Meer overlijdens in 2013

123-sterven-kistbegrafenis-12-15.jpg

nieuws 2013 was een jaar met een hoog absoluut aantal overlijdens, en dit na de al hoge cijfers van 2012.
• We telden in 2013 het hoogste aantal overlijdens in 15 jaar: zowel bij mannen als bij vrouwen waren er meer dan 30.000 overlijdens
• Toen er in 2003 veel mensen overleden, werd dit het jaar erna gecompenseerd door een jaar met minder overlijdens. Dit effect zien we voorlopig niet tussen 2012 en 2013.
• Het laagste aantal overlijdens voor de periode 1999-2013 zien we in 2006.

Die stijging van het aantal overlijdens is normaal gezien de vergrijzing van de bevolking. Indien met die veroudering rekening wordt gehouden, dan lagen de (gestandardiseerde) sterftecijfers in 2013 wél iets lager dan in 2012, tot ongeveer op het niveau van 2011, maar duidelijk lager dan in 2010.

• Bij mannen daalde de gestandaardiseerde sterfte in 2004-2013 van 113 overlijdens naar 96 per 10.000 inwoners.
Dat is een daling met 16 %.
Deze globale daling is te danken aan de daling van
de sterfte door hart- en vaataandoeningen (- 31 %), ziekten van het ademhalingsstelsel (- 34 %), kanker (- 12 %). Er was wel een stijging van de sterfte door psychische en neurologische aandoeningen (o.a. dementie) (+ 55 %), endocriene, voedings- en stofwisselingsziekten (+ 29 %) en andere oorzaken (+ 14%)

• Bij vrouwen daalde de gestandaardiseerde sterfte in 2004-2013 met 12% van 70 overlijdens naar 60 per 10.000
inwoners per jaar. deze globale daling is te danken aan de daling van de sterfte door hart- en vaataandoeningen (- 33 %), ziekten van het ademhalingsstelsel (- 24 %), kanker (- 4 %). Er was net als bij de mannen wel een stijging van de sterfte door psychische en neurologische aandoeningen (o.a. dementie) (+ 47 %);, uitwendige oorzaken (+ 4 %) en andere oorzaken
(+11%).

Meer overlijdens in winter dan zomer
Het aantal sterfgevallen in de winter is altijd hoger dan in de zomer.
• Januari kent gemiddeld het hoogste aantal overlijdens (10%), September gemiddeld het laagste aantal overlijdens (7%)
• In februari en maart 2012 lag de sterfte veel hoger dan in andere jaren. Mogelijk had dat te maken met de koudegolf van eind januari tot begin maart. Die koudegolf werd gevolgd door een milde griepepidemie. Deze koudegolf trof vooral ouderen vanaf 75 jaar, maar vooral ouderen van 85 jaar en meer.
• In 2013 zien we dat de hoge sterfte zich vooral in maart en april voordeed. Ook deze hogere sterfte vond plaats tijdens een koudegolf (11 maart tot 5 april). Het effect van de koudegolf trof vooral ouderen (vanaf 85 jaar). Daarbij kwam een uitzonderlijk lange griepepidemie (van eind december
2012 tot eind maart 2013).

Mannen sterven jonger dan vrouwen
Mannen bij hun geboorte met meer zijn.
Ze dit overwicht definitief verliezen vanaf de leeftijd van 64
jaar.

Boven de 64 jaar zijn er meer vrouwen dan mannen. Die omslag komt er omdat de sterfterisico's jaar na jaar lager liggen voor vrouwen dan voor mannen.
• In 2000 lag de leeftijd waarop de vrouwen in aantal het overwicht kregen op de mannen nog op 58 jaar:
de sterfterisico's van mannen daalden de afgelopen jaren
sneller dan die van vrouwen waardoor dit “kantelpunt" naar boven opschoof
• Pasgeborenen (0 jaar) een hoger risico op overlijden hebben.
Vanaf 85 jaar bij mannen en 88 jaar bij vrouwen jaarlijks 10% of meer van de bevolking sterft
• Vanaf 64 jaar bij mannen en 70 jaar bij vrouwen jaarlijks 1% of meer van de bevolking sterft.

Levensverwachting

Zoals in vorige jaren is de levensverwachting bij geboorte voor vrouwen hoger dan voor mannen. De levensverwachting van een jongen die in 2013 in Vlaanderen werd geboren is 79,1 jaar, die van een meisje is 83,7 jaar. In 2004 was dat voor een jongen nog 77,2 jaar en voor een meisje 82,5 jaar.

In tegenstelling tot vorige jaren zien we amper een
stijging bij mannen en een stabilisering bij vrouwen. Dit is het effect van de hoge sterfte in februari en maart 2012 en maart en april 2013.
Vlaanderen bevindt zich daarmee in de Europese Unie op de 5de plaats wat betreft levensverwachting. We sterven gemiddeld op latere leeftijd dan in de meeste andere landen. Dat geldt vooral voor vrouwen: enkel Italiaanse, Spaanse en Franse vrouwen doen beter. Mannen doen het met een 11de plaats op 28 wat minder goed.

