Meer dan helft werknemers weegt te veel
nieuws
Meer dan de helft van de Belgische bedienden en arbeiders (52,8%) hebben een te hoge body mass index (BMI). Deze groep wordt jaar na jaar groter (52,2% in 2014). Eén van de redenen: we bewegen te weinig. Slechts een kwart van de werknemers beweegt 150 minuten per week.
Dit blijkt uit een onderzoek van IDEWE, de grootste externe dienst voor preventie en bescherming op het werk. Voor het onderzoek werden de medische gegevens van 250.000 werknemers onder de loep genomen.
Overgewicht
We spreken van overgewicht wanneer iemand een BMI van meer dan 25 heeft. Met een BMI van meer dan 30 behoor je tot de categorie obees of zwaarlijvig. Maar liefst 35,2% van de werknemers liet een BMI optekenen tussen de 25 en 30. Ongeveer 1 werknemer op 6 (17,7%) haalde een nog hogere ‘score’ en was dus obees.
Wat opvalt is dat mannen veel meer last hebben van overgewicht en zwaarlijvigheid (59%) dan vrouwen (45,3%). In 2011 was dit nog 57,7% en 44,6%.
De sector waarin de werknemer actief is speelt een belangrijke rol. Zo komen overgewicht en zwaarlijvigheid meer voor in de transport- (70%), de bouwsector (60,2%) en de industrie (57,8%). Niet toevallig sectoren waarin verhoudingsgewijs meer mannen werken.
Niet alleen de sector doet er toe, ook met de leeftijd nemen de kilo’s toe. Net geen derde (32,9%) van de -25-jarigen kampt met overgewicht. Bij de groep van 35 tot 44 jaar is dit al 56% en bij de 55-plussers zelfs 63%!
We bewegen te weinig
Overgewicht en zwaarlijvigheid hebben niet alleen met een verkeerd voedingspatroon, maar ook met een gebrek aan beweging te maken. Volgens (inter)nationale richtlijnen moeten volwassenen zo minstens 5 dagen per week ‘matig intensief’ bewegen. Voorbeelden hiervan zijn wandelen (flink doorstappen), fietsen (<20 km per uur) en volleyballen. Slechts een kwart van de onderzochte werknemers haalt deze ‘bewegingsnorm’. Bij de vrouwen is dit amper 17,3%, tegenover 26,5% bij de mannen.
Toch is er een hoopvolle evolutie, zo neemt het aantal werknemers dat te weinig beweegt, traag maar gestaag af: van 79,8% in 2011 naar 77,7% vorig jaar. Ook hier haalt de transportsector jammer genoeg het slechtste rapport.