Hoe troost je je kind als zijn huisdier sterft
- Wat denkt een kind wanneer zijn huisdier sterft?
- Wat zeg je aan je kind wanneer zijn huisdier sterft?
- Moet een kind erbij zijn wanneer je het dier laat inslapen?
- Wat als een kind niet rouwt?
- Hoe kan je je kind helpen?
- Mag je kind zien dat je zelf ook verdrietig bent?
- Wat als je kind het niet kan loslaten?
- Wanneer is het tijd om een nieuw huisdier in huis te halen?
dossier
Een lieve viervoeter die sterft, dat gaat gepaard met groot verdriet. Voor veel mensen voelt het aan alsof ze een familielid verliezen en voor een kind is het al helemaal dramatisch. In veel gevallen is het voor een kind ook de eerste confrontatie met de dood.
Veel ouders hebben schrik om daar open over te praten met hun kind en de dingen te noemen zoals ze zijn. Ze omzeilen het hete hangijzer in de overtuiging dat ze op die manier de pijn verzachten. Maar volgens experts maakt dat de zaak alleen maar erger. Als kinderen met hun angsten en vragen blijven zitten, als ze het gevoel hebben dat ze om de tuin worden geleid, dan kunnen ze zo’n verlies juist minder goed verwerken.
Wanneer je aan je kind op een duidelijke en respectvolle manier uitlegt dat hond Billy of poes Minou gestorven is en waarom dat is gebeurd, dan help je je lieverd om troost te vinden en verzacht je het verwerkingsproces. Tegelijkertijd versterk je ook de band met je kind.
Dit zijn de meest frequente vragen waarmee je als ouder geconfronteerd wordt. Hoe ga je ermee om en hoe beantwoord je die?
Wat denkt een kind wanneer zijn huisdier sterft?
Hoe kinderen de dood van hun trouwe speelkameraad ervaren, hangt uiteraard af van hun leeftijd. Hun inzicht en de manier waarop ze dingen ervaren, evolueert naarmate ze ouder worden. Alle gevoelens worden intenser en dat geldt ook voor hun kijk op de dood.
Jonge kinderen zijn mentaal nog niet voldoende ontwikkeld om het gegeven dood op dezelfde manier te begrijpen als volwassenen dat doen.
Kinderen van 3 tot 5 jaar zien de dood meestal als een tijdelijke toestand die omkeerbaar is. Zij leven bijvoorbeeld met het idee dat de dokter het huisdier terug tot leven kan brengen met een spuitje. Maar zo’n kind kan evengoed denken dat het zijn schuld is dat het dier is gestorven, omdat het aan mama gevraagd had om een speelse puppy te kopen ter vervanging van die oude zieke hond die loom was en onfris rook …
Zodra een kind ongeveer 6 jaar is, weet het meestal dat de dood onomkeerbaar is, maar het denkt dat het een probleem is dat enkel de anderen treft. Vanaf die leeftijd begrijpen kinderen het ‘concept’ wel, maar ze zijn soms nog niet in staat om te accepteren dat het in hun eigen gezin of familie voorkomt.
Vanaf 9 jaar komt een kind tot de vaststelling dat de dood iets onvermijdelijks is en dat het ook hem/haarzelf en zijn omgeving kan overkomen. In de leeftijdscategorie van 9 tot 11 jaar kan het kind weliswaar nog steeds het gevoel hebben dat het min of meer verantwoordelijk is voor de dood van het dier. Het kan bijvoorbeeld denken dat zijn lieve hond misschien niet zou zijn doodgegaan als het er wat beter voor gezorgd had: de hond iets meer uitlaten bijvoorbeeld, ermee gaan wandelen, of de drinkbak frequenter voorzien van fris water.
Dat zijn algemene vaststellingen, maar elk kind is uiteraard uniek en dat geldt ook voor zijn reacties en denkpatronen.
