nieuws Vrouwen die na de menopauze veel tomaten eten, hebben mogelijk minder kans om borstkanker te krijgen dan vrouwen die geen tomaten eten. Dat schrijven onderzoekers van de Rutgers Universiteit in New Jersey in het wetenschappelijke tijdschrift Journal of Clinical Endocrinology & Metabolism . Ze onderzochten evenwel niet of de vrouwen effectief minder borstkanker kregen. Wél keken ze naar een bepaald eiwit in het bloed: adiponectine. Een hoge concentratie van dit eiwit, dat in de vetcellen wordt geproduceerd en dat een rol speelt bij het verwerken van suiker en vetzuren in het lichaam, zou postmenopauzale vrouwen mogelijk beschermen tegen borstkanker. Of tomaten effectief het risico op borstkanker na de menopauze verminderen, is met dit onderzoek dus niet echt aangetoond.
In het onderzoek at een groep postmenoposale vrouwen gedurende 10 weken dagelijks een dieet met veel tomaten. Nadien kregen ze gedurende tien weken een dieet zonder tomaten, maar met veel soja-eiwitten. Het ging om zwaarlijvige vrouwen (BMI boven 30 kg/m2) met een familielid met borstkanker, waardoor ze behoorden tot een risicogroep voor borstkanker.
Na afloop van het tomatendieet hadden de vrouwen gemiddeld 9 procent meer adiponectine in het bloed. Vooral bij de slankste vrouwen steeg de adiponectine-concentratie (met gemiddeld 13 procent). Na het soja-dieet was er een daling van de adiponectine-concentratie. De concentraties van het ‘hongerhormoon’ leptine veranderde bij geen van beide diëten.
De stijging van de adiponectine-concentratie heeft volgens de onderzoekers mogelijk te maken met het lycopeen in de tomaten. Het dagelijkse tomatendieet bevatte minstens 25 mg lycopeen. Dat is een rode kleurstof die ook in o.m. watermeloen en rozebottels zit, en die behoort tot de zogenaamde carotenoïden. Dat zijn antioxidantia die mogelijk bescherming bieden tegen sommige kanker (zoals prostaatkanker) en hart- en vaatziekten.
 |
 |