Gemiddelde levensverwachting voor enkele leeftijden (cijfers 2013)

leeftijd

levensverwachting man

levensverwachting vrouw

bij geboorte

79,1

83,7

1 jaar

78,8

83,4

20 jaar

60,1

64,6

40 jaar

36,1

40,2

65 jaar

18,6

22,0

75 jaar

11,3

13,8

Er worden jaarlijks iets meer jongens geboren dan meisjes. Vanaf 65 jaar zijn er echter meer vrouwen dan mannen omdat meer mannen vroeger sterven. In 2000 lag dit kantelpunt nog op 58 jaar, maar het risico om vroeg te sterven is bij mannen sneller gedaald dan bij vrouwen. Dat is meteen ook de reden waarom de levensverwachting bij jongens de voorbije 10 jaar meer is gestegen dan bij meisjes.

Vroegtijdig sterven

Op basis van de levensverwachting werden ook het aantal verloren potentiële levensjaren berekend bij mensen die vroegtijdig sterven, nl. voor de leeftijd van 75 jaar.

• Het totale aantal verloren potentiële levensjaren is bij mannen 1,4 maal groter dan bij vrouwen nl. 84 versus 59 per 1.000 persoonsjaren.
• Het grote verschil in levensverwachting tussen mannen en vrouwen is vooral toe te schrijven aan longkanker, suïcide, ischemische hartziekten en vervoersongevallen.
• Bij vrouwen is de belangrijkste oorzaak van verloren levensjaren borstkanker.

Primair vermijdbare sterfte = vermijdbaar door preventie en gezond gedrag
• In de periode 2004-2013 kunnen we bij mannen een duidelijke dalende trend vaststellen in de evolutie van sterfte vermijdbaar door primaire preventie.
Het absolute aantal overlijdens daalde bij mannen met gemiddeld 74 per jaar. Ook het procentuele aandeel in de totale sterfte daalde bij mannen.

• Bij vrouwen stellen we in de periode 2004-2013 een stijgende trend vast in de evolutie van sterfte vermijdbaar door primaire preventie.
Het absolute aantal overlijdens bij vrouwen steeg met gemiddeld 16 overlijdens per jaar. Ook het procentuele aandeel in de totale sterfte steeg bij vrouwen.

Medisch vermijdbare sterfte = vermijdbaar door betere gezondheidszorg
• Bij mannen daalde het absolute aantal sterfgevallen vermijdbaar door medische interventies met gemiddeld 58 per jaar. De 3 belangrijke doodsoorzaken hierbij waren: ischemische hartziekten, cerebrovasculaire aandoeningen en pneumonie.
Ook de relatieve sterfte vertoont een dalende trend: sinds 2004 met 0,3 procentpunten per jaar.

• Bij vrouwen daalde het absolute aantal sterfgevallen vermijdbaar door medische interventies met gemiddeld 49 per jaar. De relatieve sterfte vertoont een dalende trend: sinds 2004 met 0,7 procentpunten per jaar.
De 2 belangrijkste doodsoorzaken hierbij waren: ischemische hartziekten en cerebrovasculaire aandoeningen.

Sterfte door roken
Sterfte door roken vormt een aanzienlijk deel van de vermijdbare sterfte. Langdurig (actief) roken is de belangrijkste oorzaak van longkanker. De tabaksgerelateerde sterfte bij mannen vertoont een dalende trend terwijl ze bij vrouwen juist stijgt.

• Bij mannen kunnen 6.214 sterfgevallen of 22 % van de sterfte door ziekten (exclusief levercirrose) bij 35-plussers toegeschreven worden aan het roken.
Het totale percentage tabak-gerelateerde sterfte bij mannen daalde tussen 2004 en 2011 met gemiddeld 0,43 procentpunten per jaar, en het percentage
tabak-gerelateerde longkankersterfte met 0,14 procentpunten per jaar. Tussen 2012 en 2013 is er een lichte daling.

• Bij vrouwen is dat 2.113 sterfgevallen of 7%.
Bij vrouwen is het percentage tabak-gerelateerde sterfte echter aan het stijgen. Het totale percentage tabak-gerelateerde sterfte steeg bij vrouwen in de periode 2004-2011 met 0,34 procentpunten per jaar. Het percentage sterfte door tabak-gerelateerde longkanker steeg met 1,4 procentpunt per jaar. Tussen 2012 en 2013 zien we een aanduiding dat het aandeel tabak-gerelateerde sterfte bij vrouwen blijft stijgen.

Sterfte door borstkanker
De gestandaardiseerde sterfte door borstkanker bij vrouwen daalt langzaam met gemiddeld 6,3 per 1.000.000 vrouwen per jaar, of ongeveer 20 per jaar voor de hele bevolking.
De daling in absolute aantallen is erg klein:
van 801 in 2004 tot 724 in 2013 (= - 79) bij vrouwen onder de 75 jaar en van 1.356 in 2004 naar 1.318 in 2013 (= - 38) voor alle vrouwen.

Sterfte door verkeersongevallen
De sterfte bij mannen door vervoersongevallen daalde sinds 1998 met 59 %.
De sterfte door vervoersongevallen daalde bij vrouwen met 66%.

Bron
http://www.zorg-en-gezondheid.be/Nieuws/Algemeen-nieuws/Vlaamse-levensverwachting-in-Europese-top/
http://www.zorg-en-gezondheid.be/Cijfers/Cijfers-over-sterfte/


Laatst bijgewerkt: december 2015

Artikels over gezondheid in je mailbox? Schrijf je in op onze nieuwsbrief en ontvang een gratis e-book met gezonde ontbijtrecepten.

eenvoudig terug uit te schrijven
Wij verwerken jouw persoonsgegevens conform het Privacy-beleid van Roularta Media Group NV.
volgopfacebook

volgopinstagram