Piercings: risico’s, voorzorgsmaatregelen en nazorg
dossier
Steeds meer mensen laten zich piercen en tatoeëren. Bij piercings wordt een juweel aangebracht in de oren, de neus, de lippen, de tong, de navel enz. Ook piercings van de tepels en de geslachtsdelen komen steeds meer voor. Omdat steeds meer mensen zich laten piercen en elke piercing een gezondheidsrisico inhoudt, bestaan zowel in België als in Nederland strenge veiligheidsregels.
Hygiëne is bij het aanbrengen en verzorgen van piercings van groot belang om infecties en ontstekingen te vermijden. Bovendien bestaat het risico dat zenuwen beschadigd worden. Volgens een onderzoek van de Britse Health Protection Agency (HPA) en de London School of Hygiene & Tropical Medicine zouden één op drie mensen met een piercing een arts moeten raadplegen, en één op honderd moet zelfs in het ziekenhuis worden opgenomen. In Nederland zouden bij 10 tot 25% van de piercings infecties optreden en 7% van alle mensen die een piercing laten zetten, moeten uiteindelijk naar de huisarts. In ons land zijn geen cijfers bekend over complicaties van piercings.
De mogelijke complicaties zijn sterk afhankelijk van de plaats waar de piercing wordt aangebracht. Vooral piercings in de tong, lippen en wangen houden een aantal risico’s in en worden daarom eerder afgeraden. Maar ook elders kunnen piercings complicaties geven.
Waar kan een piercing gezet worden?
• oorlel
• aan de rand van de oorschelp (concho piercing)
• in de plooien in het oor (helix piercing)
• bij de ingang van de gehoorgang (trachus piercing)
• bij de wenkbrauw
• in de neusvleugel
• in het neustussenschot (septum piercing)
• neusbrug, tussen de ogen (bridge of earl)
• in de wang
• schuin boven de bovenlip (madonna of monroe piercing)
• midden boven de bovenlip (medusa pf Philtrum piercing)
• dwars door onderlip (eskimo piercing, labret piercing)
• in de tong
• in het riempje tussen de boventanden en de bovenlip (smiley)
• in het riempje tussen onderlip en tanden (Frowny)
• door de tepel
• in de navel
Geslachtsdelen bij vrouwen
• horizontaal of vertikaal in het stukje huid dat over de clitoris heen ligt (clitoriskapje of clithoodpiercing)
• horizontale piercing achter de clitoris (triangle)
• door de clitoris (Isabella)
• door de binnenste en/of buitenste schaamlippen
• vertikaal vanaf de venusheuvel tot het begin van de buitenste schaamlippen (Christina)
• aan de achterzijde van de vagina, op de plek waar de kleine schaamlippen samen komen, door het huidflapje vanaf de vagina tot het gebied tussen vagina en anus (fourchette)
Geslachtsdelen bij mannen
• door de voorhuid
• horizontaal of vertikaal door de eikel (resp. ampallang en apadravya)
• door de rand rondom de eikel (dydoe)
• door het stukje huid tussen eikel en voorhuid aan de onderzijde van de penis (frenum)
• door de huid op de grens tussen penis en scrotum aan de onderzijde van de penis (lorum)
• aan de bovenzijde van het scrotum aan een- of weerszijden van de penis (hafada)
• vanaf de onderkant van de eikel door de plasbuis (prince Albert) of aan de bovenkant van de eikel (reverse prince Albert)
• door het gebied tussen penis en anus (guiche)
Af te raden piercings
• Piercings in de vlakke huid (surface piercings) zoals op de armen, borst, nek, voorhoofd etc. Deze genezen moeilijk en zullen bijna altijd uitgroeien.
• Een tepelpiercing bij meisjes met onvolgroeide borsten.
• Een piercing overdwars in de tong omdat de kans erg groot is dat er bloedvaten worden geraakt.
• Een piercing tussen duim en wijsvinger geneest zeer slecht vanwege de bewegelijkheid van de hand.
• Een piercing in de wang: er ontstaat vaak een kuiltje.
• Alle piercings in de buurt van belangrijke zenuwen en grote (slag)aders.
• Alle piercings op plaatsen waar zich bulten, donkere moedervlekken, zwellingen of andere vormen van irritatie voordoen.
