- dossierBaarmoederhalskanker: symptomen, diagnose en behandeling
- nieuwsManhaé: natuurlijke voedingssupplementen om symptomen menopauze te verlichten
- dossierDe menopauze in het kort uitgelegd: wat je zeker moet weten
- dossierHormonale substitutietherapie: hormonenkuur tijdens de menopauze
- nieuwsMenopauze: experts en bv's over opvliegers en andere kwaaltjes
Moet je ook na de menopauze een uitstrijkje laten nemen?
dossier
Veel vrouwen denken dat ze na de leeftijd van 50 jaar geen risico meer lopen op baarmoederhalskanker en dus ook geen uitstrijkje meer moeten laten nemen. Dat is een misvatting: de gemiddelde leeftijd van de diagnose baarmoederhalskanker is 54 jaar. Daarom wordt aangeraden om ook na de menopauze, tot de leeftijd van 64 jaar, om de drie jaar een uitstrijkje te laten nemen om baarmoederhalskanker voortijdig te kunnen opsporen.
Waarom een uitstrijkje?
Jaarlijks krijgen ongeveer 350 vrouwen in Vlaanderen baarmoederhalskanker. Baarmoederhalskanker wordt voorafgegaan door een aantal voorstadia (letsels die nog geen kanker zijn). Behandeling van deze voorstadia voorkomt het ontstaan van kanker.
De voorstadia van baarmoederhalskanker leiden niet tot sterfte maar wanneer de aandoening in een zeer laattijdig stadium ontdekt wordt, overleeft minder dan één vijfde van de vrouwen.
Door elke drie jaar een uitstrijkje te laten nemen, worden baarmoederhalskanker en de voorstadia ervan vroegtijdig opgespoord en behandeld. Een vroege opsporing zorgt er ook voor dat de behandeling minder zwaar is en je sneller herstelt.
Bij een uitstrijkje worden cellen afgenomen van het slijmvlies op de grens van de baarmoederhals en de baarmoedermond. Er wordt een eendebek geplaatst en met een borsteltje strijkt men wat slijm weg, vandaar de term “uitstrijkje”. In het labo kijkt men of deze cellen afwijken van normale cellen.
Gratis bevolkingsonderzoek
In het Bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker worden alle vrouwen van 25 tot 64-jaar aangemoedigd om elke drie jaar een uitstrijkje te laten nemen, ook als je geen klachten hebt of geen verhoogd risico op baarmoederhalskanker. Door vroegtijdige opsporing kan 90% van de overlijdens door baarmoederhalskanker voorkomen worden.
Vanaf de leeftijd van 55 jaar daalt de deelname aan het gratis bevolkingsonderzoek echter, en boven de leeftijd van 60 jaar doet minder dan de helft van de vrouwen mee aan het bevolkingsonderzoek.
Het is nochtans belangrijk om ook na de menopauze nog deel te nemen aan het bevolkingsonderzoek: de gemiddelde leeftijd van de diagnose baarmoederhalskanker is 54 jaar.
Als je tot de leeftijd van 64 jaar regelmatig deelneemt aan de driejaarlijkse screening, kan men vroegtijdige stadia van baarmoederhalskanker opsporen tot de leeftijd van 70 à 75 jaar. De kans dat er bij vrouwen boven de 55 à 60 jaar, die regelmatig aan screening deelnemen, nog nieuwe letsels ontstaan, is minimaal.
Op welke leeftijd mag je stoppen met het uitstrijkje?
Aangeraden wordt om tot de leeftijd van 64 jaar deel te nemen aan het gratis bevolkingsonderzoek en om de drie jaar een uitstrijkje te laten nemen.
• De screening wordt alleen stopgezet na de leeftijd van 64 jaar op voorwaarde dat de twee laatste uitstrijkjes als normaal beoordeeld werden. Is dat niet het geval, dan wordt aangeraden om ook na de leeftijd van 64 voor te gaan met screenen tot twee normale uitstrijkjes.
• Als je nooit of niet regelmatig hebt deelgenomen aan het driejaarlijkse bevolkingsonderzoek, wordt aangeraden om na de leeftijd van 64 jaar om de drie jaar een uitstrijkje te laten nemen, tot twee normale uitstrijkjes. Het eerste uitstrijkje gebeurt één jaar na het afwijkende uitstrijkje.
• Ben je ouder dan 64 jaar, bespreek dan met je huisarts of gynaecoloog of het nog zinvol is om regelmatig een uitstrijkje te laten nemen.
• In volgende omstandigheden is het alleszins aangewezen om, ongeacht de leeftijd, jaarlijks een uitstrijkje te laten nemen:
• bij een eerder afwijkend uitstrijkje;
• als je eerder al een behandeling van de baarmoederhals onderging;
• als je genitale wratten hebt of had;
• als je afweersysteem niet optimaal functioneert door het gebruik van geneesmiddelen of ziekte.
• Ook als je bepaalde klachten hebt die kunnen wijzen op baarmoederhalskanker, raadpleeg je het best je huisarts of gynaecoloog. Tekenen die kunnen wijzen op baarmoederhalskanker zijn een ongewone bloeding
- tijdens of vlak na het vrijen.
- tussen 2 menstruaties in.
- na de menopauze.
Wanneer moet je geen uitstrijkje meer laten nemen?
Ongeacht je leeftijd moet je geen uitstrijkje meer laten nemen als je baarmoeder en baarmoederhals zijn verwijderd. Indien je baarmoeder verwijderd is (hysterectomie), vraag dan aan je arts of ook de baarmoederhals mee verwijderd is. Indien niet, blijft een uitstrijkje aangewezen.