Volgens Dr. Mc Namee van de Universiteit van New York kunnen ouders zich best de volgende vragen stellen:
- Werd ons kind vroeger al geconfronteerd met de dood in zijn nabije omgeving en hoeveel keer?
- Hebben we in het gezin het onderwerp al eerder met ons kind besproken?
- Heeft ons kind al ervaring met het gegeven 'dood' via school of via een televisieprogramma?
De antwoorden op deze vragen bepalen min of meer het vermogen van je kind om de dood van een huisdier te begrijpen en te accepteren.
Wat zeg je aan je kind wanneer zijn huisdier sterft?
Geef eerlijke, correcte informatie en hou het kort. Het is belangrijk om een ‘kat een kat te noemen’ en geen eufemismen te gebruiken om de dood van het dier te omschrijven. Als je tegen een klein kind zegt dat de kat ‘slaapt’ dan kan dat extra angst veroorzaken. Misschien is het kind dan wel bang om naar bed te gaan, om te ‘gaan slapen’…. Zeg je dat het dier is ‘weggegaan’, dan kan dat best verwarrend zijn voor zo’n kind, want het dier is er wel degelijk nog, het beweegt alleen niet meer. En het is zeker ook niet nodig om alle details in geuren en kleuren te vertellen.
Stel het slechte nieuws ook niet uit, vertel je kind meteen wat er gebeurd is en kijk hoe het reageert. Waarschijnlijk zal het vertellen hoe het zich voelt of misschien zal het meteen al een aantal vragen stellen. Wanneer een kind informeert naar details, dan vraagt het eigenlijk om troost. Vreselijke beelden, bijvoorbeeld wanneer de poes is omvergereden door een auto, een horrorverhaal of traumatiserende informatie moet je uiteraard ten alle koste vermijden. Probeer de mededeling zo vredig en geruststellend mogelijk te laten klinken.
Moet een kind erbij zijn wanneer je het dier laat inslapen?
Bij een kind ouder dan 5 jaar kan je al uitleggen wat euthanasie of ‘laten inslapen’ is en waarom het soms noodzakelijk is. Wees voorbereid op de vragen die zullen volgen …
Aan een kind dat 7 jaar is of ouder kan je volgens Dr. Mc Namee best vragen of het al dan niet aanwezig wil zijn terwijl de dierenarts het dier laat inslapen. Leg eerst uitgebreid uit wat er zal gebeuren, wat je kind mag verwachten.
Een andere mogelijkheid is dat de dierenarts zelf uitlegt wat er zal gebeuren (hoe zal het lichaam van het dier reageren) en duidelijk maakt aan het kind dat Billy of Minou geen pijn zal lijden. En er is nog een andere optie waarbij het kind afscheid komt nemen van het dier vlak nadat het is ingeslapen.
Wat als een kind niet rouwt?
Een kind dat verdrietig is, geeft niet altijd dezelfde signalen als een rouwende volwassene. Een kind reageert niet altijd op een manier die een volwassene associeert met verdriet, zegt Dr. McNamee. Het kan zich in een rollercoaster van gevoelens bevinden en slingeren tussen uitersten: eerst heel diep droevig zijn en luid wenen en dan plots beginnen spelen en reageren alsof er niets aan de hand is.
Een klein kind drukt zijn gevoelens vaak uit door zijn gedrag. Een andere manier van spelen bijvoorbeeld kan een uitdrukking zijn van verdriet. Het is ook niet ongewoon dat kinderen tussen de 7 à 9 jaar morbide vragen stellen over de dood en daar kan je best eerlijk en to the point op antwoorden.
Ook tieners zullen misschien op een andere manier reageren. Zij zitten soms vast in een fase tussen kind en volwassenheid en het gebeurt wel eens dat ze ofwel overreageren ofwel net helemaal niet reageren. Een tiener wil misschien liever niet over zijn verdriet praten met zijn ouders, maar doet dat dan wel met vrienden en vriendinnen.