• Alle piercings op plaatsen waar u plastische chirurgie of radiotherapie hebt ondergaan.
• Clitorispiercings: een clitorispiercing groeit vaak uit en er bestaat een grote kans dat zenuwen beschadigd worden waardoor de clitoris ongevoelig wordt. Deze piercing mag alleszins alleen uitgevoerd worden wanneer de clitoris voldoende groot is.
Risico’s van piercing
• Een van de meest voorkomende complicaties is een lokale huidinfectie Dit treedt bij 10 tot 25% van alle piercings op. Wanneer de piercing in een gebied wordt geplaatst waar van nature veel bacteriën voorkomen (mond, neus, geslachtsdelen) is de kans op infectie groter dan wanneer bijvoorbeeld een piercing de oorlel wordt aangebracht. Ook het met de hand aanraken van de piercings kan de kans op een ontsteking verhogen.
• Elke ingreep waarbij de huid doorboord wordt, verhoogt de kans op besmetting met virussen die door bloed worden overgedragen, zoals hepatitis B en C, HIV. Daarom moeten de hygiënemaatregelen strict worden angeleefd.
• Als het kraakbeen in de neus of het oor doorboord werd, bestaat de kans op een kraakbeeninfectie. Dat geneest moeilijk omdat kraakbeen geen bloedvaten heeft, waardoor geneesmiddelen niet ter plaatse raken. Een ernstige misvorming kan het gevolg zijn.
• Langdurige bloedingen: als tijdens het piercen een bloedvat wordt geraakt, kan er een langdurige bloeding met ernstig bloedverlies optreden. Dit gebeurt vooral bij piercings in de mond.
• Wordt een zenuw geraakt tijdens het piercen, dan kan permanente gevoelloosheid (bijvoorbeeld van de lip, tong of clitoris) of een verlamming (bijvoorbeeld het afhangen van een wenkbrauw bij een wenkbrauwpiercing) het gevolg zijn.
• Piercings kunnen een allergie veroorzaken. Dat geldt vooral maar niet uitsluitend wanneer goedkope juwelen worden aangebracht met een hoog nikkel- of kobaltgehalte. Metalen die niet of nauwelijks met hun omgeving reageren en een glad oppervlak hebben, zoals titanium, niobium en goud, zijn veiliger.
• Lelijke littekens. Littekenweefsel en in het bijzonder keloïd kan ontstaan op de plaats van de piercing.
• Pijn en zwellingen: Een beetje zwelling is een normaal onderdeel van het genezingsproces. Bij piercings in de mond kan een sterk opgezwollen tong de luchtwegen blokkeren en de ademhaling bemoeilijken.
• Beschadigde tanden en kiezen: door contact met de metalen piercings kunnen er splintertjes losraken of kan een tand of kies breken. Ook gerestaureerde tanden, bijvoorbeeld met een kroon of een schildje, kunnen door mondpiercings worden beschadigd.
• Beschadigd tandvlees: tandvlees kan door de piercings beschadigd raken of worden teruggedrongen. Terugwijkend tandvlees ziet er niet alleen onaantrekkelijk uit, maar kan ook leiden tot tandwortelbederf en tandvleesaandoeningen.
• Beperking van de mondfunctie: sieraden in de mond kunnen leiden tot overmatige speekselvorming, problemen met het uitspreken van woorden en moeite met kauwen en slikken.
• Scheuren: de piercing kan ergens aan vastraken, waardoor de huid verder inscheurt. Dat risico is het grootst als de piercing nog nieuw is.
• Bij het piercen van de penis kan irritatie door wrijving ontstaan, scheuren van de urinebuis, vastzitten van de voorhuid…
• Bij het piercen van de tepels kunnen problemen met borstvoeding ontstaan door beschadiging van de melkkanaaltjes.
• Endocarditis: piercings in de mond geven een risico op endocarditis, een ontsteking van de hartkleppen en de binnenwand van het hart. De wond die tijdens het aanbrengen van de piercing ontstaat, geeft bacteriën de kans in de bloedsomloop te komen, waardoor ze het hart kunnen bereiken. is een zeldzame, maar ernstige, complicatie en is vooral een risico voor mensen met een aangeboren hartafwijking. Het plaatsen van piercings bij mensen met een verhoogd risico op endocarditis wordt door cardiologen dan ook sterk afgeraden.