Oefentherapie soms zinvol
nieuws
In een advies zegt de Nederlandse Gezondheidsraad dat oefentherapie bij diverse aandoeningen helpt. Schadelijk lijkt oefentherapie nooit te zijn. Gezien de over het algemeen zeer positieve effecten van oefentherapie, raadt de Gezondheidsraad aan de effectiviteit ook te onderzoeken voor aandoeningen waarvoor dat nog niet goed is gebeurd.
Oefentherapie is bewezen effectief voor patiënten met: taaislijmziekte (cystic fibrosis), chronische obstructieve longaandoeningen (COPD), etalageziekte (claudicatio intermittens), artrose van de knie, en subacute en chronische lage rugklachten. Verder zijn er aanwijzingen dat oefentherapie effectief is bij patiënten met de ziekte van Parkinson, de ziekte van Bechterew, artrose van de heup, en bij patiënten die een beroerte hebben gehad.
Bij alle hier genoemde aandoeningen is het volgens de commissie terecht dat patiënten vaak een verwijzing krijgen voor oefentherapie.
Voor patiënten met acute lage rugklachten is oefentherapie niet effectief. Deze behandelvorm zou volgens de commissie dan ook niet aan hen moeten worden voorgeschreven. Overigens is het wel goed wanneer mensen met dergelijke klachten actief blijven.
Onduidelijk is of oefentherapie helpt bij: reumatoïde artritis, schouderklachten, nekklachten, RSI, astma en bronchiëctasieën. Voor deze aandoeningen ontbreken methodologisch goed uitgevoerde onderzoeken. Gezien de veelal gunstige effecten van oefentherapie adviseert de commissie het onderzoek naar de effectiviteit van oefentherapie bij deze aandoeningen te intensiveren.