Hoge Gezondheidsraad raadt palmolie af
nieuws
De Hoge Gezondheidsraad raadt aan om het gebruik van palmolie te beperken. In tegenstelling tot andere plantaardige oliën (olijf-, arachide-, mais-, zonnebloem-, soja-, koolzaad-, walnoot-, sesamolie, enz.) die rijk zijn aan onverzadigde vetzuren, bevat palmolie namelijk tot 40% schadelijke verzadigde vetzuren die de kans op hart- en vaatziekten verhogen. Tropische oliën, zoals palmpittenolie (olie gewonnen uit de pitten van de oliepalmvruchten) en kopraolie (olie gewonnen uit het vruchtvlees van kokosnoten) vertonen een nog hoger gehalte aan verzadigde vetzuren.
Palmolie wordt gewonnen uit het vruchtvlees van oliepalmvruchten. Het is de meest verbruikte plantaardige olie en de voornaamste bron van vetten wereldwijd. Palmolie bevindt zich met name in veel gebak en taart, kant-en-klare gerechten, koffiekoeken, pizza's, quiches en gezouten gebakjes, sandwiches, zoete koekjes en reepjes, smeerpasta’s en margarines.
Ook in bepaalde melkvetten zoals boter en slagroom zijn er veel schadelijke zogenaamde “atherogene” verzadigde vetzuren (ath-VVZ). Het is daarom aangewezen om het verbruik van producten die veel palmolie bevatten en van bepaalde melkvetten zoals boter, kaas en slagroom te beperken. Volgens de Hoge Gezondheidsraad zou de consumptie van deze schadelijke verzadigde vetten moeten beperkt worden tot minder dan 8% van de totale dagelijke energie-inname. De consument moet bij de inname van vetten de voorkeur geven aan voedingsmiddelen rijk aan oliezuur en meervoudig onverzadigde vetzuren van het omega-3 en omega-6 type.
Het is thans niet verplicht om het type oliën die aanwezig zijn in de voedingsmiddelen te vermelden. Palmolie wordt vaak op het etiket aangeduid als "plantaardige olie". Een wijziging van de Europese wetgeving zal echter het weergeven van de oliebron verplichten vanaf december 2014.
Lees ook: Ongezonde transvetzuren