Hoe was je lakens perfect zacht en schoon?

dossier

Beddengoed wassen is een courante klus die weinig om het lijf heeft. En toch …
Met deze acht handige tips en weetjes wordt het extra uitnodigend om ’s avonds onder je satijnzachte lakens te kruipen.

1. Gebruik niet te veel wasmiddel en respecteer de temperatuur die op het waslabel staat
   Een kleine hoeveelheid wasmiddel, bij voorkeur vloeibaar, volstaat om je lakens schoon te krijgen en het hoeft ook geen krachtig product te zijn. Tenzij je lakens extra vuil zijn door bloed, urine, braaksel of ander lichaamsvocht … volstaat een zachte detergent. 
2. Steek je wastrommel niet te vol
   Overlaad je wastrommel niet, dan hebben je lakens voldoende ruimte om rond te draaien en helemaal fris en schoon te worden. Laat ze vrolijk walsen in je machine.
   Beddengoed met prints was je best binnenstebuiten.
3. Sluit alle knoopjes of ritsen
   Door de sleuf van een dekbedovertrek weer dicht te knopen of te ritsen vermijd je dat het in de knoop geraakt en na de wasbeurt als een grote natte bal uit de machine komt.
   Geen rits of knopen te bespeuren? Bind de uiteinden dan vast met wasknijpers of elastiekjes.
   Het helpt ook als je de dekbedhoes opgeplooid in de wastrommel steekt, waarbij je de open uiteinden een paar keer naar binnen hebt gevouwen. 
4. Meng de lakens niet met ander wasgoed
   Wasgoed met een andere structuur, zoals bijvoorbeeld handdoeken, veroorzaakt slijtage aan je lakens door de wrijving in de wastrommel. En het kan er ook voor zorgen dat er pluisjes aan je beddengoed blijven kleven. 
5. Vervang de wasverzachter door een scheutje azijn of rijstwater
   Dit is trouwens een tip die geldt voor alle wasgoed! Gewone azijn is niet alleen goed voor het textiel, het is ook de vriend van je wasmachine en als surplus nog eens goedkoop! Deze natuurlijke water- en wasverzachter houdt de kleuren mooi en fris en het verwijdert vlekken en geurtjes. Door een scheutje azijn aan nieuw beddengoed toe te voegen, dat je wast voor het eerste gebruik, worden ook de overtollige verfresten verwijderd. Maar het wondermiddel ter vervanging van wasverzachter zou rijstwater zijn. Het houdt je beddengoed extra zacht. Rijstwater maak je door witte rijst met extra veel water te koken. Laat het kookwater (zonder de rijst) daarna afkoelen in een pot of fles en je kan een paar weken verder.
   Wasverzachter is een chemisch middel en het vermindert het absorberend vermogen van textiel. Het maakt je beddengoed waterafstotend, wat een minpunt is aangezien je ’s nachts zweet en vocht verliest. 
6. Schud het goed beddengoed uit voor je het in de droogkast steekt
   Haal het beddengoed meteen na de wasbeurt uit de machine en schud het goed uit voor je het naar de droogtrommel verhuist. Zo voorkom je extra kreukels. 
7. Steek een paar oude tennisballen in de droogkast
   Gooi een paar oude tennisballen - met een neutrale kleur die niet kan afgaan - op je lakens wanneer je ze in de droogkast steekt. Dat is ook een gouden tip voor het wassen en drogen van donsdekens. Door hun stuiterende beweging gaan die ballen voorkomen dat het wasgoed verstrikt geraakt. Ze zorgen er meteen ook voor dat het minder kreukt, dat het sneller droogt en dat het minder statisch is. 
8. Laat het niet te lang drogen in de droogkast
   Beddengoed dat te lang in de warme lucht van de droogkast vertoeft, kan krimpen en dat geldt zeker voor katoen. Probeer je beddengoed zoveel mogelijk in de open lucht te laten drogen. Het zal daardoor ook heerlijk fris ruiken.