Huisartsen krijgen te weinig opleiding in palliatieve zorg
nieuws
De basisopleiding voor huisartsen en bijscholingen tijdens hun carrière zijn onvoldoende om huisartsen vertrouwd te maken met palliatieve zorg in al zijn aspecten. Dat blijkt uit een doctoraatsonderzoek aan UGent en Uantwerpen.
Palliatieve zorg richt zich op de kwaliteit van leven bij mensen met een ernstige, levensbedreigende aandoening. Dankzij de medische ontwikkelingen leven mensen steeds langer. Mensen sterven ook minder snel aan ernstige ziekten zoals kanker of hartaandoeningen. Hierdoor groeit wereldwijd de populatie palliatieve patiënten. Men schat dat in België jaarlijks 15 000 mensen palliatieve zorg nodig hebben. De meeste van hen wensen thuis te blijven tijdens hun laatste levensfase en ook thuis te sterven.
Ondanks inspanningen van de universiteiten studeren huisartsen af met een onvolledige kennis van palliatieve zorg in al zijn aspecten. Het bijscholingscircuit waar de huisartsen op rekenen gedurende hun carrière blijkt onvoldoende te zijn om hen te bekwamen in de palliatieve zorg. Inhoudelijk zijn er grote tekortkomingen: zo komen onder andere teamwerk en communicatie niet aan bod. De manier van lesgeven (meestal een klassieke voordracht) leidt volgens de wetenschappelijke literatuur niet tot betere artsen.
De studie stelt vast dat huisartsen vooral bijleren over palliatieve zorg door samen te werken met de verpleegkundigen van de palliatieve thuiszorgequipes. Huisartsen en ook de palliatief verpleegkundigen zelf, leren van elkaar tijdens de samenwerking, en dit over alle aspecten van de palliatieve zorg: lichamelijk, psychisch, sociaal en existentieel.
Om deze methoden in het werkplekleren toe te passen, stelde de studie een training op voor de verpleegkundigen van de palliatieve thuiszorgequipes. Daar leerden ze omgaan met deze efficiëntere leervormen en dit ook toe te passen in hun contacten met de huisartsen. De evaluatie van de training was unaniem positief. De toepassing van de nieuw verworven vaardigheden door de verpleegkundigen tijdens het dagelijks werk was afhankelijk van een aantal contextfactoren (o.a. werkbelasting, relatie met de huisarts) en een aantal persoonlijke factoren (houding van de verpleegkundige tov patiëntenzorg en teamwerk). Op basis van deze factoren werden verschillende types van professioneel gedrag beschreven om met werkplekleren om te gaan. De palliatief verpleegkundigen passen hun gedrag en hun stijl aan volgens de situatie, om het maximum leereffect voor de huisarts te bereiken en tezelfdertijd de hoogt mogelijke zorgkwaliteit voor de patiënt te garanderen.