Waar en wanneer beter geen tatoeage?

Op sommige plaatsen laat u beter geen tatoeages zetten. Voor sommige mensen wordt tatoeages afgeraden omwille van de potentiële risico's. 

Informeer de tatoeëerder alleszins over eventueel medicijngebruik (bijvoorbeeld bloedverdunners), huidproblemen, allergieën, epilepsie, overgevoeligheidsreacties of andere gezondheidsproblemen. 

• op plekken waar u het afgelopen jaar plastische chirurgie of bestraling hebt ondergaan; 

• op een litteken dat minder dan een jaar oud is; 

• op een plek die minder dan zes weken geleden is getatoeëerd; 

• op een plek waar minder dan drie maanden geleden een tatoeage is weg gelaserd of waar de laserwond nog niet genezen is; 

• op geïrriteerde huid zoals bultjes, donkere moedervlekken, wijnvlekken of zwellingen.

• indien u onder invloed bent van alcohol, drugs of geneesmiddelen;

• als u allergisch bent voor tatoeagematerialen (bijv. latex) of -inkt;

• als u jonger bent dan 12 jaar. Bij jongeren tussen de 12 en 16 jaar mag alleen een tatoeage gezet worden als de wettelijk vertegenwoordiger aanwezig is. Het is bij jongeren tot 16 jaar verboden een tatoeage aan te brengen op hun hoofd, hals, polsen en handen.

Tatoeages (en permanente make-up) worden afgeraden als een van volgende situaties op u van toepassing is. Wilt u toch een tatoeage of permanente make-up, bespreek dit dan eerst met uw arts. 

Neem geen tatoeage als u zwanger bent of borstvoeding geeft. Niet alle risico’s rond het tatoeëren voor zwangere vrouwen zijn bekend. 

Mocht u bovendien als gevolg van de tatoeage een infectie oplopen, dan mag u bepaalde medicijnen ter bestrijding van de infectie niet gebruiken, vanwege het risico voor uw (ongeboren) kind.

Zorg dat uw hemoglobine A1c level en het algemene bloedglucosegehalte van uw bloed onder controle zijn voordat u zich laat tatoeëren. Hiermee verkleint u de kans dat u tijdens en na het tatoeëren een wondinfectie of ontsteking oploopt. Om zeker van het juiste gehalte te zijn, kun u zich het beste vlak voor het tatoeëren prikken.

3. Bloedstollingsziekte en gebruik van antistollingsmiddelen 

Wanneer u een bloedstollingsziekte hebt of antistollingsmiddelen gebruikt, kan uw huid tijdens het tatoeëren sneller bloeden en langer doorbloeden dan bij andere mensen. Om het risico op ernstige bloedingen zo klein mogelijk te maken, worden grote tatoeages afgeraden. Wil u toch een grote tatoeage, laat deze dan bij voorkeur in meerdere keren zetten.

• In het geval van een chronische huidziekte (zoals psoriasis, atopisch eczeem of sarcoidose in de huid), bestaat de kans dat u huidklachten krijgt op de plaats die u hebt laten tatoeëren. Dit heet het Koebner fenomeen. Om de kans hierop te verkleinen, wordt het afgeraden om een tatoeage te laten zetten op momenten dat uw huidziekte erg actief is. Laat bij voorkeur geen tatoeage zetten op plekken waar uw huidziekte vaak optreedt.

• U laten tatoeëren in de buurt van wratjes verhoogt het risico dat de knobbeltjes zich verspreiden naar de tatoeage.

• Wanneer u ooit melanomen (huidkanker) hebt gehad, of dit in uw familie voorkomt, wordt het afgeraden om een tatoeage te laten zetten. Op de getatoeëerde huid zijn nieuwe melanomen moeilijker in een vroeg stadium te ontdekken.

Ook als er veilig en hygiënisch wordt gewerkt, loopt u bij het zetten van een tatoeage risico op infecties. Wanneer uw een afweerstoornis hebt (hier valt ook leukemie onder) of medicijnen gebruikt die het afweersysteem kunnen verzwakken, is dit risico verhoogd. 

• Als u een hart- of vaatziekte hebt, bestaat het risico dat u door tatoeëren endocarditis (een infectie aan de binnenwand van het hart) oploopt. Vanwege dit risico wordt het afgeraden om een tatoeage te laten zetten wanneer uw hartaandoening niet optimaal onder controle is. 

• Patiënten waarvan een of meer hartkleppen minder goed werken, lopen een hoger risico dat een infectie zich op zo’n klep zet. Bij elke medische ingreep moeten ze preventief antibiotica slikken, ook als ze een tatoeage zetten.