drinkt, of een ander medicijn inneemt. Vooral als de andere medicijnen calcium, magnesium, aluminium of ijzer bevatten.
Bisfosfonaten kunnen ook intraveneus gegeven worden. Het gaat dan om zoledroninezuur. Zo’n infuus krijg je één keer per jaar in het ziekenhuis.
Meestal beperken artsen de behandeling met orale bisfosfonaten tot vijf jaar (of drie jaar voor zoledroninezuur) om het risico op zeldzame bijwerkingen te minimaliseren. Sommige mensen hebben echter een langere behandeling nodig.
Lees ook: Preventie en behandeling van postmenopauzale osteoporose
Bijwerkingen bisfosfonaten
De meeste patiënten kunnen bisfosfonaten goed verdragen en ernstige bijwerkingen komen zelden voor. De meest voorkomende bijwerkingen zijn milde griepverschijnselen zoals spier- en gewrichtspijn, hoofdpijn, duizeligheid, buikpijn, misselijkheid of brandend maagzuur. Deze bijwerkingen kan je vooral bij de start van de behandeling ervaren en ze verminderen meestal nadien.
In zeldzame gevallen kan schade aan het kaakbot ontstaan door verminderde doorbloeding. Dit gebeurt doorgaans pas na jaren van behandeling. Meestal komt het voor tijdens ingrijpende tandheelkundige interventies, zoals het trekken van tanden. Daarom is een goede mondhygiëne heel belangrijk. Je laat ook best een grondig tandheelkundig onderzoek uitvoeren voor de start van een behandeling met bisfosfonaten.
Als je zwanger bent of wil worden, of als je borstvoeding geeft, moet je dit zeker aan je arts melden. Er is nog maar weinig informatie over het effect van bisfosfonaten op de vruchtbaarheid of op moedermelk. Je neemt dus best geen bisfosfonaten als je zwanger bent of borstvoeding geeft.
Lees ook: Welke factoren verhogen het risico op osteoporose?
Bronnen:
auteur:
Sara Claessens,
gezondheidsjournalist