Alle kinderen, welke leeftijd ze ook hebben, treuren als ze een huisdier verliezen, maar ze doen dat niet allemaal op dezelfde manier.
Hoe kan je je kind helpen?
McNamee legt de nadruk op het belang om je kind in het rouwproces te betrekken, om het samen door te maken, door bijvoorbeeld aan het kind te vragen wat het wil doen voor zijn dier. Kinderen hebben behoefte aan een ‘afscheidsproces’ en je kunt ze daar als ouder bij helpen. Ze kunnen dat op verschillende manieren invullen. Zoek waar ze zich goed bij voelen: laat ze een tekening maken van Billy of Minou, haal leuke of grappige herinneringen op, plant een boom in de tuin ter herdenking van het dier, zet een foto van poes of hond in de woonkamer of in de slaapkamer van het kind … Het zijn stuk voor stuk tastbare herinneringen die vaak meer helpen dan alleen maar praten met je kind.
Er is ook een ruim aanbod aan kinderboeken die dat thema aanraken, die het verlies van een huisdier op een goede manier uitleggen en die het kind helpen bij het rouwproces. Vooral nuttig zijn boeken die uitleggen dat er nog meer kinderen zijn die dezelfde ervaring en gevoelens hadden en hoe ze daarmee omgingen. Die zeggen dat het OK is om je boos of verdrietig te voelen. Lees daaruit voor aan je kind wanneer het te klein is om zelf te lezen, en laat de delen weg die je niet geschikt vindt.
Mag je kind zien dat je zelf ook verdrietig bent?
Een traantje wegpinken kan zeker geen kwaad, maar groot verdriet verstop je beter voor een kind want dat is overweldigend. Om te testen of je niet te veel verdriet toont kan je jezelf deze vraag stellen: Leg ik nu de focus op mijzelf of op mijn kind?
Wat als je kind het niet kan loslaten?
Hoe weet je dan of je kind extra steun nodig heeft om het verlies te verwerken en los te laten?
Dit zijn een paar signalen die erop wijzen dat het verwerkingsproces zeer moeizaam gaat:
- Het verdriet ligt niet in vlagen maar blijft constant aanwezig.
- Het duurt langer dan een maand.
- Je kind kan moeilijk inslapen en krijgt het moeilijk op school.
- Je kind vertoont fysieke problemen die er voordien niet waren: buikpijn, geen eetlust ….
Probeer het gesprek open te houden, dat is het beste wat je kunt doen, en stel vragen: vraag of het kind zich verdrietig voelt door de dood van zijn huisdier, vraag of het er met iemand wil over praten. Praat ook over je eigen ervaringen als kind, vertel hoe jij je voelde toen jouw hond stierf.
Wanneer is het tijd om een nieuw huisdier in huis te halen?
Respecteer het rouwproces van het kind/de kinderen en haal niet te snel een nieuw dier in huis. Laat het hele gezin erover beslissen wanneer je finaal toch de stap overweegt. Het hangt uiteraard af van gezin tot gezin en van kind tot kind, maar McNamee suggereert om minstens 6 maanden te wachten. Als een kind ernaar uitkijkt om meteen een nieuwe puppy te krijgen, mag je gerust uitleggen dat het gezin wat tijd nodig heeft om afscheid te nemen van Bobby of Minou en dat iedereen klaar moet zijn voor de nieuwe hond of poes. Ondertussen kan je je kind wel voorbereiden op de komst van een nieuwe viervoeter door samen op zoek te gaan en te informeren: welk ras koop je best, waar kan je daarvoor terecht, welke naam zal de nieuwe puppy of kitten krijgen?
En tegelijk laat deze tussenperiode toe dat je kind geleidelijk afstand neemt van het dier dat er niet meer is, bijvoorbeeld door te helpen beslissen of de ‘inboedel’ van Bobby of Minou al dan niet behouden blijft voor de nieuwe puppy/kitten die straks komt.