Eerste bacteriën in darm cruciaal voor ontwikkeling immuunsysteem
nieuws
Om een gezond afweersysteem te ontwikkelen, heeft een baby goede bacteriën nodig in zijn dikke darm, en die komen er niet vanzelf. 'Een vaginale bevalling en borstvoeding spelen een cruciale rol', zegt professor Yvan Vandenplas. 'Daar is nog niet genoeg aandacht voor.'
Kunnen we microben gebruiken om kinderen een betere start te geven? Artsen en onderzoekers komen vandaag rond die vraag samen in Gent. Het belang van bacteriën bij het levensbegin wordt nog te vaak onderschat, zegt Yvan Vandenplas, diensthoofd kindergeneeskunde van het UZ Brussel en voorzitter van het congres.
'De bacteriën die zich na de geboorte in de dikke darm vestigen, reguleren de ontwikkeling van het immuunsysteem. Dat is heel duidelijk bevestigd in onderzoek met muizen: muizen met een steriele darm ontwikkelen een onvolledig afweersysteem. Nu, baby's worden ook met een steriele darm geboren. Ze moeten de nodige bacteriën werkelijk nog inslikken. Bij een gewone, vaginale geboorte gebeurt dat eerst en vooral in het geboortekanaal, waar de baby een waaier aan bacteriën van zijn moeder binnenkrijgt', aldus Vandenplas.
En daarom is het geen goed idee om voor een keizersnede te kiezen wanneer die niet noodzakelijk is. 'We zien dat kinderen die met een keizersnede geboren worden, zeker tot in hun vierde levensjaar een afwijkende samenstelling van bacteriën hebben in hun dikke darm. Tegen dan is hun immuunsysteem al grotendeels ontwikkeld, en blijkbaar minder goed dan bij andere kinderen. Uit studies is gebleken dat ze op latere leeftijd meer problemen hebben met allergieën, astma, inflammatoire darmziekten en diabetes.'
Flesvoeding ontwikkelen met alle nuttige bacteriën is niet meteen een optie, omdat ook borstvoeding een grote rol blijft spelen in de ontwikkeling van het immuunsysteem, benadrukt Vandenplas. 'In moedermelk zitten van nature goede bacteriën. Bovendien bevat ze oligosacchariden en dat zijn stoffen die de juiste bacteriën doen floreren in de dikke darm - dat noemen we een prebiotisch effect. Zulke stoffen zitten niet in koemelk.'