Vegetariërs leven iets langer

nieuws Vegetariërs hebben een grotere overlevingskans dan alleseters. Dan blijkt uit een grootschalig onderzoek bij meer dan 73.000 mensen, gepubliceerd in het medisch tijdschrift JAMA Internal Medicine.

De onderzoekers bekeken het eetpatroon van ruim 73.000 aanhangers van de Kerkgenootschap van de Zevende-dags Adventisten uit Amerika en Canada met een gemiddelde leeftijd van 58 jaar. De Zevende-dags Adventisten houden zich aan strenge spijswetten en eten onder meer geen paarden- en varkensvlees, geen schaaldieren en geen ongeschubde vis. Ze mogen ook geen alcohol drinken en niet roken. De deelnemers aan de studie werden ingedeeld in vijf groepen: niet-vegetariërs, semi-vegetariërs (die eens per week vis of vlees eten), pesco-vegetariërs (die maximaal één keer per maand vis eten), lacto-ovo-vegetariërs (die maximaal 1 keer per maand zuivel of eieren eten) en veganisten (geen enkel dierlijk product).

Tijdens de zes jaar dat het onderzoek liep, overleden 2.570 deelnemers. Onder de vegetariërs lag het sterftecijfer 12 procent lager dan bij de omnivoren. Daarbij maakte het niet uit over ze veganist waren, soms melk en eieren aten of zich wel eens aan vis waagden. De absolute sterftekans voor vegetariërs is één op 25, bij omnivoren is dat 1 op 28. Dit betrof alle mogelijke doodsoorzaken. Vegetariërs bleken ook een iets lagere kans op sterven door kanker, hart- en vaatziekten en nierproblemen te hebben. Opmerkelijk is dat het voor vrouwen veel minder uitmaakt of ze vlees laten staan of niet. Een verklaring konden de onderzoekers hiervoor niet geven.

De mensen met een vegetarische leefwijze bleken doorgaans een gezondere leefstijl te hebben (niet roken, geen alcohol, meer beweging…), wat van invloed kan zijn op de uitkomst.